De Eerste Kamer is akkoord gegaan met nieuwe regels voor de autobelastingen. Belangrijkste wijziging betreft de verdere afbouw van de fiscale voordelen voor semi-elektrische auto’s. Voor volledig elektrische voertuigen blijven wel fikse voordelen bestaan. Eerder al ging de Tweede Kamer akkoord met de plannen van staatssecretaris van Financiën Eric Wiebes. Door het fiat van de Eerste Kamer vorige week zijn de regels definitief geworden.

Het gaat om de belastingtarieven voor de periode 2017 tot en met 2020, waarbij de bijtelling voor hybrides in enkele stappen gelijk wordt getrokken met voertuigen op traditionele brandstoffen. Ook de MRB- en BPM-voordelen worden verminderd. Daarmee moet de opkomst van het semi-elektrische segment een halt worden toegeroepen.

Weerstand

Deze voertuigen werden gezien als een goed middel om de uitstoot van schadelijke stoffen te beperken, maar in praktijk werden ze vooral aangeschaft vanwege de gunstige belastingen en werden er weinig elektrische kilometers mee gereden. Vanuit de autobranche kwam dan ook veel weerstand op dit beleid, dat als marktverstorend werd gezien.

Eerder al werd besloten om in 2016 de fiscale stimulering van dit type voertuigen te beperken. Het kabinet gaat daar in de nieuwe Autobrief mee door. Alleen voertuigen die volledig op elektriciteit of op waterstof rijden, vallen nog in een laag bijtellingstarief van vier procent. De tarieven voor andere segmenten liggen stukken hoger (bekijk het overzicht onderaan dit artikel).

Die vier procent geldt vanaf 2019 alleen voor auto’s met een cataloguswaarde tot vijftigduizend euro. Over het deel dat boven die cataloguswaarde zit, moet 22 procent bijtelling worden betaald. Dit geldt alleen voor batterij-elektrische voertuigen. Waterstofauto’s met een waarde boven de vijftigduizend euro vallen vanaf 2019 nog steeds in zijn geheel in de vier procent bijtelling. Ook blijven voertuigen in de schoonste categorie de komende jaren gevrijwaard van MRB (wegenbelasting) en BPM (aanschafbelasting).