Op steeds meer tankstations worden de shop en de brandstofverkoop door verschillende uitbaters geëxploiteerd. Er zijn momenteel 112 van dergelijke locaties. Een jaar eerder waren dit er nog 83, blijkt uit cijfers van dataverzamelaar Petrolview.  Dat is een stijging van ongeveer 35 procent. Niet alleen Tango werkt steeds vaker met deze constructie, ook andere formules zetten dergelijke stappen. Zo startten eerder dit jaar bijvoorbeeld Firezone, Sakko, BP en Haan met soortgelijke exploitatievormen. De verwachting is dat deze trend zich de komende jaren doorzet en dat ook andere formules hiermee aan de slag gaan.

Van oudsher beheert één uitbater op de meeste locaties alle onderdelen van een station. De laatste jaren zie je echter een steeds groter aantal vestigingen waar twee, soms zelfs drie exploitanten de verschillende onderdelen runnen. Bijvoorbeeld een Tango-vestiging in Almere, waar Kuwait Petroleum het voorterrein bestiert en de shop en de carwash verhuurt aan een ondernemer. In de winkel is dan weer een aparte shop-in-shop van broodjeszaak Subway, beheerd door een franchiser. Ook andere constructies, waarbij de stationseigenaar zijn voorterrein verhuurt, steken regelmatig de kop op.

Verdere stijging

Wanneer als criterium wordt genomen dat de brandstof niet in de shop kan worden afgerekend, komt het aantal dergelijke locaties uit op 112. Behoorlijk wat meer dan een jaar eerder. Weliswaar is het nog steeds een klein deel van de in totaal ongeveer 4.200 tankstations in Nederland, maar consultant Martin Post verwacht dat het aantal gesplitste locaties de komende jaren verder stijgt.

“Als een pomphouder in een zeer competitieve omgeving zit, waar de concurrentie kortingen geeft die net zo groot zijn als zijn margetraject, dan is het verhuren van het voorterrein wellicht een goede optie. Een maatschappij kan meestal meer korting geven dan jij als pomphouder kunt. Daarom denk ik dat er steeds meer van dit soort stations komen. Al verwacht ik geen spectaculaire toename.”

Terugval in omzet

Als een ondernemer besluit om zijn voorterrein te verhuren, moet hij wel rekening houden met een terugval in shopomzet. Veel klanten komen namelijk alleen maar om te tanken. “Als je een dergelijke stap overweegt is het belangrijk om een goede shop te hebben.” Dit is volgens Post iets minder belangrijk als je aan een rijksweg zit. Daar komen automatisch wat meer mensen naar binnen, omdat snelwegpubliek vaker op zoek is naar een broodje of het toilet.

Een ondernemer die zich volledig focust op de shop, is Erwin Morsink. Hij runt samen met zijn vader André een broodjeszaak in het Overijsselse Goor, bij een Firezone-station. De brandstof kan daar alleen aan de pomp worden afgerekend.

Om toch klanten naar de winkel te krijgen, wil Morsink zich onderscheiden met ambachtelijke producten en dito uitstraling. “Wij verkopen bijvoorbeeld vers brood, verse gehaktballen en goede koffie. We willen niet dat mensen ons zien als een standaard tankshop. Daarom hebben we de autobenodigdheden op een onopvallende plek gezet en verkopen we geen tabak. Dat straalt namelijk geen ambachtelijkheid uit en maakt je locatie inbraakgevoelig.”

Snelweglocatie

Ook pomphouder Willem Oosterhuis exploiteert uitsluitend de tankshop op Esso-locatie Roode Til aan de A7. Het voorterrein werd tot voor kort uitgebaat door Multi Energy en is inmiddels overgegaan naar Haan. Hoewel de brandstof bij Oosterhuis wél in de shop kan worden afgerekend, heeft hij toch nauwelijks invloed op de hoogte van de prijzen op het voorterrein.

Desondanks heeft hij geen spijt van zijn keuze. “Het loopt goed. Eén op de drie bezoekers neemt ook wat mee uit de winkel. Dat is ongeveer hetzelfde als bij mijn andere vestiging in Winschoten, waar ik het gehele station beheer.”

Foodretailers

De opkomst van gescheiden constructies maakt dat ook typische foodretailers de tankstationmarkt betreden. Zo opende restaurantketen New York Pizza onlangs een vestiging bij een Firezone-locatie van brandstofhandelaar GP Groot. En broodjeszaak Subway ziet het petrolkanaal zelfs als een belangrijke groeimarkt.

De van oorsprong Amerikaanse keten opende eerder dit jaar vestigingen bij twee Haan-vestigingen en een BP. “Momenteel hebben we zo’n zeven à acht locaties bij tankstations. We willen in dat segment nog zeker 25 zaken openen de komende jaren”, vertelt Hans Koens van Subway. “We zijn daarover in overleg met diverse grote merken.”

Resultaten

Mogen we daaruit concluderen dat de al geopende vestigingen goed draaien? “We zijn inderdaad uitermate tevreden over de resultaten. Daar hebben we wel een verklaring voor. Er komen veel bezoekers op het voorterrein. Automobilisten kunnen hun voertuig makkelijker parkeren dan op locaties in bijvoorbeeld stadscentra en we hebben lange openingstijden. Dat zorgt ervoor dat we mooie resultaten boeken.”

Voor de verhuurder levert het ook een voordeel op, denkt Koens. “Omdat we veelal bij onbemande tankstations zitten, verrichten we daar hand- en spandiensten. Bijvoorbeeld het bijvullen van handschoentjes bij de pompen of het legen van de prullenbakken. Maar als er een pompstoring is, grijpen we niet in. We willen niet dan onze broodjes naar diesel ruiken.”

Tom van Gurp

Martin Post is één van de sprekers op het Nationaal Tankstation Congres. Hij spreekt onder andere over de financiële gevolgen van het verhuren van je station.

Kijk voor meer informatie op: www.tankstationvakbeurs.nl/tankstation-congres/

Of schrijf nu in via: www.tankstationvakbeurs.nl/registratie/