Pomphouder Vlasveld verliest zaak over compensatie van BP

BP hoeft van de rechtbank Rotterdam geen schadevergoeding te betalen aan pomphouder Henny Vlasveld. De ondernemer had een vergoeding geëist van de oliemaatschappij, onder meer omdat hij moest vertrekken uit zijn tankstation in het Brabantse Dongen. De rechter zag geen aanleiding om de eis van Vlasveld toe te kennen.

De ondernemer had een BP-station aan de Middellaan in Dongen en leeft al meer dan een jaar in onmin met het Britse energieconcern. Het bedrijf heeft al enige tijd het beleid om te stoppen met codo-constructies, waarbij BP eigenaar is van het station en een exploitant de locatie uitbaat. Deze stations moeten over naar een franchiseconstructie, omdat de maatschappij denkt dat het daarmee meer rendement kan behalen. Deze situatie speelt ook bij Vlasveld.

Beide partijen traden daarover in onderhandeling, maar kwamen er niet uit. De pomphouder besloot vervolgens de rekeningen niet meer te betalen, waarop BP stopte met het leveren van de brandstof. Vlasveld spande in april vorig jaar een kort geding aan, waarin hij eiste dat hij brandstof mocht inkopen bij een andere leverancier en zo niet, dat BP dan extra zou gaan bijdragen aan de pompkorting. De ondernemer kreeg echter nul op het rekest. Sterker nog, de eis van BP dat Vlasveld het station moest verlaten, werd toegewezen.

Schadevergoeding

Binnen enkele weken overhandigde Vlasveld de sleutel van het station, maar zette zijn juridisch gevecht door bij de Rotterdamse rechtbank. De Dongense ondernemer eiste daar een schadevergoeding van BP, omdat hij onterecht zou zijn benadeeld door het energieconcern.

De pomphouder vond onder meer dat hij onevenredig veel moest betalen voor de geleverde brandstof, terwijl hij nergens anders brandstof mocht inkopen. Hij verweet BP ook dat het weigerde bij te dragen aan de pompkortingen. Bovendien werd hij flink beconcurreerd door een onbemande BP enkele kilometers verderop, die verkoopprijzen hanteerde die lager waren dan de inkoopprijzen voor Vlasveld.

Brandstoffen

De rechter was niet overtuigd dat de ondernemer daadwerkelijk te veel moest betalen voor de geleverde brandstof. “Het is niet gesteld of gebleken dat de prijzen niet aan de hand van de landelijke geadviseerde pompprijzen waren berekend”, aldus de rechter in haar oordeel. “Hierdoor staat niet vast dat BP hogere prijzen aan Vlasveld heeft berekend dan op grond van de exploitatieovereenkomst was toegestaan.”

Dat daardoor een verschil ontstond met de prijzen van het nabijgelegen onbemande station, doet daar niets aan af. “Op beide stations was immers een verschillend ondernemingsmodel met een verschillend prijsregime van toepassing. Dat Vlasveld meer diende te betalen voor brandstof die door dezelfde tankwagen aan beide tankstations werd geleverd, is het gevolg van het verschil in prijsregimes”, vindt de rechtbank.

Oneerlijke concurrentie

“Met betrekking tot de gestelde oneerlijke concurrentie tussen beide tankstations geldt verder dat het (onbemande, red.) BP-station in Oosterhout niet de enige of de meest nabijgelegen concurrent van Vlasveld was. Voorts kon Vlasveld zich van dit onbemande station onderscheiden door service en de aanwezigheid van een winkel.”

Ook kreeg de ondernemer geen gelijk in zijn betoog dat BP te weinig bijdroeg aan de pompkorting. Volgens de rechtbank is niet bewezen dat BP niet bijdroeg aan de pompkorting in de periode dat beide partijen in onmin leefden, maar dat het hooguit te weinig was naar Vlasveld’s mening. Dat daarbij voorwaarden van de exploitatieovereenkomst zijn geschonden, is volgens de rechter niet bewezen. Ook enkele andere eisen van de Dongense ondernemer werden niet ingewilligd.

