Overname Europese norm specificatie E10-benzine

E10, biobrandstof, tankpistool

De Europese specificatie voor benzine met 10% ethanol, EN 228, staat op het punt in Nederland te worden overgenomen. Dat meldt de NEN, het nationale normalisatie-instituut. Deze norm maakt onderscheid tussen benzine met een laag en een hoog aandeel aan zuurstofhoudende componenten, zoals bio-ethanol.

“Dit betekent dat goed gekeken dient te worden naar wat feitelijk in de Nederlandse wet geregeld was over de verkoop van benzine en de daarbij gewenst aanduidingen om de automobilist te informeren”, meldt de NEN. De definitieve tekst komt binnenkort beschikbaar.

Benzinepompen

De normcommissie heeft eind 2012 een aparte taakgroep opgesteld. Deze had de taak om te kijken wat verplicht was op de Nederlandse markt, in hoeverre dat overeenkwam met de keuzes in omliggende landen en ook wat de Nederlandse marktpartijen, verzameld in de VNPI en NOVE, acceptabel vonden. Feit is namelijk dat de keus die in NEN-EN 228 wordt aangehaald – al dan niet wettelijk verplicht – door alle Nederlandse benzinepompen overgenomen moet worden.

De benzinespecificatie is nu in lijn gebracht met de eisen uit o.a. het Warenwetbesluit Benzine en het Besluit Brandstoffen Luchtverontreiniging. Daarbij is er voor gekozen om bio-benzine met een gehalte aan ethanol van meer dan 5% te voorzien van een speciale tekstuele en visuele (E10) aanduiding.

Ethanol

Dit onderscheid met benzine met lagere hoeveelheden ethanol is noodzakelijk. Oudere voertuigen zijn niet altijd uitgerust zijn voor het gebruik van deze E10 benzine. Daarom moet dergelijke consumentinformatie vanaf 1 mei op alle Nederlandse pompen zijn te vinden.

Verder legt de tekst de vluchtigheidsklassen van de benzine in de loop van het jaar vast als ook hoe de benzinepompen ter controle van de kwaliteit bemonsterd dienen te worden.

Onderwerpen: , , , , , ,

Auteur: Bart Pals

Overname Europese norm specificatie E10-benzine | MobilityEnergy.com

Overname Europese norm specificatie E10-benzine

E10, biobrandstof, tankpistool

De Europese specificatie voor benzine met 10% ethanol, EN 228, staat op het punt in Nederland te worden overgenomen. Dat meldt de NEN, het nationale normalisatie-instituut. Deze norm maakt onderscheid tussen benzine met een laag en een hoog aandeel aan zuurstofhoudende componenten, zoals bio-ethanol.

“Dit betekent dat goed gekeken dient te worden naar wat feitelijk in de Nederlandse wet geregeld was over de verkoop van benzine en de daarbij gewenst aanduidingen om de automobilist te informeren”, meldt de NEN. De definitieve tekst komt binnenkort beschikbaar.

Benzinepompen

De normcommissie heeft eind 2012 een aparte taakgroep opgesteld. Deze had de taak om te kijken wat verplicht was op de Nederlandse markt, in hoeverre dat overeenkwam met de keuzes in omliggende landen en ook wat de Nederlandse marktpartijen, verzameld in de VNPI en NOVE, acceptabel vonden. Feit is namelijk dat de keus die in NEN-EN 228 wordt aangehaald – al dan niet wettelijk verplicht – door alle Nederlandse benzinepompen overgenomen moet worden.

De benzinespecificatie is nu in lijn gebracht met de eisen uit o.a. het Warenwetbesluit Benzine en het Besluit Brandstoffen Luchtverontreiniging. Daarbij is er voor gekozen om bio-benzine met een gehalte aan ethanol van meer dan 5% te voorzien van een speciale tekstuele en visuele (E10) aanduiding.

Ethanol

Dit onderscheid met benzine met lagere hoeveelheden ethanol is noodzakelijk. Oudere voertuigen zijn niet altijd uitgerust zijn voor het gebruik van deze E10 benzine. Daarom moet dergelijke consumentinformatie vanaf 1 mei op alle Nederlandse pompen zijn te vinden.

Verder legt de tekst de vluchtigheidsklassen van de benzine in de loop van het jaar vast als ook hoe de benzinepompen ter controle van de kwaliteit bemonsterd dienen te worden.

Onderwerpen: , , , , , ,

Auteur: Bart Pals