’Schonere benzines kunnen interessant nicheproduct worden’

Schonere benzinevarianten kunnen voor pomphouders een rendabel nicheproduct worden de komende jaren. Producten als E85 of E20 zijn schoner dan reguliere Euro 95 en hebben daarom een prima marktpotentieel, ook als de brandstofmarkt de komende jaren ingrijpend verandert. Dat stelde Jaap Tuinstra tijdens de vakbeurs voor duurzaam vervoer Ecomobiel. Hij was nauw betrokken bij de totstandkoming van de visie van de overheid op de duurzame brandstofmix van de toekomst en hield zich tijdens dat proces met name bezig met vloeibare brandstoffen.

Hoewel de wens is dat elektriciteit en waterstof op lange termijn dominant worden in het personenvervoer, blijven traditionele brandstoffen nog jarenlang een belangrijke energiebron voor het wegverkeer. Daar zijn de meeste experts het wel over eens. Benzineproducten met bijvoorbeeld een hoger aandeel ethanol zijn daarom de komende jaren een belangrijke manier om de CO2-uitstoot te verminderen. En daar liggen kansen voor tankstation-exploitanten.

Tankstations

”Het zou goed kunnen dat je de komende jaren een grotere diversiteit aan benzines gaat krijgen”, aldus Tuinstra. ”Wellicht dat je daardoor ook meer verschillende pompen op een tankstation zult zien staan. Al hangt dat ook af van andere factoren, zoals oliemaatschappijen.”

Een van de duurzaamheidsdoelen van het kabinet is een afname van de CO2-uitstoot van zestig procent in 2050, ten opzichte van 1990. ”Dat betekent dat er tegen die tijd nog steeds gebruik gemaakt wordt van fossiele brandstoffen”, aldus Tuinstra. Hij verwacht dat op lange termijn minimaal tien procent van het vervoer gebruikmaakt van traditionele brandstoffen. Hoe groot dit aandeel wordt hangt af van onder andere de beschikbaarheid en prijs van duurzame biobrandstoffen.

Brandstofmix

Tijdens Ecomobiel werd gediscussieerd over de visie van de overheid op de duurzame brandstofmix van de toekomst. Vlak vóór de zomer publiceerde het ministerie van Infrastructuur en Milieu een document met daarin een schets van hoe de brandstofmix er de komende decennia uit moet zien.

Voor personenauto’s ligt de nadruk in eerste instantie op een omslag naar gasvarianten en biobrandstoffen, waarna uiteindelijk elektriciteit en waterstof een leidende rol moeten spelen. Voor het zware wegtransport blijft diesel de komende jaren nog zeer belangrijk. Daarna komen gebruik van vloeibaar aardgas (lng) en, in beperkte mate, elektriciteit en waterstof in beeld.

Actieplan

Staatssecretaris van Milieu Wilma Mansveld komt op korte termijn met een reactie op deze visie. Ook wordt de komende maanden gewerkt aan een actieplan om de omschakeling naar een duurzamer vervoer om te zetten in beleid. Op z’n vroegst eind dit jaar moet duidelijk worden welke stappen Den Haag wil zetten.

Naast Tuinstra gaven ook enkele andere mobiliteitsexperts hun visie tijdens Ecomobiel. Onder meer de voorzitter van het Formule E-team Bert Klerk. Die organisatie zet zich in voor stimulering van elektrisch vervoer.

Elektriciteit

Een veelgenoemde beperking van elektriciteit is de beperkte actieradius van een auto met stekker. Klerk verwacht echter dat dat probleem binnen enkele jaren is opgelost. ”In 2018 is bereik geen ’issue’ meer. Tegen die tijd is de laadinfrastructuur goed genoeg en kunnen elektrische voertuigen minstens 230 kilometer rijden op één laadbeurt.”

Ook de waterstofauto vormt binnen afzienbare tijd een goed alternatief, denkt Jan-Piet van der Meer. Hij is directeur van de Nederlandse Waterstof en Brandstofcel Associatie (NWBA), een organisatie die het gebruik waterstof wil bevorderen.

Waterstof

”De auto’s zijn technisch klaar voor gebruik en ook de tanktechnologie is al goed ontwikkeld.” De tank-infrastructuur is er nog niet, maar die komt er wel aan, denkt de NWBA-directeur. ”Personenauto’s en bussen maken als eerste de overstap naar waterstof. Daarna volgen bestelauto’s en trucks.”

Hij verwacht binnen zes jaar dat er tussen de 1.500 en 2.000 waterstof-voertuigen rijden in Nederland en dat er twintig vulpunten zijn gerealiseerd. In 2030 moet het aantal auto’s gestegen zijn naar 125.000, met zo’n tweehonderd stations. Ook verwacht de Van der Meer dat tegen die tijd ongeveer duizend bussen op waterstof rijden.

