Een tankstation-ondernemer uit Breda is failliet gegaan na een besluit om het voorterrein te verhuren aan Nijol. Doordat bij het station, onder Texaco-vlag, de brandstof af kon worden gerekend aan de pomp, kwamen er nog nauwelijks klanten de shop in. De schuld is volgens waarnemend curator Mark van Tuijl ongeveer 100.000 euro, maar kan nog veel verder oplopen. Automobilisten kunnen er nog wel tanken, alleen de shop is dicht.

Pomphouder Beusenberg huurde al jaren het gehele tankstation van de vastgoedeigenaar en baatte het in zijn geheel uit. Driekwart jaar geleden werd besloten om het over een andere boeg te gooien. De ondernemer verhuurde vanaf dat moment het voorterrein aan brandstofleverancier Nijol en exploiteerde alleen de shop.

Prijzen

Door de overgang kon met lagere brandstofprijzen worden gewerkt. De lage prijzen zouden vanzelf meer klanten naar het station trekken, die dan ook zorgen voor extra shopomzet. Doordat de pomphouder ook nog eens huur ontvangt voor het beschikbaar stellen van het voorterrein, zou zowel voor de ondernemer als voor de leverancier deze constructie winstgevend moeten zijn.

De klanten kwamen inderdaad massaal af op de lage prijsstelling. Door prijzen voor een liter benzine te hanteren van rond de 1,50 euro, met acties waarbij de prijs nog verder zakt, wisten de autorijders het tankstation wel te vinden. Maar een gang naar de shop werd nauwelijks gemaakt.

Shop

”Ik heb twee uur met de ondernemer aan tafel gezeten om het faillissement te bespreken en in die tijd zijn minstens honderd klanten komen tanken. Maar slechts één klant wilde de shop in”, vertelt Van Tuijl. Een carwash is niet aanwezig op de locatie aan de Brasschaatstraat.

De omzet liep in de nieuwe constructie al snel terug van zo’n 40.000 naar ongeveer 20.000 euro per maand. ”De pomphouder heeft nog wel nagedacht over het starten met de verkoop van broodjes. Maar als je omzet al flink terugloopt, is dat toch een risico.” Die uitbreiding is er daarom nooit gekomen.

Omzetverlies

De huur die Beusenberg ontving, kon het omzetverlies niet compenseren. Hoeveel de pomphouder precies kreeg, is niet duidelijk. ”Maar het gaat niet om duizenden euro’s per maand”, aldus van Tuijl. Bovendien betaalt de ondernemer zelf ook huur aan de vastgoedeigenaar. Naast de pomphouder waren ook zijn echtgenote en één medewerker actief.

Wat er met de shop gaat gebeuren, is onduidelijk. ”Enkele pomphouders hebben zich wel gemeld. Maar als ze dan horen dat ze alleen de shop kunnen exploiteren en niet het voorterrein, haken ze af”, aldus de waarnemend curator.

Tom van Gurp