Geen herinvesteringsreserve na winst verkoop tankstation

rechtbank

Een tankstation-ondernemer die zijn tankstation verkocht met een boekwinst van ruim € 1 miljoen, heeft niet kunnen aantonen dat hij zijn onderneming ergens anders wilde voortzetten. Daardoor mag hij zijn boekwinst niet in een herinvesteringsreserve onderbrengen. De ondernemer is terecht terug gefloten door de fiscus, zo oordeelde Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Hij moet dus een fiks bedrag aan de Belastingdienst afdragen.

Op 11 januari 2007 heeft de ondernemer de woning en zijn tankstation verkocht voor respectievelijk € 550.000 en € 1.350.000. Tot 1 februari 2007 exploiteerde belanghebbende het tankstation als ondernemer. Het tankstation behoorde voor hem tot zijn ondernemingsvermogen, de woning tot zijn privévermogen.

Verkoop tankstation

Per 31 december 2006 was de boekwaarde van het tankstation € 298.507,17 en van de inventaris € 7.202,34. De boekwinst op de verkoop van het tankstation (inclusief inventaris) was € 1.044.290. De koper is het tankstation gaan verhuren, in afwachting van de mogelijkheid van nieuwbouw op die plek.

Op 7 juni 2010 heeft de voormalig tankstation-ondernemer enkele onroerende zaken gekocht. De koopsom van de onroerende zaken was € 830.000. Het zijn twee winkelpanden, één horecapand en drie appartementen. Van de appartementen is er één bestemd als eigen woning. De overige onroerende zaken worden verhuurd. Volgens de ondernemer behoorden de onroerende zaken vóór de aankoop tot een onderneming van zijn schoonmoeder.

Boekwinst

De belasting-inspecteur legde aan de voormalig tankstation-ondernemer een belastingaanslag op over 2007, opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 1.600.000. De onder vermelde boekwinst is hierin begrepen. Er is € 112.428 heffingsrente in rekening gebracht.

De tankstation-ondernemer heeft daartegen bezwaar gemaakt. De belastingdienst verklaarde het bezwaar echter ongegrond. Nadat beroep was ingesteld heeft de inspecteur de aanslag met dagtekening 16 augustus 2012 ambtshalve verminderd tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 957.876 en een inkomen uit sparen en beleggen van € 9.589. Op de verminderde aanslag staat een bedrag van € 66.841 aan heffingsrente vermeld.

Inspecteur

Het geschil tussen de ondernemer en de inspecteur ging erover of de boekwinst behaald op de verkoop van het tankstation bij het bepalen van de winst uit onderneming over 2007 buiten aanmerking kan blijven. De ondernemer vindt van wel, de inspecteur vindt van niet. Over de verlaging bestaat geen dispuut.

De ondernemer heeft in januari 2007 het tankstation verkocht. Hij heeft gesteld dat hij voornemens was een ander, kleiner tankstation te kopen en aldus zijn onderneming elders voort te zetten. Ter onderbouwing van zijn stelling heeft belanghebbende aangevoerd dat hij regelmatig in een vakblad keek dan wel zijn adviseur had gevraagd dat te doen.

Tankstation

De inspecteur heeft hiertegen aangevoerd dat er geen enkel bewijs is dat belanghebbende de onderneming elders wilde voortzetten en dat belanghebbende na de verkoop in 2007 geruime tijd in Italië heeft verbleven, wat er niet op duidt dat hij naar een ander tankstation zocht.

“Naar het oordeel van de rechtbank heeft de ondernemer met hetgeen hij heeft aangevoerd, tegenover de gemotiveerde betwisting door de inspecteur, niet aannemelijk gemaakt dat hij voornemens was de onderneming elders voort te zetten. De rechtbank is van oordeel dat belanghebbende zijn onderneming door de verkoop en levering van het tankstation in 2007 heeft gestaakt”, aldus de rechter. Hij vindt dus niet dat de ondernemer het geld in een herinvesteringsreserve kan onderbrengen.

Stakingswinst

De ondernemer deed nog wel een beroep op artikel 3.64 Wet IB 2001, maar dat was tevergeefs. Dit artikel maakt het weliswaar mogelijk om de stakingswinst door te schuiven, maar uitsluitend als de staking het gevolg is van overheidsingrijpen. Dit was in deze zaak echter niet aan de orde.

