Pomphouder: met webshops en zonnestudio haal je meer uit je personeel
Pompmedewerkers kunnen veel meer dan alleen maar vakken vullen en brandstof afrekenen. Daarom is het belangrijk om na te denken over hoe je meer rendement uit je personeel haalt en daarbij open te staan voor afwijkende diensten en assortiment. Dat vindt tankstation-ondernemer Hans Oomen uit Oudenbosch. Hij startte mede daarom met een zonnestudio en enkele webshops in autobenodigdheden. âDaardoor staan mijn medewerkers minder vaak stil, hebben ze leuker contact met de klant en ontwikkelen ze zich. Dat is goed voor het personeel en goed voor mij als ondernemer.â
Oomen heeft in het Brabantse dorp Oudenbosch een autowascentrum, een autoshop, een autoreparatiebedrijf en een tankstation, dat hij samen met zijn dochter Jaimy en zoon Robin runt. Daarnaast heeft hij enkele webshops in autobenodigdheden. Opvallend aan de tankshop is dat er ook een zonnestudio in is gevestigd. Geen unicum in tankstationland, maar wel een tamelijk ongebruikelijke keuze voor een pomphouder.
Assortiment
âIk wilde iets anders doen met mijn winkel dan alleen maar het gebruikelijke shopassortiment verkopenâ, vertelt Oomen. âIk wilde iets toevoegen dat vooral vrouwen aanspreekt, onder andere omdat ik uitsluitend vrouwelijk personeel heb in mijn tankstation. Ook zocht ik naar iets dat klanten naar mijn vestiging trekt, die daar normaal gesproken nooit naar toe zouden komen.â
Een zonnestudio was er nog niet in Oudenbosch. Dat was voor de pomphouder een voorname reden om met de studio te starten. Dat het tevens goed te combineren was met andere taken van het personeel, was een andere belangrijke reden. Bovendien is hij ervan overtuigd dat een tankstation niet kan overleven met uitsluitend brandstof en standaard shopassortiment.
Personeelsleden
âDaarnaast is het leuker voor je personeelsleden. Zij kunnen en willen vaak veel meer dan alleen maar vakken bijvullen en brandstof verkopen. Mijn werknemers zijn nu ook zonneconsulent en webshopbeheerder. Ze hebben leuker contact met de klanten. Het is belangrijk om als ondernemer na te denken over hoe je meer rendement uit je personeel haalt. Mijn werknemers kunnen nu webshops bijhouden op momenten dat er weinig klanten in het station zijn. Dat is leuker voor ze en het voorkomt dat ze stil zitten.â
âMensen die naar mijn station komen om te zonnen, hebben vaak meer tijd en omdat je ze registreert weet je ook hun naam en woonplaats. Dat zorgt voor directer contact en je hebt hun contactgegevens voor allerlei acties. Als klanten komen tanken, willen ze het liefste zo snel mogelijk weer weg, omdat ze vaak niet hebben ingecalculeerd dat ze moeten tanken. Maar de zonnebankklant heeft wat meer tijd, wat voor de personeelsleden ook leuker is.â
Zonnebanken
Oomen begon anderhalf jaar geleden met drie zonnebanken. Inmiddels heeft hij er een vierde en een vijfde bijgeplaatst. Een zesde bank is al âstand byâ. âHet loopt dus goed. Bovendien pak je op een zonbeurt een mooie marge. Ik moet heel wat liters brandstof verkopen, wil ik een dergelijke marge halen.â
âBesef wel dat een zonnebank niet iets is, wat je er zomaar even bij doetâ, waarschuwt hij. âJe moet het managen als een apart bedrijf, waarbij andere zonnestudio’s je concurrenten zijn. Ook het personeel moet opgeleid worden en zich een paar keer per jaar laten bijscholen. Bovendien is Ă©Ă©n zonnebank al een forse investering en je moet Ă©cht de beste banken hebben. Anders komen de mensen niet. Dan heb je het al gauw over een bedrag van twintig- tot veertigduizend euro per bank. Voordeel is wel dat als de bank niet draait, hij ook niets kost. Bovendien is er geen sprake van derving, zoals bij foodproducten wel het geval is.â
Shopomzet
Voor de shopomzet heeft de zonnestudio niet veel gevolgen. Een enkeling neemt volgens Oomen wel een drankje mee, maar de meesten komen echt uitsluitend om te zonnen. âDe shopverkopen gaan ook niet zo hard als ik zou willen.”
“Kijk naar je klanten”, adviseert hij. “Het zijn de bestaande klanten die bij je binnenkomen en zij vergroten dus je shopomzet niet.” De ondernemer overweegt daarom het assortiment in zijn winkel te wijzigen. âIk denk dan vooral aan iets dat aansluit bij de wensen van nĂłg een nieuwe doelgroep en dat te koppelen aan een webshop. Een dergelijke manier van verkopen is niet meer weg te denken en redelijk eenvoudig te combineren met de baliewerkzaamheden van een tankstation-medewerker.”
Non-food
Bij de assortimentswijziging denkt Oomen vooral aan het non-food segment, waar de ondernemer sowieso veel van in zijn pompshop heeft. Naast de gebruikelijke bloemen en cadeau-artikelen, verkoopt hij onder andere sieraden en fotolijstjes. En ook opvallend, de shop heeft geen tegels maar vloerbedekking, omdat dit wat huiselijker toont.
âAls tankstation-ondernemer moet je op zoek naar andere verdienmodellen. Vooral met branchevreemde concepten. Je zou kunnen denken aan je hobby en die omzetten in een verkoopconcept met webshop. De expertise heb je immers al in huis. Wie nog goede ideeĂ«n heeft kan mij altijd bellen, om te bekijken of deze is om te zetten in een concept.”
Creatief
âDe komende jaren wordt het alleen maar minder, qua brandstofverkoop. Niet alleen aan de grens, maar overal. Autoâs worden steeds zuiniger en brandstof wordt vooral een trekker, een manier om mensen naar je station te krijgen. Veel meer dan dat je er je bedrijf mee kan financieren. Ik verwacht dan ook de komende jaren een forse sanering, waarbij veel tankstations moeten sluiten en de creatieve ondernemer overleeft.â
Als creatieve optie noemt hij onder meer het verhuren van je luifel aan andere bedrijven. âOp mijn luifel staat nu AutoT.nl. Dat is de naam van Ă©Ă©n van mijn webshops. Ik verhuur dus in feite mijn luifel aan een ander bedrijf. Al is dat andere bedrijf ook van mij.â
âMaar waarom zou je de naam van je tankstation op de luifel zetten, als je niet het merk voert van een grote oliemaatschappij,. Waarom zou je daar niet bijvoorbeeld Coca-Cola op zetten, en hen daarvoor laten betalen. Misschien dat tien procent van de passanten bij jou komt tanken, maar die andere negentig procent ziet wel je luifel. Daar kun je iets mee.â
Tom van Gurp