Benzine passeert diesel in Europese autoverkopen
Benzine is in Europa voor het eerst in acht jaar populairder dan diesel. Gedurende de eerste zes maanden van dit jaar werden namelijk meer personenauto’s op benzine dan op diesel verkocht. Dat is sinds 2009 niet meer gebeurd. Dat meldt de Acea, de Europese belangenorganisatie van autoproducenten, op basis van cijfers uit vijftien Europese landen.
In totaal werden in de eerste jaarhelft 3,66 miljoen benzinevoertuigen verkocht. Dat was 48,5 procent van de totale nieuwverkopen. Vorig jaar was dat percentage nog 45,8. Diesel volgde dus precies de omgekeerde route. Tussen begin januari en eind juni wilden ongeveer 3,49 miljoen automobilisten een dieselvoertuig hebben. Dat is 46,3 procent van de totale autoverkopen. Vorig jaar had diesel nog een marktaandeel van 50,2 procent.
Elektrisch
De overige 5,2 procent bestond uit voertuigen op alternatieve brandstoffen. Meest populair waren de hybrides, met bijna tweehonderdduizend verkochte exemplaren. Daarmee is 2,6 procent van de nieuwe auto’s semi-elektrisch. Een aanvullende 1,3 procent is volledig elektrisch. De overige 1,3 procent bestaat uit auto’s op andere brandstoffen, zoals lpg of cng.
Oorzaak van de verandering is vooral overheidsbeleid. Zo worden belastingvoordelen voor diesel in diverse landen afgebouwd, ook in Nederland. Tevens besluiten steeds meer grote Europese steden om een verbod voor dieselauto’s in te voeren, onder meer in Duitsland.
Nederland
In Nederland heeft benzine al geruime tijd een dominante positie. Zo’n tachtig procent van de personenauto’s rijdt op deze brandstof. Ook in de nieuwverkopen verliest diesel nog altijd terrein op benzine. Het diesel-aandeel is zelfs gedaald de laatste jaren, van dertig procent in 2015 naar zo’n zeventien procent dit jaar.