Automobilisten hebben in 2013 minder vaak de verkeerde brandstof getankt. Vorig jaar is ongeveer 490.000 liter brandstof in de verkeerde auto terechtgekomen. Het jaar ervoor ging het om ruim 524.000 liter. Een daling van meer dan zes procent. Dat blijkt uit cijfers van de ANWB. Om hoeveel foutieve tankbeurten het ging, houdt de organisatie niet bij.

De meeste fouten worden gemaakt door bestuurders van dieselauto’s die per ongeluk benzine tanken. ”Wat we zien, is dat automobilisten vaker in de fout gaan als ze met een geleend voertuig gaan tanken. Bijvoorbeeld als ze rijden in de auto van de echtgenote of van een collega”, legt ANWB-woordvoerder Markus van Tol uit.

Tankstationbranche

De daling van het aantal incidenten komt volgens Van Tol vooral doordat autofabrikanten en de tankstationbranche belangrijke stappen hebben gezet de laatste jaren. Zo past het benzinepistool vaak niet in een dieselvoertuig en zit er op dergelijke auto’s een veiligheidsklep die moet voorkomen dat bestuurders benzine tanken.

Ook wordt bij veel tankstations zowel boven als óp het vulpistool duidelijk gemaakt welke brandstof er uit komt. ”De tankstationbranche doet wat ze kan om dit probleem te verkleinen”, zegt de woordvoerder.

Brandstof

”De communicatie over welke brandstof uit het pistool komt en op welke brandstof de auto rijdt wordt, wordt steeds verder verbeterd. Maar een fout is snel gemaakt. Het blijft tenslotte mensenwerk.”