Bart Pals

Auteur: Bart Pals

Geen herinvesteringsreserve na winst verkoop tankstation | MobilityEnergy.com

Geen herinvesteringsreserve na winst verkoop tankstation

rechtbank

Een tankstation-ondernemer die zijn tankstation verkocht met een boekwinst van ruim € 1 miljoen, heeft niet kunnen aantonen dat hij zijn onderneming ergens anders wilde voortzetten. Daardoor mag hij zijn boekwinst niet in een herinvesteringsreserve onderbrengen. De ondernemer is terecht terug gefloten door de fiscus, zo oordeelde Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Hij moet dus een fiks bedrag aan de Belastingdienst afdragen.

Op 11 januari 2007 heeft de ondernemer de woning en zijn tankstation verkocht voor respectievelijk € 550.000 en € 1.350.000. Tot 1 februari 2007 exploiteerde belanghebbende het tankstation als ondernemer. Het tankstation behoorde voor hem tot zijn ondernemingsvermogen, de woning tot zijn privévermogen.

Verkoop tankstation

Per 31 december 2006 was de boekwaarde van het tankstation € 298.507,17 en van de inventaris € 7.202,34. De boekwinst op de verkoop van het tankstation (inclusief inventaris) was € 1.044.290. De koper is het tankstation gaan verhuren, in afwachting van de mogelijkheid van nieuwbouw op die plek.

Op 7 juni 2010 heeft de voormalig tankstation-ondernemer enkele onroerende zaken gekocht. De koopsom van de onroerende zaken was € 830.000. Het zijn twee winkelpanden, één horecapand en drie appartementen. Van de appartementen is er één bestemd als eigen woning. De overige onroerende zaken worden verhuurd. Volgens de ondernemer behoorden de onroerende zaken vóór de aankoop tot een onderneming van zijn schoonmoeder.

Boekwinst

De belasting-inspecteur legde aan de voormalig tankstation-ondernemer een belastingaanslag op over 2007, opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 1.600.000. De onder vermelde boekwinst is hierin begrepen. Er is € 112.428 heffingsrente in rekening gebracht.

De tankstation-ondernemer heeft daartegen bezwaar gemaakt. De belastingdienst verklaarde het bezwaar echter ongegrond. Nadat beroep was ingesteld heeft de inspecteur de aanslag met dagtekening 16 augustus 2012 ambtshalve verminderd tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 957.876 en een inkomen uit sparen en beleggen van € 9.589. Op de verminderde aanslag staat een bedrag van € 66.841 aan heffingsrente vermeld.

Inspecteur

Het geschil tussen de ondernemer en de inspecteur ging erover of de boekwinst behaald op de verkoop van het tankstation bij het bepalen van de winst uit onderneming over 2007 buiten aanmerking kan blijven. De ondernemer vindt van wel, de inspecteur vindt van niet. Over de verlaging bestaat geen dispuut.

De ondernemer heeft in januari 2007 het tankstation verkocht. Hij heeft gesteld dat hij voornemens was een ander, kleiner tankstation te kopen en aldus zijn onderneming elders voort te zetten. Ter onderbouwing van zijn stelling heeft belanghebbende aangevoerd dat hij regelmatig in een vakblad keek dan wel zijn adviseur had gevraagd dat te doen.

Tankstation

De inspecteur heeft hiertegen aangevoerd dat er geen enkel bewijs is dat belanghebbende de onderneming elders wilde voortzetten en dat belanghebbende na de verkoop in 2007 geruime tijd in Italië heeft verbleven, wat er niet op duidt dat hij naar een ander tankstation zocht.

“Naar het oordeel van de rechtbank heeft de ondernemer met hetgeen hij heeft aangevoerd, tegenover de gemotiveerde betwisting door de inspecteur, niet aannemelijk gemaakt dat hij voornemens was de onderneming elders voort te zetten. De rechtbank is van oordeel dat belanghebbende zijn onderneming door de verkoop en levering van het tankstation in 2007 heeft gestaakt”, aldus de rechter. Hij vindt dus niet dat de ondernemer het geld in een herinvesteringsreserve kan onderbrengen.

Stakingswinst

De ondernemer deed nog wel een beroep op artikel 3.64 Wet IB 2001, maar dat was tevergeefs. Dit artikel maakt het weliswaar mogelijk om de stakingswinst door te schuiven, maar uitsluitend als de staking het gevolg is van overheidsingrijpen. Dit was in deze zaak echter niet aan de orde.

Bart Pals

Auteur: Bart Pals