Verbaasd

De oliemaatschappij is dan ook tevreden met de uitspraak. In tegenstelling tot Vlasveld. Hij laat bij monde van zijn zoon weten nog steeds verbaasd te zijn over het feit dat een kortgedingrechter vorig jaar wél kon besluiten dat de ondernemer binnen vier weken moest vertrekken, maar geen oordeel kon geven over de eisen van Vlasveld.

“Ons werd gezegd dat het kortgeding zich niet zou lenen voor een dusdanig complexe zaak”, aldus zoon Paul. “Wij werden verzocht om via een bodemprocedure verder te gaan, zodat er inhoudelijk op kon worden ingegaan. Die bodemprocedure is nu geweest, maar ook daar was geen inhoudelijk behandeling door de rechter, of een beoordeling door een onafhankelijke specialist. Maar de huurovereenkomst tussen ons en BP is nu wel beëindigd.” Vlasveld geeft aan zich niet neer te leggen bij het vonnis.

Het station in Dongen wordt inmiddels uitgebaat volgens de door BP gewenste franchiseconstructie.

Tom van Gurp

Lees ook:

Auteur: Tom van Gurp

1 reactie op “Pomphouder Vlasveld verliest zaak over compensatie van BP”

Mattie de Kok|11.02.16|15:04

Als ik Henny was zou ik strijden totdat ik er bij neer zou vallen tegen BP, en wat denk jezelf want 1 en 1 is 2,tegen zo’n grootmacht is bijna niet te vechten ,ze gooien er een hoop geld tegen aan, kopen de rechters om en ziedaar je verliest de zaak sowieso ,
Ik zit zelf dus door dat hele beleid van die maatschappij inmiddels zonder werk.

Pomphouder Vlasveld verliest zaak over compensatie van BP | MobilityEnergy.com

Pomphouder Vlasveld verliest zaak over compensatie van BP

BP hoeft van de rechtbank Rotterdam geen schadevergoeding te betalen aan pomphouder Henny Vlasveld. De ondernemer had een vergoeding geëist van de oliemaatschappij, onder meer omdat hij moest vertrekken uit zijn tankstation in het Brabantse Dongen. De rechter zag geen aanleiding om de eis van Vlasveld toe te kennen.

De ondernemer had een BP-station aan de Middellaan in Dongen en leeft al meer dan een jaar in onmin met het Britse energieconcern. Het bedrijf heeft al enige tijd het beleid om te stoppen met codo-constructies, waarbij BP eigenaar is van het station en een exploitant de locatie uitbaat. Deze stations moeten over naar een franchiseconstructie, omdat de maatschappij denkt dat het daarmee meer rendement kan behalen. Deze situatie speelt ook bij Vlasveld.

Beide partijen traden daarover in onderhandeling, maar kwamen er niet uit. De pomphouder besloot vervolgens de rekeningen niet meer te betalen, waarop BP stopte met het leveren van de brandstof. Vlasveld spande in april vorig jaar een kort geding aan, waarin hij eiste dat hij brandstof mocht inkopen bij een andere leverancier en zo niet, dat BP dan extra zou gaan bijdragen aan de pompkorting. De ondernemer kreeg echter nul op het rekest. Sterker nog, de eis van BP dat Vlasveld het station moest verlaten, werd toegewezen.

Schadevergoeding

Binnen enkele weken overhandigde Vlasveld de sleutel van het station, maar zette zijn juridisch gevecht door bij de Rotterdamse rechtbank. De Dongense ondernemer eiste daar een schadevergoeding van BP, omdat hij onterecht zou zijn benadeeld door het energieconcern.