Wie meer wil weten over dit onderwerp kan zich inschrijven voor het Nationaal Tankstation Congres op 11 november in Maarssen. Daar komt de brandstofmix van de toekomst ook aan bod en wordt een vertaalslag gemaakt naar de tankstation-exploitant. Bekijk het volledige congresprogramma via: https://www.mobilityenergy.com/nl/tankstation-vakbeurs-2014/congres/

Tom van Gurp

Lees ook: Kabinet diesel nog lang dominant in zwaar wegtransport

Auteur: Tom van Gurp

’Schonere benzines kunnen interessant nicheproduct worden’ | MobilityEnergy.com

’Schonere benzines kunnen interessant nicheproduct worden’

Schonere benzinevarianten kunnen voor pomphouders een rendabel nicheproduct worden de komende jaren. Producten als E85 of E20 zijn schoner dan reguliere Euro 95 en hebben daarom een prima marktpotentieel, ook als de brandstofmarkt de komende jaren ingrijpend verandert. Dat stelde Jaap Tuinstra tijdens de vakbeurs voor duurzaam vervoer Ecomobiel. Hij was nauw betrokken bij de totstandkoming van de visie van de overheid op de duurzame brandstofmix van de toekomst en hield zich tijdens dat proces met name bezig met vloeibare brandstoffen.

Hoewel de wens is dat elektriciteit en waterstof op lange termijn dominant worden in het personenvervoer, blijven traditionele brandstoffen nog jarenlang een belangrijke energiebron voor het wegverkeer. Daar zijn de meeste experts het wel over eens. Benzineproducten met bijvoorbeeld een hoger aandeel ethanol zijn daarom de komende jaren een belangrijke manier om de CO2-uitstoot te verminderen. En daar liggen kansen voor tankstation-exploitanten.

Tankstations

”Het zou goed kunnen dat je de komende jaren een grotere diversiteit aan benzines gaat krijgen”, aldus Tuinstra. ”Wellicht dat je daardoor ook meer verschillende pompen op een tankstation zult zien staan. Al hangt dat ook af van andere factoren, zoals oliemaatschappijen.”

Een van de duurzaamheidsdoelen van het kabinet is een afname van de CO2-uitstoot van zestig procent in 2050, ten opzichte van 1990. ”Dat betekent dat er tegen die tijd nog steeds gebruik gemaakt wordt van fossiele brandstoffen”, aldus Tuinstra. Hij verwacht dat op lange termijn minimaal tien procent van het vervoer gebruikmaakt van traditionele brandstoffen. Hoe groot dit aandeel wordt hangt af van onder andere de beschikbaarheid en prijs van duurzame biobrandstoffen.

Brandstofmix

Tijdens Ecomobiel werd gediscussieerd over de visie van de overheid op de duurzame brandstofmix van de toekomst. Vlak vóór de zomer publiceerde het ministerie van Infrastructuur en Milieu een document met daarin een schets van hoe de brandstofmix er de komende decennia uit moet zien.

Voor personenauto’s ligt de nadruk in eerste instantie op een omslag naar gasvarianten en biobrandstoffen, waarna uiteindelijk elektriciteit en waterstof een leidende rol moeten spelen. Voor het zware wegtransport blijft diesel de komende jaren nog zeer belangrijk. Daarna komen gebruik van vloeibaar aardgas (lng) en, in beperkte mate, elektriciteit en waterstof in beeld.

Actieplan

Staatssecretaris van Milieu Wilma Mansveld komt op korte termijn met een reactie op deze visie. Ook wordt de komende maanden gewerkt aan een actieplan om de omschakeling naar een duurzamer vervoer om te zetten in beleid. Op z’n vroegst eind dit jaar moet duidelijk worden welke stappen Den Haag wil zetten.

Naast Tuinstra gaven ook enkele andere mobiliteitsexperts hun visie tijdens Ecomobiel. Onder meer de voorzitter van het Formule E-team Bert Klerk. Die organisatie zet zich in voor stimulering van elektrisch vervoer.

Elektriciteit

Een veelgenoemde beperking van elektriciteit is de beperkte actieradius van een auto met stekker. Klerk verwacht echter dat dat probleem binnen enkele jaren is opgelost. ”In 2018 is bereik geen ’issue’ meer. Tegen die tijd is de laadinfrastructuur goed genoeg en kunnen elektrische voertuigen minstens 230 kilometer rijden op één laadbeurt.”

Ook de waterstofauto vormt binnen afzienbare tijd een goed alternatief, denkt Jan-Piet van der Meer. Hij is directeur van de Nederlandse Waterstof en Brandstofcel Associatie (NWBA), een organisatie die het gebruik waterstof wil bevorderen.

Waterstof

”De auto’s zijn technisch klaar voor gebruik en ook de tanktechnologie is al goed ontwikkeld.” De tank-infrastructuur is er nog niet, maar die komt er wel aan, denkt de NWBA-directeur. ”Personenauto’s en bussen maken als eerste de overstap naar waterstof. Daarna volgen bestelauto’s en trucks.”

Hij verwacht binnen zes jaar dat er tussen de 1.500 en 2.000 waterstof-voertuigen rijden in Nederland en dat er twintig vulpunten zijn gerealiseerd. In 2030 moet het aantal auto’s gestegen zijn naar 125.000, met zo’n tweehonderd stations. Ook verwacht de Van der Meer dat tegen die tijd ongeveer duizend bussen op waterstof rijden.

Wie meer wil weten over dit onderwerp kan zich inschrijven voor het Nationaal Tankstation Congres op 11 november in Maarssen. Daar komt de brandstofmix van de toekomst ook aan bod en wordt een vertaalslag gemaakt naar de tankstation-exploitant. Bekijk het volledige congresprogramma via: https://www.mobilityenergy.com/nl/tankstation-vakbeurs-2014/congres/

Tom van Gurp

Lees ook: Kabinet diesel nog lang dominant in zwaar wegtransport

Auteur: Tom van Gurp