Brancheorganisaties: elektrisch nog niet leidend, tankstations blijven nodig
De klimaatplannen voor CO2-reductie van personenauto’s houden onvoldoende rekening met de verwachte beschikbaarheid van elektrische auto’s, vindt de RAI Vereniging. En volgens BOVAG krijgt elektrisch rijden op enig moment de toekomst, maar daarmee zijn tankstations niet automatisch overbodig.
Beide brancheorganisaties reageren daarmee op het doorrekenen van de Nederlandse klimaatplannen door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB). Eerstgenoemde berekende vooral of de plannen daadwerkelijk leiden tot de beoogde CO2-reductie, laatstgenoemde keek voornamelijk naar de kosten voor burgers en het bedrijfsleven.
Het Klimaatakkoord heeft één doel: om klimaatverandering tegen te gaan moeten we in Nederland in 2030 bijna de helft (49 procent) minder broeikasgassen uitstoten dan we in 1990 deden. Het gaat om 48,7 megaton CO2-equivalenten. Onderzoekers rekenen met een equivalent omdat dat duidelijker is. Er zijn immers meer broeikasgassen dan CO2.
Onzekerheden
De reductie wordt volgens het PBL waarschijnlijk niet gehaald. In de slechtste situatie wordt het 31 megaton CO2-equivalenten, in het beste geval 52 megaton. Maar dat laatste is waarschijnlijk te rooskleurig. “Het ontwerp-akkoord kan leiden tot grote stappen in de energietransitie, maar er is nog veel werk aan de winkel”, schrijven de onderzoekers. “Er moeten (politieke) keuzes gemaakt worden waarmee onzekerheden over het precieze effect van de voorgestelde maatregelen afnemen.”
De grootste reductie wordt bereikt in de elektriciteitssector: tussen 18,3 en 21,0 megaton. De sector met daarna de grootste reductie is de industrie: tussen de 6,0 en 13,9 megaton. Maar het doel van 14,3 megaton wordt niet gehaald.
Biobrandstoffen
Ook in de mobiliteit is er met sprake van een forse emissiereductie: tussen de 4,2 en 8,0 megaton. Het doel van 7,3 megaton is dus te halen. Ook hier is de bandbreedte groot, erkennen de onderzoekers. “Dat komt door onzekerheid over de snelheid waarmee het aantal elektrische personenauto’s in Nederland zal toenemen, de mate van inzet van biobrandstoffen en de omvang van stedelijke zones voor zero-emissies van het goederenvervoer.”
Het CPB berekende de plannen door op financiële gevolgen. De rekenmeesters namen ook beleid mee dat al in de pijplijn zit. Ook zonder ontwerp-klimaatakkoord liggen er budgettaire, lasten- en inkomenseffecten in het verschiet, is de redenatie.
De overheidsuitgaven in het totale klimaat- en klimaatbeleid worden verhoogd met 4,4 miljard euro in 2030, concluderen de onderzoekers. Het totale klimaat- en energiebeleid verzwaart volgens hen de collectieve lasten met 5,2 miljard euro, waarvan 3,0 miljard euro voor gezinnen, 2,0 miljard euro voor bedrijven en 0,2 miljard euro voor het buitenland. Bedrijven zullen veel van die kosten doorberekenen aan burgers, verwacht het CPB.
Lage inkomensgroepen
Het totale klimaat- en energiebeleid tot en met 2030 leidt er volgens hen toe dat het gemiddelde inkomen van burgers achteruit gaat: 1,3 procent ten opzichte van 2018. Lagere inkomens gaan er tot en met 2030 meer op achteruit dan hogere inkomens. De achteruitgang voor de laagste inkomensgroep bedraagt 1,8 procent, voor de hoogste inkomensgroep gaat het om 0,8 procent.
