Bovag wil dat de EU maatregelen neemt tegen oneerlijke afspraken tussen oliemaatschappijen en pomphouders. De zogeheten ’oneerlijke handelspraktijken’ komen in veel sectoren voor, waaronder de petrolbranche, en Europa besloot onlangs hier iets aan te doen. De maatregelen blijven echter beperkt tot de foodsector, tot ergernis van Bovag. Ze willen ook beleid voor de petrolbanche en blijven lobbyen in Brussel om dit onderwerp op de politieke agenda te houden.

Bij oneerlijke handelspraktijken gaat het om afspraken die voortkomen uit een scheve machtsverhouding tussen twee of meer bedrijven, bijvoorbeeld een supermarkt die veel meer macht heeft dan een akkerbouwbedrijf. Maar van dergelijke scheve machtsverhoudingen is ook sprake in de tankstation-sector.

Contracten

”Je ziet dat contracten soms zeer eenzijdig zijn. Vaak in het voordeel van de oliemaatschappij”, legt Arnold Koopmans van Bovag uit. Koopmans is zelf een van degenen die over dit onderwerp contact heeft met beleidsmakers in Brussel. ”In de afspraken staat bijvoorbeeld dat één van de partijen op elk moment het contract kan wijzigen, terwijl de andere partij dat niet mag. Ook de lengte van contracten is soms discutabel.”

De organisatie wil dan ook dat er een lijst komt met contractbepalingen die niet toegestaan zijn, behalve in uitzonderlijke gevallen. ”En dan moet de betreffende partij kunnen uitleggen, aan een onafhankelijk instantie, waarom bepaalde afspraken toch noodzakelijk zijn”, aldus Koopmans. ”Je ziet ook dat andere landen, bijvoorbeeld Engeland en Duitsland, wel afspraken maken op dit gebied.”

Europa

Ook de Europese koepelorganisatie voor automotive brancheorganisaties Cecra, waar Bovag onderdeel van uit maakt, wil blijven pleiten voor maatregelen omtrent de ‘unfaire’ afspraken. De belangenclub gaat daarom contact zoeken met de nieuwe leden van het Europees Parlement, die eind dit jaar aantreden.

Tom van Gurp