Klimaatakkoord: werk aan de winkel voor tankstations
Tankstations en oliemaatschappijen staan komende jaren voor een flinke opgave. Die conclusie kan worden getrokken na een uitgebreide bestudering van de doelen die de Mobiliteitstafel in het Klimaatakkoord heeft opgesteld. Er worden tal van maatregelen genomen om rijden op benzine en diesel te ontmoedigen. Het aanschaffen en rijden in een emissieloze auto wordt komende jaren flink gestimuleerd. Tegelijkertijd wordt fors ingezet op het terugdringen van het aantal zakelijke autokilometers.
Bij het merendeel van de vierduizend tankstations in Nederland staat het voorterrein nog volledig in het teken van benzine en diesel. Gezien het aantal liters dat op dit moment verkocht wordt – vooral dankzij de aantrekkende economie – kunnen tankstations daar anno 2019 nog een goede boterham mee verdienen. Maar de doelen en de maatregelen die in het Klimaatakkoord staan, maken duidelijk dat de branche komende jaren flink aan de bak moet om ook op termijn toekomstbestendig te blijven. Bij de concessieverlening voor tankstations gaat het aanbieden van duurzame brandstoffen bovendien een veel grotere rol spelen dan nu het geval is. Dat hebben de Rijksoverheid, het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten met elkaar afgesproken.
Techniekneutrale stimulering
Centraal in de vergroening van de sector staat de beweging naar het gebruik van meer duurzame energie voor transport. In het Klimaatakkoord wordt benadrukt dat de fiscale stimulering van voertuigen techniekneutraal is en dus geldt voor alle emissieloze auto’s, naast stekkermodellen ook voor waterstof- en zonnecelauto’s.
Emissieloze auto’s blijven vrijgesteld van het betalen van BPM tot en met 2024, tot 2025 van het betalen van (het rijksdeel van) de motorrijtuigenbelasting. Voor particuliere auto’s die uitstootvrij zijn, wordt een aanschafsubsidie gehanteerd, voor zakelijke auto’s (tot 50.000 euro) een verlaagde bijtelling. Er komt een eenmalige innovatietoeslag op de aanschaf van niet-emissieloze personenauto’s, die komende jaren oploopt. De accijns op benzine en diesel wordt vanaf 2020 met 1 eurocent verhoogd, die van diesel per 2023 nog eens met 1 eurocent. Er komt daarnaast een verhoging van het basistarief in (het rijksdeel van) de motorrijtuigenbelasting voor fossiele auto’s.
Naast een gedragsverandering die moet leiden tot minder kilometers, meer deelauto’s, meer fietsen en OV, is het nodig dat er zo snel mogelijk een transitie plaatsvindt naar 0 procent fossiele brandstoffen in het vervoer. Dit vraagt om inzet op batterij (hernieuwbaar) elektrisch, groene waterstof, zonne-energie, hernieuwbare brandstoffen zoals synthetische brandstoffen en biobrandstoffen. De huidige praktijk waarbij geen inzet plaatsvindt van biobrandstoffen geproduceerd uit palmolie en sojaolie in Nederland, wordt voortgezet.
Elektrische personenauto’s
Er wordt komende jaren onder meer fors ingezet op het stimuleren van elektrische personenauto’s. Modellen met een stekker moeten rond 2025 concurrerend zijn voor auto’s die rijden op benzine en diesel. Ook wordt een snelle groei verwacht van elektrische bestelbusjes, OV-bussen en lichte vrachtauto’s. Dit heeft onder meer te maken met zero-emissie milieuzones die rond 2025 in veel binnensteden gehanteerd worden.
De groei van het aantal elektrische auto’s en andere voertuigen betekent dat er ingezet moet worden op het bouwen aan een laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen, inclusief eventuele netaanpassingen. Doel is om in 2030 alleen nog 100 procent emissieloze personenauto’s te verkopen. Realisatie van deze doelstelling leidt tot een vloot van circa 2 miljoen elektrische auto’s en een reductie van 3,5 Mton CO2. In 2030 zijn er minimaal 1,8 miljoen laadpunten nodig. Ook voor tankstations is hierbij een rol weggelegd, zo blijkt uit de plannen.
Rol van waterstof
De verwachting is dat rond 2030 zero-emissie de norm is, ook voor vrachtverkeer. Voor zwaar wegvervoer komen er naar verwachting steeds meer elektrische alternatieven op de markt, zowel batterij-elektrisch als waterstof. In de tussenliggende periode zullen voor zwaar transport komende jaren vooral tijdelijke alternatieven gebruikt worden, denk aan synthetische biobrandstoffen en bio-LNG als overgang naar zero-emissie energiedragers.
De ontwikkeling van waterstof is belangrijk als energiedrager, vooral voor zwaar transport. Afhankelijk van de marktontwikkelingen zijn aanvullende maatregelen nodig. Het H2 Platform stelt een Convenant stimulering waterstofmobiliteit op, samen met autoproducenten, brandstof- en waterstofleveranciers, leasemaatschappijen, zakelijke gebruikers en overige stakeholders.
50 waterstofstations in 2025
Het convenant heeft als ambitie de realisatie van vijftig waterstoftankstations, 15.000 personenauto’s op waterstof en 3000 zware voertuigen met een brandstofcel in 2025. Stakeholders hebben toegezegd zich via innovatie en schaalvergroting in te zetten voor een reductie van investeringskosten voor de tankinfrastructuur van gemiddeld 10 procent per jaar. Om deze doelen in 2025 te bereiken zullen deelnemers aan het H2 Platform en het Ministerie van I&W samenwerken om Europese fondsen maximaal aan te wenden.
Samenwerking is essentieel om stappen te kunnen zetten en de gestelde doelen te bereiken. Partijen hebben afgesproken dat de publiek-private samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van elektrisch rijden (Formule E-Team), waterstof (H2 Platform) en duurzame biobrandstoffen (Platform duurzame biobrandstoffen) worden voortgezet en geïntegreerd. Rijksoverheid, provincies en gemeenten gaan alle zeilen bijzetten om vergroening mogelijk te maken en zoeken vervoersregio’s en -bedrijven, netbeheerders, energieproducten en het bedrijfsleven op om dit te verspoedigen.
Alle maatregelen en doelen die in het Klimaatakkoord staan, zijn hier te vinden. Alle plannen die de Mobiliteitstafel heeft opgesteld vind je in hoofdstuk C2 (vanaf pagina 47).
Tijd dat de overheid de accijns en de (extra wegenbelasting)op LPG eens gaat verlagen. Want LPG is een van de schonere brandstoffen, naast CNG(aardgas). En een auto op LPG stoot 80% minder schadelijke stoffen uit in vergelijking met benzine; zeker met de leveranciers van de LPG apparatuur(Prins, VSI ect), die garanderen dat de prestaties van de auto gelijk of beter zijn.