Gedupeerde grenspomphouders staan donderdag opnieuw voor de rechter. Bij de rechtbank in Den Haag eisen ze dat de Staat de accijnsverhoging van 1 januari 2014 terugdraait of anders compensatie uitkeert. In een eerdere rechtszitting kregen de tankstation-ondernemers nul op het rekest. Maar door de gevolgen van de gewraakte belastingmaatregel nog duidelijker voor het voetlicht te plaatsen, hopen ze toch de rechter aan hun zijde te krijgen.

Begin 2014 werd de accijns op benzine, diesel en lpg verhoogd. Door andere kleinere belastingverhogingen, daarvoor en daarna, gingen literprijzen steeds verder uit de pas lopen met de buurlanden. Daardoor zijn veel automobilisten en transportbedrijven over de grens gaan tanken.

Personeel ontslaan

Als gevolg daarvan daalden omzetten bij Nederlandse stations met tientallen procenten. Bij sommige locaties wordt zelfs gesproken over verliezen van zeventig tot tachtig procent. Veel tankstations hebben daardoor personeel moeten ontslaan, zijn onbemand verder gegaan of deden hun locatie van de hand aan kapitaalkrachtigere partijen.

Op een eerder moment is al een kort geding gevoerd in deze zaak. Hierbij trokken de grenspomphouders aan het kortste eind. Ook een poging tot mediation (overleg met de Staat) leverde uiteindelijk niets op. Daardoor zijn de gedupeerde ondernemers en hun belangenbehartigers Beta en Bovag gezamenlijk opnieuw naar de rechter gestapt.