Vollenhoven Olie gaat ‘volle kracht tegen de wind in’
‘Volle kracht tegen de economische wind in’. Zo omschrijft Joep Fassaert, Retail Manager bij Vollenhoven Olie te Tilburg de bedrijfsstrategie voor de komende jaren. Onder de vlag van AVIA wordt het totaal aantal tankstations met 6 opgeschroefd naar 76 en zal Vollenhoven Olie drastisch op zoek gaan naar meer afzetpunten. Met name voor onbemande tankstations.
Vollenhoven Olie is een sterke merknaam op het gebied van transport van brandstoffen en tankstations. Het bedrijf bestaat al meer dan 117 jaar en heeft haar afzetgebied in Zuid-Nederland. Momenteel werken er 135 mensen.
AVIA
Tot 2010 leverde Vollenhoven Olie vooral aan tankstations van TOTAL maar toen deze contracten afliepen koos het bewust voor AVIA waar het zich in 2006 al had ingekocht. “Als familiebedrijf spreken we dezelfde taal als AVIA, dus het was voor ons geen probleem om over te stappen”, zegt Fassaert.
TinQ
De loopbaan van Joep Fassaert (40) begint in 1995 bij Shell-dochter Sakko waar hij de klantencontacten mag onderhouden en uitbreiden. In 2001 gaat hij bij TinQ aan de slag.” Met TinQ zetten we voor Shell het concept van onbemande tankstations op de markt. Later werd TinQ verkocht en ging Shell verder met de onbemande Shell-express-stations.”
In die periode merkt Fassaert dat het werken voor een grote oliemaatschappij zo zijn beperkingen kent. ‘De flexibiliteit ontbrak net als de doeltreffendheid. Als er een beslissing moest worden genomen over bijvoorbeeld de aankoop van een nieuwe locatie moest je eerst langs vier of vijf schijven voor een antwoord. Dan kon je wel eens een keer te laat zijn.”
Inpassen
Het was voor Fassaert dan ook geen enkel probleem om zich in 2006 in te passen in Vollenhoven. “Vollenhoven Olie had zich net ingekocht in AVIA, ook een familiebedrijf. De korte lijnen, de gemoedelijkheid. Daar heb ik wel wat mee. Ik probeer dat gevoel ook aan onze klanten over te brengen.” En daar zit volgens de Retail Manager de kracht van de relatief kleine spelers op de brandstofmarkt ten opzichte van de grote oliemaatschappijen. “Een grote oliemaatschappij verdient haar geld eigenlijk met met zogeheten upstream-activiteiten. Dus in het ontwikkelen en produceren van aardolie en aardgas. Het tankstation is eigenlijk alleen nodig als afzetpunt. Daar wordt het geld niet verdiend en dat is dus een stuk minder interessant.’
Baat
“Voor ons is dat volledig omgekeerd. Als onze tankstations het goed doen, dan hebben wij daar zelf baat bij. Dus zijn we bereid om een stuk harder te lopen.”
Hij geeft een voorbeeld. “Bij een van onze dealers liep het contract af. Bij en milieucontrole bleek dat alle tanks moesten worden vervangen. Een kostenpost van enkele tienduizenden euro’s. We zijn samen met deze dealer om de tafel gaan zitten en hebben een deel van die kosten voor hem gefinancierd. Dat wist hij enorm te waarderen. Zo krijg je ook echt binding met je klant. We spelen hiermee in op de continuïteit van de relatie.”
LNG
Fassaert verwacht dat Vollenhoven Olie de komende 30 jaar nog volop als brandstofleverancier en -verkoper aan de bak kan. “We kijken wel naar andere brandstoffen en innovaties op het gebied van mobiliteit, maar het enige waar we nu op zouden inzetten is LNG omdat dat in de transportwereld een redelijke kans van slagen heeft als brandstof.”
Fred Kramer