Olieprijsstijgingen werken aan de pomp sneller door in de benzineprijs dan olieprijsdalingen en dat leidt tot extra kosten voor de consument. Dit stelt de Autoriteit Consument & Markt na onderzoek. Volgens de ACM kan dit onder meer liggen aan stilzwijgende afspraken die tussen pomphouders zijn gemaakt. BOVAG, de brancheorganisatie voor de tankstations en carwashbedrijven, spreekt de suggestie met klem tegen.
âLaat ik duidelijk zijn: er zijn gĂ©Ă©n afspraken over de prijzen aan de pomp tussen de pomphouders.â Dat zegt woordvoerder Paul de Waal van brancheorganisatie BOVAG in reactie op de door de Autoriteit Consument & Markt getrokken conclusie dat onder meer âeen stilzwijgende collusieâ (samenzwering, red.) wel eens de reden kan zijn dat aan de pomp van het tankstation olieprijsstijgingen sneller doorwerken in de benzineprijs dan olieprijsdalingen. De Waal: âUiteraard houden de ondernemers elkaar wel duidelijk in de gaten. Maar naar elkaar kijken, dat heet concurrentie.â
Oliemaatschappijen
De ACM ageert in haar conclusies tegen de pomphouders, maar volgens De Waal zou het over de oliemaatschappijen moeten gaan. âDie zijn het die de inkoopprijzen op benzine bepalen. Een ondernemer kan bepalen dat hij aan de pomp benzine eurocenten goedkoper dan de adviesprijs aanbiedt, maar de door de oliemaatschappij gehanteerde inkoopprijs is het vertrekpunt. Als je een hogere inkoopprijs betaalt, dan verkoop je dit aan de pomp ook hoger. Totdat die voorraad op is en je vervolgens daarna een lagere prijs aan de pomp kan rekenen. Je gaat als er ondernemer in die tussenliggende periode natuurlijk niet op toeleggen. Volgens de ACM is het de pomphouder die alles bepaalt, maar in werkelijkheid hebben zij maar weinig speelruimteâ, aldus De Waal volgens wie ACM in haar conclusies âveel slagen om de armâ houdt. âDat maakt de zaken die er worden gesteld niet echt sterk.â
Lees ook: