‘Nog wel wat haken en ogen aan nieuwe brandstoflabels’

Tankstations in Europa moeten komende maand op alle pompen en vulpistolen de nieuwe uniforme brandstoflabels aanbrengen. Elke brandstof krijgt bij deze nieuwe labels, die vanaf 12 oktober verplicht zijn, een eigen sticker. Dat klinkt heel eenvoudig, maar in de praktijk blijkt de uitvoering toch nog best een karwei. Daar hebben verschillende brancheorganisaties samen met Mokobouw een oplossing voor gevonden.

De stickers kunnen namelijk besteld worden bij de totaalleverancier, vertelt Leon Jeekel van Mokobouw. “Tankstations kunnen de brandstofstickers bij ons krijgen. Ze kunnen kiezen uit alleen een stickerset met plakinstructie of het geheel – inclusief het plakken van de stickers op de locatie – door ons laten uitvoeren. Bestellen gaat per tankstation, ongeacht het aantal pompen of producten. Via een formulier (op de website www.mokobouw.nl, red.) kunnen geïnteresseerden precies aangeven wat ze willen en wat ze nodig hebben.”

De kosten voor de stickerset bedragen 50 euro. Tankstations die het plakken van de labels willen laten verzorgen, betalen 150 euro. “We hebben afgelopen tijd meerdere malen overleg gehad met een aantal branchepartijen om te kijken hoe en of we dit samen konden oppakken. Er bleken namelijk nog wel wat haken en ogen aan de nieuwe labels te zitten. Dat is nu allemaal goed geregeld”, vertelt Jeekel.

Licentiekosten

“Het is belangrijk dat onze leden spoedig de stickers bestellen”, legt milieuspecialist Jan Bessembinders van BOVAG uit. “Je kunt ze zelf laten maken, je moet dan wel licentiekosten betalen aan de NEN – dat is met name lonend bij grotere aantallen stations. Een aantal tankstation-ondernemers zal daarom hoogstwaarschijnlijk door hun oliemaatschappij worden voorzien van stickers. Krijg je geen stickers van je oliemaatschappij, dan kun je ze ook bestellen bij Mokobouw”, aldus Bessembinders.

Ook twee andere brancheverenigingen, NOVE en BETA, verwijzen leden door naar Mokobouw. “We hebben in eerste instantie ook nog even gekeken of we de stickers zelf konden laten maken, maar dit is uiteindelijk een prima oplossing”, zegt directeur Erik de Vries van NOVE. De brancheorganisatie heeft leden onlangs bijgepraat en voorzien van voorlichtingsmaterialen. “Zij kunnen ervoor kiezen een poster op te hangen. Daarop zien klanten precies wat de nieuwe stickers en logo’s precies betekenen.” Voor zowel pomphouders als consumenten is een brochure beschikbaar. Verder komen de stickers ook in de tankklepjes van auto’s en verschijnen ze in showrooms van dealers.

(Het artikel gaat verder onder de afbeelding)

Met het oog op uitbreiding van het aantal alternatieve brandstoffen aan de pomp zijn de logo’s volgens Erik de Vries van NOVE zeer wenselijk. “Er komt steeds meer keuze. De nieuwe regels zorgen ervoor dat het voor klanten duidelijk is welke slang ze moeten hebben, ook als ze in het buitenland willen tanken.”

Belangenvereniging voor tankstations BETA vindt het invoeren van de stickers een goed plan. “Het zorgt voor meer duidelijkheid aan de pomp. Dat is sowieso goed”, vindt Lisanne Henneveld. De uitvoering riep afgelopen tijd volgens haar nog wel wat vragen op. “Vooral met het oog op de licentiekosten. Tankstations die aankloppen bij Mokobouw, hebben dit direct goed geregeld.” Volgens Henneveld kunnen ondernemers zelf aangeven wat ze precies nodig hebben. “Ze kunnen dit zelf op deze manier prima regelen, daar hoeven wij niet tussen te gaan zitten.”

Symbolen

Elke brandstof krijgt bij de nieuwe labels een eigen sticker. Voor benzine is een ronde vorm gekozen, de informatie binnen het label betreft het gehalte biobrandstof in de benzine, de ‘E’ staat daarbij voor ethanol, gevolgd door het percentage. Bij E5 – het huidige Euro95 – is het voertuig geschikt voor benzine met maximaal 5 procent ethanol, bij E10 maximaal 10 procent. Ook komt er een label met E85. Dieselvarianten krijgen een vierkante vorm, De letter B staat daarbij voor biodiesel, het cijfer erachter – bijvoorbeeld 7 of 10 – voor het percentage biodiesel.

Gasvormige brandstoffen krijgen een ruit. De informatie in de ruit geeft aan welk product er getankt wordt. In deze categorie horen waterstof (H2), aardgas onder druk (CNG), vloeibaar aardgas (LNG) of vloeibaar petroleumgas (LPG). Momenteel wordt een CEN-norm voorbereid voor de ontwikkeling van gelijksoortige labels voor elektrische voertuigen en laadpalen.

Lees ook:

Auteur: Remco Nieuwenbroek

Remco Nieuwenbroek is de vaste journalist voor vakblad TankPro en hoofdredacteur van het TankPro Magazine.

