Oliemaatschappij BP ontslaat enkele honderden medewerkers van de Noordzee-bedrijfsonderdelen. Het gaat hierbij niet om banen in Nederland. De activiteiten worden aangestuurd vanuit de Schotse stad Aberdeen. Plannen om te bezuinigen op de exploitatie van tankstations zijn niet bekendgemaakt. Naast BP hebben ook andere maatschappijen kostenbesparingen aangekondigd.

Met het schrappen van de driehonderd arbeidsplaatsen wil de Britse energiereus de dalende olieprijzen het hoofd bieden. De wereldmarktprijs voor olie is de laatste maanden namelijk gehalveerd.

Bezuiniging

De bezuiniging van de Britten maakt onderdeel uit van een plan om in totaal 1 miljard euro kosten te schrappen in de komende vijf kwartalen. Tevens heeft BP ongeveer 43 miljard aan activa verkocht sinds de ramp met het boorplatform Deepwater Horizon in 2010.

BP is niet de enige ’oil major’ die snijdt in de uitgaven. Zo heeft Shell besloten om te stoppen met de realisatie van één van de grootste petrochemische fabrieken ter wereld, het Al Karaana-project. De multinational wilde samen met Qatar Petroleum de fabriek bouwen, maar ziet daar nu van af. De lage wereldmarktprijs voor olie doet ook hier een duit in het zakje.

GTL

Shell heeft in Qatar ook ’s werelds grootste fabriek voor de productie van gas-to-liquids, het Pearl GTL-project. De bezuinigingen in het Arabische land hebben voor zover bekend geen gevolgen voor die productiefaciliteit.

Onlangs zei Shell-topman Ben van Beurden dat aanhoudende lage olieprijzen op termijn een probleem kunnen zijn voor het Brits-Nederlandse concern. De oliemaatschappij heeft haar investeringsprogramma gebaseerd op een olieprijs van ongeveer negentig dollar per vat, terwijl de actuele prijs beneden de vijftig dollar ligt.

Offshore

Ook andere bedrijven, niet of nauwelijks actief in Nederland, snijden in de kosten. Onder andere het Noorse Statoil, het Amerikaanse ConocoPhillips en het Britse Premier Oil bezuinigen op hun offshore-activiteiten.

Lees ook: Shell-topman: langdurig lage olieprijs kan probleem worden