Het initiatief van vijf zelfstandige pomphouders om een inkoopcoöperatie op te richten heeft zeker mogelijkheden. Wel moeten er enkele stevige hordes worden genomen. Dat zeggen diverse branchekenners tegen TankPro. ”Het kan zeker schaalvoordelen bieden”, denkt Nove-directeur Erik de Vries. ”Maar als je niet met een vaste leverancier werkt, moet je wellicht constant de brandstofprijzen op de wereldmarkt in de gaten houden. En die schommelen de hele tijd ”

Een aantal ondernemers besloot de handen ineen te slaan uit onvrede over het beleid van oliemaatschappijen. Ze vinden dat ze te weinig bewegingsruimte krijgen om concurrerende prijzen te hanteren. Dit terwijl maatschappijen wel onbemande locaties openen die lagere verkoopprijzen hanteren dan waarvoor menig pomphouder kan inkopen. Meer dan honderd pomphouders hebben zich inmiddels aangemeld. Samen hebben ze ongeveer 240 stations.

Oliemaatschappijen

“Onmogelijk is het niet, maar de grootste uitdaging is het bereiken van overeenstemming”, denkt Managing Director Geert Kuipers van de Coöperatie AVIA Nederland U.A.. “Binnen de AVIA-organisatie werken wij met vijf leden, waarmee altijd overeenstemming moet worden bereikt. Maar dat zijn er veel minder dan het aantal potentiële leden dat zich heeft aangemeld voor deze coöperatie. Toch is het niet onmogelijk om op één lijn te komen. De kernvraag is alleen wat de leden bereid zijn op te geven om hun gezamenlijke doel te bereiken. Want dat zal moeten. Je moet iets opgeven.”

“Het is logisch dat men elkaar opzoekt om te zien wat ze voor elkaar kunnen betekenen”, denkt Kuipers. “De ondernemers krijgen op individuele basis niet wat ze willen bij de oliemaatschappijen op sommige gebieden. Dus dat ze op zoek gaan naar alternatieven, snap ik wel.” Kuipers denkt dat er twee belangrijke aandachtspunten zijn. “Allereerst hoe consolideer je het inkoopvolume voor de onderhandelingen. Ten tweede hoe verdeel je het behaalde resultaat. Daar moet je ook overeenstemming over bereiken. En dat kan heel lastig zijn.”

Aansprakelijkheid

Ook op het gebied van aansprakelijkheid verandert het een en ander. “Als je onder eigen naam brandstof gaat verkopen, kan dat gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid”, denkt Simon Heykoop van adviseur Meeùs. “Als klanten schade ondervinden doordat ze bij jou hebben getankt, is de oliemaatschappij verantwoordelijk. Maar als jij steeds bij wisselende partijen inkoopt, kun je misschien niet altijd meer achterhalen wiens brandstof de schade heeft veroorzaakt.”

Op 1 april komen de geïnteresseerden samen in Wageningen om verdere stappen te bespreken. In welke vorm het wordt gegoten, is nog niet bepaald. “Hoe je het ook wendt of keert, samen bereik je meer”, zegt mede-oprichter Ewout Klok. ”Het is al eerder bewezen op het gebied van shopinkoop en wij gaan het met zelfstandige pomphouders ook doen op het gebied van brandstoffen en cards.”

Brandstoffen

”Je kunt veel liters afnemen en daardoor massa creëeren. Simpel maar doeltreffend. Dat de ondernemers er nu klaar voor zijn, heeft de vorige bijeenkomst wel bewezen. We gaan het nu concreet samen invullen. Zowel qua inkoop van brandstoffen, waarover we met een aantal partijen in gesprek zijn, als op het gebied van tankpassen”, aldus Klok.

Ook denken de pomphouders na over het starten met een eigen merk. ”Om dat al meteen te doen is lastig, omdat veel geïnteresseerden nog een doorlopend contract hebben. Maar die kunnen zich later aansluiten. Uiteindelijk zijn andere merken ook ooit klein begonnen.”

Perfect Energy

Een ondernemer die ze al is voorgegaan, is Gerard van Weelde. Hij had tot begin deze maand een Shell-station in Nieuwerkerk aan den IJssel, maar heeft deze omgekleurd naar zijn eigen Perfect Energy-label. Hij was niet tevreden over de manier waarop Shell met hem omging en besloot onder eigen naam verder te gaan. Iets waar de inkoopcoöperatie dus ook over nadenkt.

“Als je besluit te starten met een eigen merk, moet je heel goed nadenken over de naam en het logo”, aldus Van Weelde. “De juiste kleuren en een goede naam zijn echt heel belangrijk. Anders krijg je een goedkoop imago en verwachten klanten dat je de goedkoopste bent. Ook moet je goed nadenken wat je met loyaliteitsacties doet. Als iemand bij mij tankt en actiepunten krijgt, kan hij ze vervolgens bij een ander inleveren. Gaat iedereen daarmee akkoord?”

Shopomzet

Door niet meer samen te werken met Shell verloor Van Weelde veel zakelijke rijders. “Maar qua brandstofverkoop verdien je daar nauwelijks aan. Alleen hun shopomzet loop je mis. Maar mijn bakery en drive-thru lopen nog steeds goed. En omdat ik nu meer ruimte heb om met lagere prijzen te werken, zie ik klanten terugkomen die ik jaren niet gezien heb. En aan hen verdien ik wel.”

Van Weelde koopt nu samen in met een pomphouder uit Rotterdam. En dat adviseert hij anderen ook te doen. “Je kunt je het beste lokaal verenigen. Dan kun je gemakkelijker afspraken maken dan met een grote groep die over heel Nederland verspreid is. Want ga je meebetalen aan de vervoerskosten van een pomphouder in een uithoek van het land?”

Pomphouders

Een van de voordelen die de initiatiefnemers hopen te bereiken, zijn schaalvoordelen. “En die zijn er zeker te behalen”, denkt Nove-directeur Erik de Vries. “Ik denk dan aan bijvoorbeeld de administratie of de logistiek. En ook door slim in te kopen, kun je geld besparen.” Hij vindt het begrijpelijk dat pomphouders op zoek gaan naar mogelijkheden om te overleven in een steeds verder krimpende markt.

“Maar als je besluit om niet met een vaste leverancier in zee te gaan, kan dat wel betekenen dat je de brandstofprijzen op de wereldmarkt in de gaten moet houden. En die schommelen constant. Je moet echt goed uitzoeken welke brandstof bij wie het goedkoopst is op een bepaald moment. En dat is niet altijd gemakkelijk.”

Tom van Gurp

Lees ook: Zelfstandige tankstations willen starten met eigen merk