De accijnzen op benzine, diesel en lpg worden per 1 januari 2020 verhoogd. De verbruiksbelasting op Euro95 E10 stijgt met meer dan 1 eurocent per liter, die op diesel met bijna 0,8 eurocent. In het geval van lpg gaat het bedrag per liter omhoog met iets meer dan een kwart cent per liter.
“Het argument voor deze accijnsverhoging is de inflatie – door de overheid vastgesteld op 1,6 procent. Dat de overheid de accijnsverhoging ook nog eens belast met 21% BTW wordt voor het gemak vergeten. Daardoor wordt uw tankbeurt een halve euro duurder”, aldus marktdeskundige Paul van Selms van consumentencollectief UnitedConsumers.
Hoewel het gaat om centenwerk, kan de verhoging toch merkbaar zijn aan de pomp. De kosten voor benzine stijgen – bij het tanken van 40 liter – 60 cent per tankbeurt. Dieselrijders zijn 38 cent duurder uit, automobilisten met lpg komen uit op 14 cent extra.
Veel belasting op brandstof
Van Selms: “Een automobilist met 20.000 km per jaar op de teller (1 liter op 15 km verbruik) is daardoor op jaarbasis zo’n 20 euro extra kwijt aan benzine. In het geval van diesel en lpg ligt dit bedrag natuurlijk iets lager vanwege de lagere stijging van de accijns, maar deze auto’s rijden daarentegen vaak twee keer zoveel kilometers.”
Met 8.000.000 automobilisten heeft de Nederlandse overheid flink wat extra inkomsten vanuit brandstofaccijns. Uiteindelijk bepaalt de overheid de brandstofprijs voor het grootste deel. “De btw en andere heffingen laten zien dat de Nederlandse overheid voor ongeveer 75 procent beslist hoe duur onze brandstof is”, besluit Van Selms.
Lees ook: