De accijnsopbrengst op diesel en lpg heeft in het afgelopen jaar 102 miljoen euro meer opgebracht dan het jaar ervoor. Dat zei staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes woensdag in de Tweede Kamer. De opbrengst is 48 miljoen euro minder dan het kabinet had begroot. Oppositiepartijen, brancheverenigingen en grenspomphouders twijfelen aan de cijfers. Zij denken dat de werkelijke opbrengst veel lager is.

Begin vorig jaar verhoogde het kabinet de accijnzen op diesel en lpg. Samen met de btw-verhoging van 2012 en de jaarlijkse inflatiecorrectie, ook op benzine, zorgde dit ervoor dat de brandstofprijzen in Nederland flink uit de pas zijn gaan lopen met de concurrentie in de buurlanden. Grensbewoners en truckers tanken daarom massaal over de grens, waardoor bij Nederlandse tankstations de omzetten met tientallen procenten terugliepen.

Teleurstellend

In totaal kreeg het kabinet, volgens Wiebes, 3,8 miljard euro aan diesel- en lpg-accijnzen binnen in het afgelopen jaar. Op benzine kwam ruim vier miljard euro aan accijns binnen. Dat is negentien miljoen euro minder dan vorig jaar.

Wiebes noemde de cijfers teleurstellend. Hij had aanvankelijk gehoopt op zo’n 280 miljoen euro aan extra inkomsten op diesel en lpg. Hij stelde dat medio vorig jaar bij naar 150 miljoen, maar kreeg dus uiteindelijk ongeveer honderd miljoen binnen. Ondanks de tegenvallende opbrengst is de bewindsman niet van plan om het accijnsbeleid aan te passen. Hoeveel de daadwerkelijk brandstofverkopen zijn geweest in 2014 wordt waarschijnlijk binnenkort bekendgemaakt.

Lees ook: Grenspomphouders willen overleg met kabinet hervatten