Ondernemers overwegen rechtszaak om betere marges af te dwingen

rechtbank, rechter, eis

Acht tankstation-ondernemers overwegen samen naar de rechter te stappen om betere inkoopmarges af te dwingen van hun oliemaatschappijen. Het gaat om pomphouders van Total, Texaco en BP, maar wellicht komen daar in de toekomst nog andere merken bij. Zij zijn ontevreden, omdat hun inkoopmarges op brandstof al vijftien of twintig jaar onveranderd zijn gebleven, terwijl de totale margeruimte in die periode verdubbelde. Zij hebben het gevoel dat die extra opbrengst naar de oliemaatschappijen gaat en zij daardoor niet mee kunnen gaan in het prijsgeweld van concurrenten.

De afgelopen jaren zijn de kortingen aan de pomp steeds groter geworden, onder meer door de opkomst van onbemande stations en de daling van het totale aantal verkochte liters. Hierdoor zijn de inkoopmarges op brandstof die de betreffende pomphouders jaren geleden hebben afgesproken, niet meer voldoende om redelijk te kunnen verdienen.

Inkoopkorting

De ondernemers die in het verweer komen, kopen in met een vaste korting op de landelijke adviesprijs van de betreffende maatschappij. Zij hebben een inkoopkorting op de adviesprijs van 4,83 of 5,15 cent per liter. Gezien de huidige marktomstandigheden, waar pompkortingen aan consumenten van meer dan tien cent geen uitzondering zijn, zijn hun mogelijkheden om de brandstoffen concurrerend te prijzen zeer beperkt. Ze hebben nauwelijks ruimte om een substantiële pompkorting te geven, waardoor veel klanten hun stations te duur vinden.

Het gaat om zogeheten CoDo-stations, waarbij de oliemaatschappij eigenaar is van het station en deze verhuurt aan een ondernemer, die het op eigen risico exploiteert. Ze hebben in die constructie niet de vrijheid om over te stappen naar een andere leverancier, waardoor hun positie in de onderhandeling met de maatschappij niet sterk is. Overleg tussen de ondernemers en hun leveranciers heeft dan ook geen andere marges opgeleverd.

Contractvoorwaarden

“De maatschappijen zeggen dat als de ondernemers ontevreden zijn, ze de sleutel van het station kunnen inleveren”, licht Dirk van den Berg toe. De tankstation-advocaat inventariseert momenteel de mogelijkheden om via een rechtsgang betere contractvoorwaarden af te dwingen. Hij ziet daar wel mogelijkheden toe, omdat in de wet staat dat de rechter ‘de bepalingen van een overeenkomst kan wijzigen als het evenwicht tussen de wederzijdse prestaties door gewijzigde omstandigheden is verstoord’.

Dat de betrokken ondernemers vandaag de dag geen reĂ«le marges meer hebben, lijdt geen twijfel, vindt de advocaat. “In de jaren negentig was de totale margeruimte op een liter ongeveer twintig cent (in guldens, red.). De helft daarvan ging naar de pomphouder, die vervolgens kon bepalen welk deel van die tien cent hij weg wilde geven als pompkorting. Kortingen waren toen overigens uitzonderingen. Nu zijn ze de regel.”

Hogere kortingen

“Inmiddels is de margeruimte verdubbeld naar bijna twintig eurocent. Maar de inkoopmarge voor deze ondernemers is hetzelfde gebleven en daardoor nog maar een kwart van de totale margeruimte. Dat is niet meer reĂ«el, omdat tegenwoordig veel hogere kortingen worden gegeven dan in de jaren negentig. En daar kunnen de betreffende ondernemers nu niet in mee, waardoor de literverkopen teruglopen.”

Eerst wil Van den Berg proberen om via direct contact met de betreffende maatschappijen tot nieuwe inkoopvoorwaarden te komen. Mocht dat niet lukken, is een rechtsgang een serieuze optie. Of bij een eventuele juridische procedure voor elk geval afzonderlijk een zaak wordt gevoerd, of dat er Ă©Ă©n specifiek geval wordt uitgepikt, is nog niet bepaald. Ondernemers die zich in dezelfde situatie bevinden, kunnen zich aansluiten bij het initiatief.

Oliemaatschappijen

EĂ©n van de betrokken oliemaatschappijen, Texaco, zegt geen uitspraken te willen doen over de inkoopmarges op brandstoffen. “We zitten regelmatig met onze retailpartners samen, waarbij alle onderwerpen besproken worden. Bij kwesties zijn we altijd bereid tot een gesprek en overtuigd dat we alles onderling kunnen oplossen”, aldus een woordvoerder. BP geeft aan niet te kunnen reageren, omdat het hen aan informatie ontbreekt omtrent dit onderwerp. Total was nog niet in de gelegenheid om te reageren.

Naast dit traject hebben ook enkele voormalige BP-ondernemers zich verenigd. Zij willen gecompenseerd worden voor het feit dat ze, in hun ogen, op een vervelende manier zijn weggewerkt door BP. Het gaat hierbij om voormalige pomphouders die niet meer actief zijn in de tankstationbranche. Bij het initiatief van Dirk van den Berg gaat het om ondernemers die nog wél actief zijn in de sector, maar ontevreden zijn over hun marges.

