15 maanden cel voor overval op tankstation
Voor zijn betrokkenheid bij een gewapende overval op een tankstation in Wognum is een man veroordeeld tot vijftien maanden cel, waarvan zes maanden voorwaardelijk. De man leverde een vuurwapen en munitie aan mensen waarvan hij wist dat ze hiermee een overval wilden plegen.
Hij had de revolver en de munitie een week eerder gekocht en gaf ze aan personen die het wapen tijdens de overval gebruikten om medewerkers van het tankstation te bedreigen. Omdat er naast het personeel ook diverse andere mensen aanwezig waren, rekent de rechter het de betrokkenen zwaar aan dat hun acties zoveel impact op onschuldige mensen en de maatschappij als geheel hebben gehad.
Opnieuw in de fout
Het helpt de verdachte in deze zaak ook niet dat hij niet bepaald van onbesproken gedrag was voordat hij de overvallens zijn wapen gaf. Hij is eerder veroordeeld voor een overval op een winkel en voor vuurwapenbezit. Reclassering Nederland schat bovendien in dat de kans dat de man weer in de fout zal gaan aanzienlijk is. Die dienst adviseerde dan ook dat aan een eventuele (voorwaardelijke) celstraf diverse bijzondere voorwaarden worden gesteld, zoals een meldplicht bij de reclassering, en locatiegebod en – verbod en, begeleid wonen en een behandeltraject. De officier van justitie eiste vijftien maanden cel waarvan negen voorwaardelijk, en daarbij een reeks bijzondere voorwaarden zoals voorgesteld door de reclassering.
Medeplichtig
Voor de rechter is duidelijk dat de man betrokken is bij de overval op het tankstation. Voor het daadwerkelijke overvallen van een tankstation onder bedreiging van geweld kan een onvoorwaardelijke celstraf van twee jaar worden opgelegd, al is de man in deze context dus geen uitvoerder maar medeplichtige. Verboden wapenbezit is door de bank genomen goed voor acht maanden. De rechter weegt in strafverzwarende zin twee dingen mee: de impact van wat er met het door hem verschafte wapen is gedaan en het feit dat hij eerder voor soortgelijke zaken is veroordeeld. Dat hij zich tijdens het proces op een bepaalde manier heeft opgesteld en dat hij nog vrij jong is, zijn dan weer zaken die in zijn voordeel spreken.
Toch valt de straf wat zwaarder uit dan door de officier van justitie geƫist: vijftien maanden cel, maar dan wel zes in plaats van negen maanden voorwaardelijk, ofwel sowieso negen maanden zitten in plaats van zes. Daarna geldt er nog een proeftijd van twee jaar. Als de man dan weer in de fout gaat, mag hij ook de resterende zes maanden cel uitzitten. De bijzondere voorwaarden moeten er echter aan bijdragen dat hij voortaan uit de problemen blijft.
Bijzondere voorwaarden
“Een meldplicht bij de reclassering, meewerken aan ambulante behandeling en begeleiding, meewerken aan begeleid wonen of maatschappelijke opvang en het meewerken aan middelencontrole zullen als bijzondere voorwaarden aan het voorwaardelijke deel van de op te leggen straf worden verbonden”, aldus de rechter. “Daarnaast zal als bijzondere voorwaarde een locatiegebod met elektronische monitoring worden opgenomen, waarvan de duur wordt bepaald door de reclassering, met een maximum van zes maanden.” Het voorgestelde locatieverbod komt er overigens niet.