‘Nog wel wat haken en ogen aan nieuwe brandstoflabels’ | MobilityEnergy.com

‘Nog wel wat haken en ogen aan nieuwe brandstoflabels’

Tankstations in Europa moeten komende maand op alle pompen en vulpistolen de nieuwe uniforme brandstoflabels aanbrengen. Elke brandstof krijgt bij deze nieuwe labels, die vanaf 12 oktober verplicht zijn, een eigen sticker. Dat klinkt heel eenvoudig, maar in de praktijk blijkt de uitvoering toch nog best een karwei. Daar hebben verschillende brancheorganisaties samen met Mokobouw een oplossing voor gevonden.

De stickers kunnen namelijk besteld worden bij de totaalleverancier, vertelt Leon Jeekel van Mokobouw. “Tankstations kunnen de brandstofstickers bij ons krijgen. Ze kunnen kiezen uit alleen een stickerset met plakinstructie of het geheel – inclusief het plakken van de stickers op de locatie – door ons laten uitvoeren. Bestellen gaat per tankstation, ongeacht het aantal pompen of producten. Via een formulier (op de website www.mokobouw.nl, red.) kunnen geïnteresseerden precies aangeven wat ze willen en wat ze nodig hebben.”

De kosten voor de stickerset bedragen 50 euro. Tankstations die het plakken van de labels willen laten verzorgen, betalen 150 euro. “We hebben afgelopen tijd meerdere malen overleg gehad met een aantal branchepartijen om te kijken hoe en of we dit samen konden oppakken. Er bleken namelijk nog wel wat haken en ogen aan de nieuwe labels te zitten. Dat is nu allemaal goed geregeld”, vertelt Jeekel.

Licentiekosten

“Het is belangrijk dat onze leden spoedig de stickers bestellen”, legt milieuspecialist Jan Bessembinders van BOVAG uit. “Je kunt ze zelf laten maken, je moet dan wel licentiekosten betalen aan de NEN – dat is met name lonend bij grotere aantallen stations. Een aantal tankstation-ondernemers zal daarom hoogstwaarschijnlijk door hun oliemaatschappij worden voorzien van stickers. Krijg je geen stickers van je oliemaatschappij, dan kun je ze ook bestellen bij Mokobouw”, aldus Bessembinders.

Ook twee andere brancheverenigingen, NOVE en BETA, verwijzen leden door naar Mokobouw. “We hebben in eerste instantie ook nog even gekeken of we de stickers zelf konden laten maken, maar dit is uiteindelijk een prima oplossing”, zegt directeur Erik de Vries van NOVE. De brancheorganisatie heeft leden onlangs bijgepraat en voorzien van voorlichtingsmaterialen. “Zij kunnen ervoor kiezen een poster op te hangen. Daarop zien klanten precies wat de nieuwe stickers en logo’s precies betekenen.” Voor zowel pomphouders als consumenten is een brochure beschikbaar. Verder komen de stickers ook in de tankklepjes van auto’s en verschijnen ze in showrooms van dealers.

(Het artikel gaat verder onder de afbeelding)

Met het oog op uitbreiding van het aantal alternatieve brandstoffen aan de pomp zijn de logo’s volgens Erik de Vries van NOVE zeer wenselijk. “Er komt steeds meer keuze. De nieuwe regels zorgen ervoor dat het voor klanten duidelijk is welke slang ze moeten hebben, ook als ze in het buitenland willen tanken.”

Belangenvereniging voor tankstations BETA vindt het invoeren van de stickers een goed plan. “Het zorgt voor meer duidelijkheid aan de pomp. Dat is sowieso goed”, vindt Lisanne Henneveld. De uitvoering riep afgelopen tijd volgens haar nog wel wat vragen op. “Vooral met het oog op de licentiekosten. Tankstations die aankloppen bij Mokobouw, hebben dit direct goed geregeld.” Volgens Henneveld kunnen ondernemers zelf aangeven wat ze precies nodig hebben. “Ze kunnen dit zelf op deze manier prima regelen, daar hoeven wij niet tussen te gaan zitten.”

Symbolen

Elke brandstof krijgt bij de nieuwe labels een eigen sticker. Voor benzine is een ronde vorm gekozen, de informatie binnen het label betreft het gehalte biobrandstof in de benzine, de ‘E’ staat daarbij voor ethanol, gevolgd door het percentage. Bij E5 – het huidige Euro95 – is het voertuig geschikt voor benzine met maximaal 5 procent ethanol, bij E10 maximaal 10 procent. Ook komt er een label met E85. Dieselvarianten krijgen een vierkante vorm, De letter B staat daarbij voor biodiesel, het cijfer erachter – bijvoorbeeld 7 of 10 – voor het percentage biodiesel.

Gasvormige brandstoffen krijgen een ruit. De informatie in de ruit geeft aan welk product er getankt wordt. In deze categorie horen waterstof (H2), aardgas onder druk (CNG), vloeibaar aardgas (LNG) of vloeibaar petroleumgas (LPG). Momenteel wordt een CEN-norm voorbereid voor de ontwikkeling van gelijksoortige labels voor elektrische voertuigen en laadpalen.

Lees ook:

Auteur: Remco Nieuwenbroek

Remco Nieuwenbroek is de vaste journalist voor vakblad TankPro en hoofdredacteur van het TankPro Magazine.