De Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) gaat diesel en benzine maken van afvalhout. Op de universiteitscampus komt straks een pomp waar medewerkers met benzine- of dieselauto’s kunnen tanken.
Onderzoekers van de TU/e ontwikkelen een kleinschalige demoreactor die de jaarlijkse 40 ton afvalhout van de universiteit gaat omzetten in diesel- en benzinevervangers. De TU/e wil met dit project aantonen dat het mogelijk is om kleinschalig milieuvriendelijke brandstoffen te maken van het eigen afvalmateriaal, tegen concurrerende prijzen.
EU-norm
Een van de brandstoffen die de universiteit gaat maken is CyclOx, een door de universiteit gepatenteerde dieselvariant die leidt tot minder roetuitstoot. Bij de TU/e-pomp kan straks een mengsel getankt worden van CyclOx en gewone diesel. Door de toevoeging van 10 procent CyclOx aan gewone diesel daalt de roetuitstoot tot vijftig procent. Bovendien voldoet deze brandstof straks aan de EU-norm, die voorschrijft dat in 2020 brandstoffen voor 10 procent uit biobrandstof moeten bestaan.
Ethanol
Naast CyclOx gaat het afvalhout van de universiteit – zoals pallets en verpakkingshout – nog andere brandstoffen opleveren, waaronder ethanol (alcohol). Dit zal aan de universiteitspomp worden aangeboden gemengd met benzine, in een 10:90 mengverhouding. Op dit mengsel kunnen de meeste benzineauto’s zonder aanpassingen rijden.
In de eerste fase van het project plaatst de universiteit een pompinstallatie, dit is in de loop van 2012. Bij dit ‘tankstation’ zal in eerste instantie alleen de dieselbrandstof met CyclOx getankt kunnen worden, door een selecte groep testgebruikers.
Demoreactor
De demoreactor die houtafval omzet in de genoemde brandstoffen zal medio 2015 operationeel zijn, en daarmee kunnen alle stroomaggregaten en dienstauto’s van de TU/e voorzien worden. Omdat de productie veel hoger zal zijn dan de brandstofbehoefte van de universiteit, is de bedoeling dat later ook medewerkers aan de TU/e-pomp kunnen tanken.