Alcoholverkoop bij tankstations blijft verboden
Het verkopen van alcohol bij tankstations blijft verboden. Dat bepaalde de Raad van State woensdag. Het rechtsorgaan is van mening dat de overheid het recht had om dit verbod in te voeren en in stand te houden. De uitspraak van de Raad van State is in lijn met een eerdere uitspraak van de rechtbank in Assen.
Sinds 2000 mogen tankstations in Nederland geen alcohol meer verkopen. Het toenmalige kabinet ging over tot deze maatregel om de verkeersveiligheid te vergroten. Veel tankstation-ondernemers waren het niet eens met het besluit en hebben dat destijds ook kenbaar gemaakt. Desondanks is het verbod nog altijd van kracht.
Pomphouder
De Hoogeveense pomphouder Ewout Klok twijfelde ook aan het nut van de maatregel en startte in 2011, bijgestaan door brancheorganisatie Beta, een juridische strijd om bier en wijn weer terug te krijgen in de shop. Bij de Raad van State kreeg hij echter nul op het rekest.
Klok en zijn juridische vertegenwoordigers vinden dat het verbod in strijd is met de Europese dienstenrichtlijn. Ook is de maatregel niet geschikt om de verkeersveiligheid te vergroten, vinden ze. Bovendien is het onbegrijpelijk dat supermarkten en snelwegrestaurants wél alcohol mogen verkopen en tankstations niet.
Alcoholverkoop
Het rechtsorgaan is echter van mening dat het kabinet met het verkoopverbod geen regels overtreed en de maatregel wel mocht invoeren. Het onderscheid tussen verschillende branches is toegestaan, omdat alcoholverkoop een onmiskenbaar onderdeel is van de bedrijfsvoering (snelwegrestaurants) of onderdeel is van het levensmiddelenassortiment (supermarkten). Dit is bij tankstations niet het geval. De meeste mensen gaan daar volgens de rechter naar toe om hun voertuig van brandstof te voorzien. Dat de shop steeds belangrijker is geworden de afgelopen jaren, doet daar niets aan af.
“De kern van de dienstverlening van benzinestations is het verstrekken van brandstof”, aldus het rechtsorgaan. Ook is de Raad van State het eens met de stelling van de overheid dat de combinatie van alcohol en verkeer zoveel mogelijk moet worden vermeden.
Tankstations
Het rechtsorgaan was niet van mening dat petrol-ondernemers onevenredig hard getroffen zijn door het verbod. Bij invoering van de maatregel is rekening gehouden met een verwachte omzetdaling van 1 procent. Het is volgens de Raad van State niet aannemelijk gemaakt dat de daadwerkelijke omzetdaling bij tankstations, als gevolg van het verbod, beduidend hoger ligt dan die 1 procent.
“We hebben de zaak gewonnen, maar toch hebben we verloren”, reageert Beta-juriste Lisanne Henneveld. Ze was nauw betrokken bij de rechtsgang en is teleurgesteld. De uitspraak van de rechtbank in Assen is weliswaar ongegrond en ook het verhaal van de de advocaat van de overheid was niet overtuigend. “Maar de Raad van State is vervolgens zelf op de stoel van het ministerie gaan zitten en tot de conclusie gekomen dat de maatregel in stand moet blijven. En dat is jammer.”
Pompshop
Ze vindt de uitspraak onbegrijpelijk. “De Raad van State blijft van mening dat bijvoorbeeld een supermarkt en een tankstation veel van elkaar verschillen. Maar beide sectoren groeien steeds meer naar elkaar toe. Als je grote pompshops vergelijkt met kleinere supermarkten, zie je dat er in een aantal gevallen nauwelijks nog verschillen zijn. Bovendien wordt de shopomzet steeds belangrijker.”
Ook het idee dat het omzetverlies beperkt blijft tot 1 procent, kan op weinig begrip rekenen van Henneveld. “Klanten die in de shop komen, kopen niet alleen bier of wijn, maar nemen ook allerlei andere producten mee. Nu de klanten hun alcohol niet meer bij tankstations kopen, zijn we die extra omzet ook kwijtgeraakt.” Als je die erbij optelt, is het omzetverlies beduidend hoger bij veel stations, meent zij.
Rechtszaak
Klok startte drie jaar geleden met het verkopen van alcohol in zijn winkel om een boete uit te lokken. Hij kreeg binnen een dag een boete van negenhonderd euro, waarna hij het bier en wijn weer uit de schappen haalde en het besluit aanvocht.
Na een eerste zaak bij de rechtbank in Assen te hebben verloren, besloot hij om verder te procederen bij de Raad van State. In mei van dit jaar vond daar de tweede rechtszaak plaats. Normaal gesproken doet het rechtsorgaan binnen zes weken uitspraak. In deze zaak werd echter tot driemaal toe om uitstel gevraagd. Het kostte de rechters uiteindelijk bijna vijf maanden om tot een oordeel te komen.
Verbod
Klok kan nu verder procederen bij het Europese Hof in Straatsburg. Of hij dat ook gaat doen, wordt op een later tijdstip bepaald. “Het bestuur van Beta moet nu een besluit nemen, in samenspraak met de advocaten”, aldus Henneveld. “Er gaat natuurlijk veel geld, tijd en energie in zitten en het bestuur moet nu bepalen of we daarmee door moeten gaan. Het hele proces heeft Beta namelijk al tienduizenden euro’s gekost.”
Tom van Gurp
Lees ook: Raad van State kritisch over alcoholverbod bij tankstations