Klimaatakkoord: accijns op diesel wel verhoogd, die op benzine niet
De accijns op diesel wordt in 2021 met een eurocent verhoogd, in 2023 komt daar nog eens een cent bij. De accijnsverhoging voor benzine is uit het 239 pagina’s tellende document van het Klimaatakkoord geschrapt. In de conceptversie werd er voor zowel diesel als benzine nog een verhoging voorgesteld.
Het 239 pagina’s tellende document werd vrijdag door het kabinet gepresenteerd. Naast de accijnsverhoging op diesel staan er nog meer zaken te veranderen op het gebied van autobelastingen. Het huidige systeem bestaat uit een mix van belasten van bezit en belasten naar gebruik van fossiele brandstoffen via de accijnsheffing. Aangezien elektrisch rijden in opkomst is – en daardoor een deel van de accijnsinkomsten wegvalt – moet gezocht worden naar een manier om dit te compenseren. Kortom, een vorm van kilometerheffing.
Het kabinet gaat drie varianten van betalen naar gebruik onderzoeken. Het beprijzen per kilometer van alleen elektrische auto’s. Er vindt geen differentiatie plaats naar tijd of plaats en er wordt geen spitsheffing onderzocht. De tweede optie is een tijd- en plaatsgebonden heffing met uitzondering van een spitsheffing voor het hele wagenpark. De derde mogelijkheid is een emissie-, tijd- en plaatsgebonden heffing voor het hele wagenpark.
Bijtelling elektrische auto’s
Ook aan een aantal voordelen die eigenaren van een elektrische auto hebben, wordt gesleuteld. Voor zakelijke emissieloze auto’s wordt over een maximum van 50.000 euro van de catalogusprijs (voor batterij-elektrisch) een verlaagde bijtelling gehanteerd. Dat maximum zakt in 2020 naar 45.000 euro en zal vervolgens verder zakken tot 40.000 euro in 2021. De verlaagde bijtelling begint bij 8% (2020) en stijgt naar 12% in 2021 en naar 16% in 2022.
Voor innovatieve emissieloze auto’s die zich nog niet in de markt bewezen hebben, zoals de waterstof- en de zonnecelauto, geldt dat de invoering van het maximumbedrag in de bijtelling wordt uitgesteld tot na 2024. Over de precieze invoering hiervan vindt nog nader overleg plaats.
Ook worden de regels voor de motorrijtuigenbelasting (mrb) rondom emissieloze auto’s aangescherpt. Emissieloze auto’s blijven vrijgesteld van het betalen van de BPM tot en met 2024. In 2025 betalen zij een vaste voet van 360 euro per auto en betalen de bestuurders van deze auto’s een percentage van de mrb van 25 procent. Vanaf 2026 zal dit het volle bedrag worden.
Emissievrij
Het kabinet wil verder alle zeilen bijzetten om in 2030 alleen nog emissievrije auto’s te verkopen. Er wordt verder geïnvesteerd in het realiseren van een laadnetwerk en auto’s die rijden op waterstof worden gestimuleerd. Particulieren die over willen stappen op een elektrische auto komen in aanmerking voor een subsidie. In eerste instantie werd gesproken over 6.000 euro, dat bedrag zou nu teruggebracht worden naar 3.000 euro.
Overheid, netbeheerders, bedrijfsleven en brancheorganisaties hebben gezamenlijk een Nationale Agenda Laadinfrastructuur opgesteld. De afspraken in deze agenda leiden tot een landelijke dekking van (snel)laadpunten en voorzien in de laadbehoefte van het groeiende aantal elektrische voertuigen. Naast het uitbreiden van de laadinfrastructuur moet de informatievoorziening over de locatie en beschikbaarheid van laadpunten verbeterd worden. De aandacht voor laadprijstransparantie, het gebruik van open protocollen in de laadketen en een open laadmarkt moet flink vergroot worden.
Alternatieven voor elektrisch vervoer
Ook voor zwaar wegvervoer komen er steeds meer elektrische alternatieven, zowel batterijelektrisch als waterstof in gebruik. Tijdelijk gebruikt zwaar wegvervoer duurzame en synthetische biobrandstoffen als overgangsbeleid naar zero-emissie energiedragers. Deze biobrandstoffen worden bij voorkeur gebruikt voor modaliteiten waarvoor nog geen alternatieven voorhanden zijn. De ontwikkeling van waterstof is volgens het kabinet belangrijk als energiedrager, vooral voor zwaar transport. Afhankelijk van de marktontwikkelingen zijn aanvullende maatregelen nodig. Binnen het personenvervoer wordt uitgegaan van 15.000 brandstofcel-voertuigen (FCEV = Fuel Cell Electric Vehicles) in 2025, mogelijk doorgroeiend naar 300.000 voertuigen in 2030.
De verwachte energiebehoefte aan waterstof bedraagt bij bovenstaande aantallen 141 miljoen kg per jaar in 2030. Voor waterstof wordt daarom in 2020 een ambitieus convenant met de sector afgesloten om de doelen in het Klimaatakkoord te kunnen realiseren. Het kabinet ziet in de toekomst een belangrijke rol weggelegd voor waterstof als energiedrager in mobiliteit, vooral voor zwaar transport, bijvoorbeeld vrachtwagens, OV-bussen en mogelijk ter vervanging van dieseltreinen.
Levensduur accu’s
Een groot aantal partijen, waaronder Rijksoverheid, ANWB, BOVAG, DOET, RAI Vereniging en de Vereniging Elektrische Rijders, gaat zich inzetten om inzicht in de levensduur en oplaadcapaciteit van een gebruikte elektrische auto voor de consument Europeesrechtelijk af te dwingen en daar gezamenlijk de lobby voor te voeren. Op basis van dit inzicht wordt het ook mogelijk voor marktpartijen om verlengde garantieproducten te ontwikkelen, gericht op de tweedehandsmarkt. Partijen voeren zo spoedig mogelijk een uniforme batterijcheck in.
Lees ook:
Vreemd, men wil CO2 uitstoot reduceren en ontmoedigt het rijden op diesel. Dit slaat helemaal nergens op.
Mijn diesel gebruikt gemiddeld 5.7 ltr per 100 kilometer , mijn vorige benzine auto 8.3 ltr per 100 km…
De diesel stoot dus minder CO2 uit , 142 tegen 178.
Wat is de ratio van de overheid ?