Total mag tankstations in Arnhem en Groesbeek niet ontruimen

Twee Total-tankstations in Arnhem en Groesbeek hoeven niet ontruimd te worden. Dat heeft de kantonrechter in Nijmegen bepaald. De ontruiming was geëist door Total Nederland, onder meer omdat de pomphouder volgens de maatschappij betalingsafspraken niet zou nakomen. De rechter verplicht Total om de sinds half april geldende overbruggingsconstructie met betrekking tot beide tankstations door te zetten.

Total Nederland heeft de exploitatieovereenkomsten met de pomphouder begin april 2019 ontbonden, onder meer omdat de ondernemer betalingsachterstanden had. De pomphouder erkent dat weliswaar, maar volgens hem is er geen sprake van een huurachterstand met betrekking tot beide tankstations, die hij huurt van Total. Volgens de kantonrechter gaat het in deze procedure vooral over de vraag of de exploitatieovereenkomsten al dan niet terecht door Total zijn ontbonden. Deze vraag is in de ogen van de rechter niet geschikt om in een kort geding te beantwoorden.

Aanpassingen systeem

Total besloot om met ingang van 2017 het tot dan toe door haar gehanteerde systeem te wijzigen. Bij dit systeem betaalde Total onverplichte vergoedingen aan pomphouders. De redenen waarom Total dit systeem destijds wijzigde, zijn niet duidelijk geworden voor de kantonrechter. Ook is volgens de rechter niet goed in te schatten wat de gevolgen van deze wijziging zijn voor zowel de pomphouder als voor Total zelf.

Daarom kan de kantonrechter in dit kort geding niet beoordelen of de pomphouder zodanig tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen en dat daarom ontbinding van de huurovereenkomsten van de tankstations gerechtvaardigd is. Total heeft weliswaar gesteld dat er sprake is van een ‘slepende’ betalingsachterstand. De kantonrechter vindt echter vooral van belang dat de huidige schuld pas is ontstaan vanaf half april 2019.

Verwijt ondernemer

Dit betekent niet dat de pomphouder geen verwijt valt te maken, concludeert de rechter. Zo trok hij ten onrechte en in strijd met de exploitatieovereenkomsten de aan Total verleende SEPA-machtiging in. Daarnaast besloot de pomphouder eenzijdig de motorbrandstofprijzen aan de pomp te verlagen, zonder toestemming van Total. Verder gebruikte hij de betalingen van brandstoffen door klanten op zijn bankrekening – waar Total als eigenaar recht op had – voor eigen zaken. De pomphouder heeft zelf alleen recht op de commissie van deze brandstoffen. De benzinepomphouder mag voor de exploitatie van de tankstations alleen een bankrekening gebruiken die op naam staat van Total. Alle inkomsten van de brandstofverkopen moet hij op deze rekening storten.

Het is voor de kantonrechter verder niet duidelijk hoe de ondernemer de schuld die hij bij Total heeft gaat afbetalen. Dat de pomphouder met hoge personeelskosten zit, is volgens de kantonrechter van ondergeschikt belang. De ondernemer exploiteert de tankstations en moet als werkgever zelf zorgen voor een gezond personeelsbestand. In strijd met het in de exploitatieovereenkomsten verwoorde uitgangspunt heeft hij volgens de rechter verzuimd om zelf per tankstation tien uur in de week te werken.

Lees ook:

Auteur: Remco Nieuwenbroek

Remco Nieuwenbroek is de vaste journalist voor vakblad TankPro en hoofdredacteur van het TankPro Magazine.

Total mag tankstations in Arnhem en Groesbeek niet ontruimen | MobilityEnergy.com

Total mag tankstations in Arnhem en Groesbeek niet ontruimen

Twee Total-tankstations in Arnhem en Groesbeek hoeven niet ontruimd te worden. Dat heeft de kantonrechter in Nijmegen bepaald. De ontruiming was geëist door Total Nederland, onder meer omdat de pomphouder volgens de maatschappij betalingsafspraken niet zou nakomen. De rechter verplicht Total om de sinds half april geldende overbruggingsconstructie met betrekking tot beide tankstations door te zetten.

Total Nederland heeft de exploitatieovereenkomsten met de pomphouder begin april 2019 ontbonden, onder meer omdat de ondernemer betalingsachterstanden had. De pomphouder erkent dat weliswaar, maar volgens hem is er geen sprake van een huurachterstand met betrekking tot beide tankstations, die hij huurt van Total. Volgens de kantonrechter gaat het in deze procedure vooral over de vraag of de exploitatieovereenkomsten al dan niet terecht door Total zijn ontbonden. Deze vraag is in de ogen van de rechter niet geschikt om in een kort geding te beantwoorden.

Aanpassingen systeem

Total besloot om met ingang van 2017 het tot dan toe door haar gehanteerde systeem te wijzigen. Bij dit systeem betaalde Total onverplichte vergoedingen aan pomphouders. De redenen waarom Total dit systeem destijds wijzigde, zijn niet duidelijk geworden voor de kantonrechter. Ook is volgens de rechter niet goed in te schatten wat de gevolgen van deze wijziging zijn voor zowel de pomphouder als voor Total zelf.

Daarom kan de kantonrechter in dit kort geding niet beoordelen of de pomphouder zodanig tekortgeschoten is in de nakoming van zijn verplichtingen en dat daarom ontbinding van de huurovereenkomsten van de tankstations gerechtvaardigd is. Total heeft weliswaar gesteld dat er sprake is van een ‘slepende’ betalingsachterstand. De kantonrechter vindt echter vooral van belang dat de huidige schuld pas is ontstaan vanaf half april 2019.

Verwijt ondernemer

Dit betekent niet dat de pomphouder geen verwijt valt te maken, concludeert de rechter. Zo trok hij ten onrechte en in strijd met de exploitatieovereenkomsten de aan Total verleende SEPA-machtiging in. Daarnaast besloot de pomphouder eenzijdig de motorbrandstofprijzen aan de pomp te verlagen, zonder toestemming van Total. Verder gebruikte hij de betalingen van brandstoffen door klanten op zijn bankrekening – waar Total als eigenaar recht op had – voor eigen zaken. De pomphouder heeft zelf alleen recht op de commissie van deze brandstoffen. De benzinepomphouder mag voor de exploitatie van de tankstations alleen een bankrekening gebruiken die op naam staat van Total. Alle inkomsten van de brandstofverkopen moet hij op deze rekening storten.

Het is voor de kantonrechter verder niet duidelijk hoe de ondernemer de schuld die hij bij Total heeft gaat afbetalen. Dat de pomphouder met hoge personeelskosten zit, is volgens de kantonrechter van ondergeschikt belang. De ondernemer exploiteert de tankstations en moet als werkgever zelf zorgen voor een gezond personeelsbestand. In strijd met het in de exploitatieovereenkomsten verwoorde uitgangspunt heeft hij volgens de rechter verzuimd om zelf per tankstation tien uur in de week te werken.

Lees ook:

Auteur: Remco Nieuwenbroek

Remco Nieuwenbroek is de vaste journalist voor vakblad TankPro en hoofdredacteur van het TankPro Magazine.