Branche maakt zich op voor accijnsrechtszaak tegen Staat
De eerste rechtszaak in de accijnskwestie nadert. Dinsdag 20 januari vindt het kort geding plaats tussen grenspomphouders en de Staat over de accijnsverhoging van begin vorig jaar. De tankstation-ondernemers willen van het Rijk een schadevergoeding, omdat ze onevenredig hard zijn getroffen door de verhoging. Hun klanten zijn namelijk massaal in België en Duitsland gaan tanken, waardoor winsten met tienduizenden of zelfs honderdduizenden euro’s per jaar kelderden.
De overheid verhoogde op 1 januari 2014 de heffingen op diesel en lpg met respectievelijk drie en zeven cent per liter. Daarbovenop kwam nog eens inflatiecorrectie en 21 procent btw, ook op benzine. Begin dit jaar kwamen daar nogmaals inflatiecorrectie en btw bovenop, waardoor de prijzen bij grenspompen flink uit de pas zijn gaan lopen met de concurrenten in de buurlanden.
Samenwerking
Lisanne Henneveld is bestuurslid van de Stichting Accijnsclaim Pomphouders, die namens de gedupeerde ondernemers de juridische procedure voert. De stichting is een samenwerkingsverband tussen brancheverenigingen Beta, Bovag en onafhankelijke pomphouders, onder wie de Limburgse ondernemers Roger Smeets en Lisenka van Oppen.
”Helaas moeten we nu via het Europese recht ons gelijk afdwingen bij de Nederlandse rechter”, aldus Henneveld. ”Onze langdurige en hevige lobby vanuit de branche heeft geen resultaat bij de politici opgeleverd. Het kabinet blijft weigeren om met een schadevergoeding te komen. Ze vrezen dat ook andere branches dan een regeling eisen. Dat kan in onze ogen geen reden zijn om grenspomphouders nu in de kou te laten staan.”
Kort geding
Er worden twee paden bewandeld: een kort geding en een bodemprocedure. De uitslag van de bodemprocedure kan nog wel anderhalf jaar op zich laten wachten. Daarom is er ook een kort geding, dat dus aanstaande dinsdag plaatsvindt.
Daarin staan twee tankstations centraal: station Peeters uit het Limburgse Kelpen-Oler en station Hamelstop in het Gelderse Aalten. Beide stations zijn geselecteerd omdat bij hen de nood dusdanig hoog is dat ze op korte termijn een beslissing moeten nemen over het voortbestaan van hun bedrijf. Enkele cijfers:
Hamelandstop:
- 49,6 procent minder dieselliters verkocht in 2014 dan het jaar ervoor
- 37,6 procent minder lpg-liters verkocht in 2014 dan het jaar ervoor
- Zowel voor diesel als voor lpg ligt dat verlies ver onder het landelijke gemiddelde van respectievelijk -8,5 procent en -22,9 procent.
Peeters:
- 10,4 procent minder dieselliters verkocht in 2014 dan het jaar ervoor
- 39,3 procent minder lpg-liters verkocht in 2014 dan het jaar ervoor
- Ook bij Peeters liggen de verliezen dus ver onder de landelijke gemiddeldes.
De schadevergoeding die wordt geëist bedraagt 2,5 keer de gederfde jaarinkomsten. Voor Hamelstop is dat bijna zes ton en voor Peeters ruim zeventigduizend euro. Dit geld hebben de ondernemers nodig om de periode te overbruggen tussen het moment van de gewraakte accijnsverhoging (1 januari 2014) en het moment waarop duidelijkheid wordt verwacht over het resultaat van de bodemprocedure (medio 2016).
Pomphouders
De stichting wil dat de Staat ook een overbruggingsuitkering geeft aan elke ondernemer die in een soortgelijke positie zit als de twee eerder genoemde pomphouders. Daarmee kunnen zij hun hoofd boven water houden tot de uitslag van de bodemprocedure.
De stichting en hun advocaten willen tijdens de diverse rechtszaken duidelijk maken dat de accijnsverhoging van begin vorig jaar een ongerechtvaardigde inbreuk maakt op het eigendomsrecht, omdat veel tankstations in hun voortbestaan worden bedreigd.
Tankstations
De overheid handelt daardoor onrechtmatig, is de redenering. Helemaal omdat ze compensatie weigert te geven. Tevens willen de advocaten aantonen dat grenspomphouders onevenredig hard zijn getroffen in vergelijking met andere Nederlandse tankstations.
Tom van Gurp
