Rabobank: Vraag naar biobrandstoffen daalt na 2030
De verduurzaming van het wegtransport in de Europese Unie heeft een dalende vraag naar biobrandstoffen als gevolg. Vooral na 2030 zal de impact op zowel fossiele als biobrandstoffen merkbaar worden. Dat concludeert de Rabobank in het rapport The Impact of EU Road Transport.
De langetermijnvooruitzichten voor biobrandstoffen zien er volgens het onderzoek niet gunstig uit. Om de CO2-uitstoot te reduceren is het belangrijk dat traditionele biobrandstoffen, hernieuwbare elektriciteit, groene waterstof en andere geavanceerde biobrandstoffen samenkomen. Omdat de regelgeving volgens het rapport in verschillende landen auto’s met een verbrandingsmotor tegen 2035 verbiedt, zal dit het wagenpark langzaam vervangen en de vraag naar fossiele brandstoffen en biobrandstoffen al in 2025 negatief beïnvloeden, met een grotere impact na 2030.
Fit for 55
In het plan Fit for 55, dat de Europese Unie in juli dit jaar presenteerde, staat dat de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met minstens 55 procent verminderd moet zijn ten opzichte van 1990. “De sector van het wegvervoer levert veruit de grootste bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen en vertegenwoordigt 22 procent van het totale aandeel in de uitstoot van de hele industrie in de EU. Dit verklaart de noodzaak van een strikter beleid in deze sector, met name voor personenauto’s, die verantwoordelijk zijn voor 61 procent van de emissies van het wegvervoer”, aldus Rabobank-analist Maria Afonso.
De weg naar verduurzaming is voornamelijk gericht op de elektrificatie van het wagenpark en het gebruik van hernieuwbare of groene waterstof in zware en commerciële voertuigen. Op de korte termijn tot 2025 voorspelt de Rabobank dat, gezien de hogere vervangingsgraad van dieselvoertuigen, de vraag naar diesel en biodiesel in hetzelfde tempo zal dalen: met bijna 4 procent ten opzichte van het niveau van 2020. Daarentegen zal de vraag naar benzine en bio-ethanol tot 2025 naar verwachting met 5 procent toenemen, aangezien het langer zal duren voordat de vervangingssnelheid van benzineauto’s effect heeft.
Sterke daling verwacht
In de jaren daarna zal een steilere daling te zien zijn, wanneer nieuwe technologieën het oude wagenpark beginnen te vervangen. “Tegen 2030 verwachten we dat de vraag naar diesel 10 procent onder het niveau van 2020 zal liggen en de vraag naar bio-ethanol 5 procent daalt. Tegen 2050 zal de vraag naar biobrandstoffen meer dan de helft lager liggen dan het niveau van 2020”, legt Afonso uit.
De vooruitzichten op lange termijn, na 2045, zien er niet goed uit. Tegen die tijd zal het grootste deel van het wagenpark in de EU zijn vervangen door elektrische voertuigen en waterstofvoertuigen. De verwachte daling van de vraag naar biobrandstoffen zal de biobrandstofbedrijven er waarschijnlijk toe aanzetten op zoek te gaan naar alternatieve toepassingen voor hun producten.
Lees ook:
- Eerste Nederlandse bio-LNG-installatie geopend
- NOVE benadrukt belang van alternatieve brandstoffen in nieuwe campagne
- Nederlandse Biodiesel uit Afval Alliantie: ‘Maak van B7 een B10’
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding
Bent u al abonnee?