‘Artikel 7:290 BW is valkuil bij verhuur van je tankstation’
Hoe zorg je ervoor dat je de juiste prijs krijgt voor het verhuren van je tankstation? Welke partijen zijn interessant? En waar moet je op letten als je een contract ondertekent? Samen met adviseur Peter Waterham zetten we tips en tricks op een rijtje om te voorkomen dat je achteraf spijt krijgt van de gezette handtekening.
Bij het verhuren van een tankstation moet je niet over één nacht ijs gaan. “Het klinkt misschien als een cliché, maar het is echt heel belangrijk om goed in beeld te hebben met welke afspraken je akkoord gaat. Ik word geregeld ingeschakeld door ondernemers die erachter komen – soms na flink wat jaren – dat ze hun handtekening hebben gezet onder een contract waar ze achteraf toch niet zo gelukkig mee zijn. En dan is het vaak te laat”, vertelt Peter Waterham van Tankstation Advies.
Een grote valkuil is dat de huurovereenkomst voor tankstations, zowel bij onbemande als bemande locaties, onder artikel 7:290 BW valt. Daarbij heeft de huurder huurbescherming. “Je krijgt een hurende partij er vaak heel moeilijk af, ook na een vaste verhuurperiode. Als deze de huur altijd netjes heeft betaald en er in het contract geen aparte afspraak is gemaakt voor de verhuurperiode – en deze is goedgekeurd door de kantonrechter – dan sta je als verhuurder voor een aardige opgave.”
Kleine lettertjes
Waterham adviseert om geen gebruik te maken van standaard huurcontracten van oliemaatschappijen. “Laat je adviseur zelf de zaken op papier zetten. Contracten van oliemaatschappijen zijn vaak volledig uitgekristalliseerd en geschreven vanuit de huurder. Daarbij worden de kleine lettertjes nog wel eens vergeten. Op het gebied van onderhoud bijvoorbeeld.” De huurder is vaak verantwoordelijk voor het onderhoud van het tankstation. Maar dat wil niet zeggen dat hij ook de factuur krijgt. “Het komt regelmatig voor dat een verhuurder opdraait voor deze kosten, terwijl hij denkt dat het bedrag – dat flink kan oplopen – voor rekening komt van de partij die de locatie huurt.”
Waterham vindt overigens dat huurbescherming eigenlijk niet toekomt aan de grotere oliemaatschappijen. “Dit artikel is vooral in het leven geroepen voor kleinere partijen. Het voortbestaan van een grote oliemaatschappij hangt echt niet af van een bepaalde locatie. Ze maken er handig gebruik van. Begrijpelijk, maar je kunt je afvragen in hoeverre dit nog standhoudt in de toekomst.”
Locatie in kaart brengen
Bij het bepalen welke keuze je maakt voor je tanklocatie zijn er verschillende opties. “Die zijn vooral afhankelijk van het soort locatie. Daarom is het belangrijk om goed in kaart te brengen wat de mogelijkheden zijn. Hoe ziet het gebied eruit? Welke concurrenten zijn er? Hoeveel liters verkoop je? Hoe ziet de infrastructuur eruit? Wat zijn de plannen voor het gebied in de komende jaren? Komt er wellicht een nieuw industrieterrein of een nieuwbouwwijk in de buurt? Of wordt er een weg aangelegd of verlegd?” Al die aspecten moet je volgens Waterham meenemen bij het maken van een goede afweging.
“Afgelopen jaren is het aantal tankstations licht afgenomen. Dat aantal zal komende jaren licht dalen, vermoed ik. Maar voorlopig is er nog wel een goede boterham te verdienen met het verhuren van stations die op een interessante locatie liggen. Fossiele brandstoffen blijven nog voldoende in trek. Het huidige wagenpark rijdt nog vooral op benzine en diesel. Dat verandert niet van de ene op de andere dag. De vraag naar fossiel blijft zeker komende tien jaar groot genoeg. Er zijn voor goede locaties dus zeker nog volop verhuurmogelijkheden.”
Op jacht
Op dit moment is een aantal partijen actief op jacht naar nieuwe locaties. Zij zetten in op het uitbreiden van het netwerk aan tankstations. “Het gaat daarbij onder meer om Fieten Olie, Sakko en Total Express. Dat is ook duidelijk terug te zien in hun scherpe brandstofprijzen aan de pomp. Je kunt uiteraard ook bewust kiezen voor een partij die wat behoudender te werk gaat. De optelsom is bepalend. Het gaat er uiteindelijk om hoe het plaatje er onder de streep uit komt te zien. En welke afspraken je kunt en wilt maken met een huurder. Dat is uiteindelijk echt aan de ondernemer.”
Laat je vooral ook niet leiden door tekengeld, dat je wordt aangeboden als je ‘nu’ een overeenkomst aangaat. “Wij maken voor de verhuurder vooraf een berekening wat de huurwaarde is van zijn locatie. Halen wij die huurprijs niet op in de markt, dan betaalt hij aan ons geen vergoeding voor onze diensten. No cure no pay. Bij de laatste tien opgestelde contracten hebben wij gemiddeld een 55 procent hogere huurprijs voor de verhuurder opgehaald dan zij in de afgelopen jaren ontvingen.”
Naast het verhuren van een locatie is er nog een optie: het verkopen van de grond. “Natuurlijk is de plaats daarbij altijd heilig. Welke kansen liggen er? Wat wil een gemeente of investeerder mogelijk met deze grond? Kunnen er huizen of appartementen gebouwd worden, dan kan dit zeker een interessante afweging zijn.” Waterham adviseert ondernemers vooral om echt alle mogelijkheden op een rijtje te zetten en de tijd te nemen voor het maken van de beste beslissing. “Zorg voor een realistisch beeld en probeer in te spelen op kansen. En bovenal: ga niet zomaar akkoord met een contract. Wees altijd kritisch. Want als eenmaal de krabbel gezet is, kun je niet meer terug…”
Lees ook:
wanneer waterstof dat
waarom geen waterstof punt