Premier Mark Rutte wil de lasten anders gaan verdelen, zei hij tijdens een persconferentie na het bekend worden van de doorrekeningen. Bedrijven moeten meer gaan betalen, burgers minder, vindt hij. “Wat er voor mij, voor de coalitie, het kabinet uitspringt: dan is het van belang dat er meer balans komt. Dat er een eerlijkere verdeling komt. We zien dat de lasten, bijvoorbeeld in de energierekening, op dit moment teveel bij de huishoudens terecht komen en dat de verdeling tussen de burgers en de bedrijven dat die eerlijker moet. Dat betekent dat ik hier nu al wil uitspreken dat de belasting op de energierekening aanzienlijk gaan verlagen en dat we de belasting voor bedrijven gaan verhogen.”
Zijn reactie op de CO2-reductie is tweeledig. “Als je kijkt naar waar de planbureaus mee komen, dan moet je aan de ene kant vaststellen dat het nog niet genoeg is. Maar als je er door je oogharen naar kijkt, dan kun je ook vaststellen dat het wel kan lukken.”
Enorm wagenpark
Ook als na 2030 elektrisch en emissieloos rijden de nieuwe norm wordt, blijven tankstations nog heel lang nodig, stelt BOVAG-voorzitter Bertho Eckhardt in reactie op het doorrekenen van de plannen. Het gehele wagenpark is volgens hem na 2030 nog lang niet elektrisch. De auto thuis of op het werk opladen kan in veel gevallen niet, dus ook daar heeft het tankstation een rol.
Eckhardt geeft aan dat het omslagpunt waarop elektrisch of emissievrij rijden leidend wordt zeker bereikt wordt, al is lastig te voorspellen wanneer. Wel benadrukt hij dat het zonder hulp van de overheid voor veel mensen ook de komende jaren lastig blijft die overstap te maken. Hoe dan ook blijft het tankstationnetwerk in Nederland nodig, betoogt de BOVAG-voorzitter. Als in 2030 alle nieuwverkochte auto’s uitstootvrij zijn, is er immers nog een enorm wagenpark waar dat niet voor geldt.
Waterstof
Bovendien is ook op langere termijn voor de deur opladen niet voor iedereen weggelegd. Het huidige fijnmazige netwerk van ruim vierduizend tankstations biedt dan volgens de BOVAG uitkomst, zeker zodra het mogelijk wordt om binnen een paar minuten een accu ‘vol te tanken’. Eckhardt: “Dan kan het opladen van een accu net zo normaal worden als het volgooien van een tank, hetgeen straks overigens ook waterstof kan zijn. Ook op deze ontwikkelingen bereiden we onze leden met een tankstation al voor.”
Ook de RAI Vereniging kwam met een reactie. In Nederland zijn de komende vijf jaar nog niet voldoende elektrische auto’s beschikbaar om de gezamenlijke CO2-doelen te realiseren, stelt de brancheorganisatie. De RAI wil CO2-besparing voor veel meer automobilisten mogelijk maken en dringt naast elektrisch, het volledig potentieel van CO2-vrije en zuinige technologieën wordt benut. Aansluiten bij het aanbod in Europa is hierbij erg van belang.
Gevarieerd aanbod
“Het Kabinet wil dat er in 2030 nieuw alleen nog maar emissievrije auto’s worden verkocht”, zegt Steven van Eijck, voorzitter sectie Personenauto’s RAI Vereniging. “Binnen deze kaders moest de Mobiliteitstafel tot een akkoord komen. Vanuit Europees perspectief is dat gewoon niet haalbaar. Komende jaren breiden de fabrikanten hun productiecapaciteit op grote schaal uit. In 2030 is daardoor ongeveer 30 procent van alle geproduceerde auto’s volledig elektrisch. Het huidige klimaatplan sluit daar niet bij aan.”
Van Eijck pleit onder meer voor verjonging van het wagenpark met andere elektrische en CO2-zuinige modellen. Daarmee kunnen de eerste vijf jaar worden overbrugd: “Daarna is er een voldoende breed en gevarieerd aanbod van waterstof- en batterij-elektrische auto’s op de Nederlandse markt beschikbaar.”
Met medewerking van Vincent Krabbendam