Tom van Gurp

U las zojuist Ă©Ă©n van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Tom van Gurp

Ondernemers overwegen rechtszaak om betere marges af te dwingen | MobilityEnergy.com

Ondernemers overwegen rechtszaak om betere marges af te dwingen

rechtbank, rechter, eis

Acht tankstation-ondernemers overwegen samen naar de rechter te stappen om betere inkoopmarges af te dwingen van hun oliemaatschappijen. Het gaat om pomphouders van Total, Texaco en BP, maar wellicht komen daar in de toekomst nog andere merken bij. Zij zijn ontevreden, omdat hun inkoopmarges op brandstof al vijftien of twintig jaar onveranderd zijn gebleven, terwijl de totale margeruimte in die periode verdubbelde. Zij hebben het gevoel dat die extra opbrengst naar de oliemaatschappijen gaat en zij daardoor niet mee kunnen gaan in het prijsgeweld van concurrenten.

De afgelopen jaren zijn de kortingen aan de pomp steeds groter geworden, onder meer door de opkomst van onbemande stations en de daling van het totale aantal verkochte liters. Hierdoor zijn de inkoopmarges op brandstof die de betreffende pomphouders jaren geleden hebben afgesproken, niet meer voldoende om redelijk te kunnen verdienen.

Inkoopkorting

De ondernemers die in het verweer komen, kopen in met een vaste korting op de landelijke adviesprijs van de betreffende maatschappij. Zij hebben een inkoopkorting op de adviesprijs van 4,83 of 5,15 cent per liter. Gezien de huidige marktomstandigheden, waar pompkortingen aan consumenten van meer dan tien cent geen uitzondering zijn, zijn hun mogelijkheden om de brandstoffen concurrerend te prijzen zeer beperkt. Ze hebben nauwelijks ruimte om een substantiële pompkorting te geven, waardoor veel klanten hun stations te duur vinden.

Het gaat om zogeheten CoDo-stations, waarbij de oliemaatschappij eigenaar is van het station en deze verhuurt aan een ondernemer, die het op eigen risico exploiteert. Ze hebben in die constructie niet de vrijheid om over te stappen naar een andere leverancier, waardoor hun positie in de onderhandeling met de maatschappij niet sterk is. Overleg tussen de ondernemers en hun leveranciers heeft dan ook geen andere marges opgeleverd.

Contractvoorwaarden

“De maatschappijen zeggen dat als de ondernemers ontevreden zijn, ze de sleutel van het station kunnen inleveren”, licht Dirk van den Berg toe. De tankstation-advocaat inventariseert momenteel de mogelijkheden om via een rechtsgang betere contractvoorwaarden af te dwingen. Hij ziet daar wel mogelijkheden toe, omdat in de wet staat dat de rechter ‘de bepalingen van een overeenkomst kan wijzigen als het evenwicht tussen de wederzijdse prestaties door gewijzigde omstandigheden is verstoord’.

Dat de betrokken ondernemers vandaag de dag geen reĂ«le marges meer hebben, lijdt geen twijfel, vindt de advocaat. “In de jaren negentig was de totale margeruimte op een liter ongeveer twintig cent (in guldens, red.). De helft daarvan ging naar de pomphouder, die vervolgens kon bepalen welk deel van die tien cent hij weg wilde geven als pompkorting. Kortingen waren toen overigens uitzonderingen. Nu zijn ze de regel.”

Hogere kortingen

“Inmiddels is de margeruimte verdubbeld naar bijna twintig eurocent. Maar de inkoopmarge voor deze ondernemers is hetzelfde gebleven en daardoor nog maar een kwart van de totale margeruimte. Dat is niet meer reĂ«el, omdat tegenwoordig veel hogere kortingen worden gegeven dan in de jaren negentig. En daar kunnen de betreffende ondernemers nu niet in mee, waardoor de literverkopen teruglopen.”

Eerst wil Van den Berg proberen om via direct contact met de betreffende maatschappijen tot nieuwe inkoopvoorwaarden te komen. Mocht dat niet lukken, is een rechtsgang een serieuze optie. Of bij een eventuele juridische procedure voor elk geval afzonderlijk een zaak wordt gevoerd, of dat er Ă©Ă©n specifiek geval wordt uitgepikt, is nog niet bepaald. Ondernemers die zich in dezelfde situatie bevinden, kunnen zich aansluiten bij het initiatief.

Oliemaatschappijen

EĂ©n van de betrokken oliemaatschappijen, Texaco, zegt geen uitspraken te willen doen over de inkoopmarges op brandstoffen. “We zitten regelmatig met onze retailpartners samen, waarbij alle onderwerpen besproken worden. Bij kwesties zijn we altijd bereid tot een gesprek en overtuigd dat we alles onderling kunnen oplossen”, aldus een woordvoerder. BP geeft aan niet te kunnen reageren, omdat het hen aan informatie ontbreekt omtrent dit onderwerp. Total was nog niet in de gelegenheid om te reageren.

Naast dit traject hebben ook enkele voormalige BP-ondernemers zich verenigd. Zij willen gecompenseerd worden voor het feit dat ze, in hun ogen, op een vervelende manier zijn weggewerkt door BP. Het gaat hierbij om voormalige pomphouders die niet meer actief zijn in de tankstationbranche. Bij het initiatief van Dirk van den Berg gaat het om ondernemers die nog wél actief zijn in de sector, maar ontevreden zijn over hun marges.

Tom van Gurp

Auteur: Tom van Gurp