De grote olie- en gasbedrijven gaan dit jaar hun investeringen opvoeren. Dat schrijft het adviesbureau Wood Mackenzie in een rapport dat deze week is verschenen. Het bedrijf verwacht zelfs dat het aantal definitieve investeringsbeslissingen voor nieuwe projecten verdubbelt in vergelijking met afgelopen jaar. Dit als gevolg van de stijgende energieprijzen op de wereldmarkt.

De afgelopen jaren was er veel malaise in de oliesector. Doordat prijzen voor een vat olie fors daalden, moesten de energiereuzen flink bezuinigen. Dit leidde tot het tijdelijk stopzetten of zelfs helemaal afblazen van diverse projecten. Ook vonden er grote ontslagrondes plaats, onder meer bij BP en Shell. Tevens werden veel bedrijfsonderdelen verkocht, waardoor oliemaatschappijen afslankten en zich konden richten op een select aantal activiteiten.

Hogere literprijzen

Inmiddels zijn de prijzen op de wereldmarkt weer wat gestegen, wat zich heeft vertaald in hogere literprijzen aan de pomp. Het adviesbureau schetst dan ook een rooskleuriger beeld dan dat van de voorbije jaren. Vooral de Amerikaanse schalieolie-sector zal zich dit jaar herstellen.

Wood Mackenzie verwacht dat de energieconcerns dit jaar zo’n drie procent meer uitgeven in hun zoektocht naar nieuwe olie en de verwerking ervan. In totaal gaat dit om een bedrag van 450 miljard dollar, meldt (betaalde link) het Financieele Dagblad. Daarmee ligt het investeringsniveau nog wel lager dan in 2014, toen de internationale energieprijzen nog een stuk hoger waren dan nu.

ABN Amro

Voor het komende jaar verwacht ABN Amro dat de prijs voor een vat olie zal schommelen tussen de vijftig en zestig dollar. Dat is hoger dan in de laatste jaren, toen de prijs grotendeels onder vijftig dollar lag. De stijging is veroorzaakt door onder meer een akkoord tussen olieproducerende landen om het olieaanbod te beperken.