De pomphouder vond onder meer dat hij onevenredig veel moest betalen voor de geleverde brandstof, terwijl hij nergens anders brandstof mocht inkopen. Hij verweet BP ook dat het weigerde bij te dragen aan de pompkortingen. Bovendien werd hij flink beconcurreerd door een onbemande BP enkele kilometers verderop, die verkoopprijzen hanteerde die lager waren dan de inkoopprijzen voor Vlasveld.

Brandstoffen

De rechter was niet overtuigd dat de ondernemer daadwerkelijk te veel moest betalen voor de geleverde brandstof. “Het is niet gesteld of gebleken dat de prijzen niet aan de hand van de landelijke geadviseerde pompprijzen waren berekend”, aldus de rechter in haar oordeel. “Hierdoor staat niet vast dat BP hogere prijzen aan Vlasveld heeft berekend dan op grond van de exploitatieovereenkomst was toegestaan.”

Dat daardoor een verschil ontstond met de prijzen van het nabijgelegen onbemande station, doet daar niets aan af. “Op beide stations was immers een verschillend ondernemingsmodel met een verschillend prijsregime van toepassing. Dat Vlasveld meer diende te betalen voor brandstof die door dezelfde tankwagen aan beide tankstations werd geleverd, is het gevolg van het verschil in prijsregimes”, vindt de rechtbank.

Oneerlijke concurrentie

“Met betrekking tot de gestelde oneerlijke concurrentie tussen beide tankstations geldt verder dat het (onbemande, red.) BP-station in Oosterhout niet de enige of de meest nabijgelegen concurrent van Vlasveld was. Voorts kon Vlasveld zich van dit onbemande station onderscheiden door service en de aanwezigheid van een winkel.”

Ook kreeg de ondernemer geen gelijk in zijn betoog dat BP te weinig bijdroeg aan de pompkorting. Volgens de rechtbank is niet bewezen dat BP niet bijdroeg aan de pompkorting in de periode dat beide partijen in onmin leefden, maar dat het hooguit te weinig was naar Vlasveld’s mening. Dat daarbij voorwaarden van de exploitatieovereenkomst zijn geschonden, is volgens de rechter niet bewezen. Ook enkele andere eisen van de Dongense ondernemer werden niet ingewilligd.

Verbaasd

De oliemaatschappij is dan ook tevreden met de uitspraak. In tegenstelling tot Vlasveld. Hij laat bij monde van zijn zoon weten nog steeds verbaasd te zijn over het feit dat een kortgedingrechter vorig jaar wél kon besluiten dat de ondernemer binnen vier weken moest vertrekken, maar geen oordeel kon geven over de eisen van Vlasveld.

“Ons werd gezegd dat het kortgeding zich niet zou lenen voor een dusdanig complexe zaak”, aldus zoon Paul. “Wij werden verzocht om via een bodemprocedure verder te gaan, zodat er inhoudelijk op kon worden ingegaan. Die bodemprocedure is nu geweest, maar ook daar was geen inhoudelijk behandeling door de rechter, of een beoordeling door een onafhankelijke specialist. Maar de huurovereenkomst tussen ons en BP is nu wel beëindigd.” Vlasveld geeft aan zich niet neer te leggen bij het vonnis.

Het station in Dongen wordt inmiddels uitgebaat volgens de door BP gewenste franchiseconstructie.

Tom van Gurp

Lees ook:

Auteur: Tom van Gurp

1 reactie op “Pomphouder Vlasveld verliest zaak over compensatie van BP”

Mattie de Kok|11.02.16|15:04

Als ik Henny was zou ik strijden totdat ik er bij neer zou vallen tegen BP, en wat denk jezelf want 1 en 1 is 2,tegen zo’n grootmacht is bijna niet te vechten ,ze gooien er een hoop geld tegen aan, kopen de rechters om en ziedaar je verliest de zaak sowieso ,
Ik zit zelf dus door dat hele beleid van die maatschappij inmiddels zonder werk.