GreenFleet Congres 2019: het wordt niet tanken óf laden
Het is dé vraag die de sector volledig in z’n greep houdt. Wordt het laden of tanken? Niet alleen aanbieders van brandstoffen en laadpalen, maar ook leaserijders en wagenparkbeheerders kwamen en masse af op het GreenFleet Congres, het event dat door vakbladen TankPro en Automobiel Management werd georganiseerd tijdens de Tankstation Vakbeurs. Hoewel de opkomst van elektrisch rijden op dit moment nog nauwelijks invloed heeft op het verkochte aantal liters benzine en diesel, lijkt het een kwestie van tijd voor dit wel het geval is.
De afzet van fossiele brandstoffen zit nog steeds in de lift. Mede dankzij de groeiende economie doen tankstations goede zaken. Zolang deze cijfers positief blijven, lijkt er geen vuiltje aan de lucht voor de branche. Toch schuilt er ook een gevaar in het vertrouwen op resultaten uit het verleden. Want de overgang naar nieuwe brandstoffen – en de opkomst van elektrisch rijden – gaat op termijn zonder twijfel een forse impact hebben op de brandstofmix.
EV, de nieuwe norm?
Dat het thema de gemoederen flink bezighoudt, was duidelijk merkbaar. Er was vrijwel geen lege stoel meer te vinden in de Wilgenzaal op de tweede dag van de vakbeurs. Het congres werd afgetrapt door Eric Vousten van VMS | Insight. Dit marketingbureau is gespecialiseerd in automotive en mobiliteit en een van de partijen achter het Nationaal Zakenauto Onderzoek. De zakelijke rijder is een veelrijder en daardoor een zeer belangrijke klant voor tankstations. Uit het onderzoek blijkt dat 6 procent van de ondervraagden op dit moment in een elektrische auto rijdt, 11 procent in een plug-in hybride. Diesel (35%) en benzine (33%) blijken voor deze groep zakelijke rijders nog steeds het meest in trek. Bij een volgende zakenauto kiest echter een kwart (26%) voor een volledig elektrische auto. Slechts 15 procent van de ondervraagden geeft aan nog geïnteresseerd te zijn in een dieselmodel.
Bij steeds meer bedrijven wordt elektrisch rijden de norm, dit gaat vooral ten koste van diesel. Volgens Vousten speelt ook het rekensommetje een prominente rol. Het fiscale voordeel dat rijden in een elektrische auto met zich meebrengt, is voor veel zakelijke rijders een belangrijke reden om te kiezen voor een EV. Toch is er volgens Vousten wel degelijk een kentering zichtbaar, waarbij elektrisch rijden het nieuwe normaal wordt.
De Chinezen komen eraan
De tweede sessie was in handen van Stacey Links, werkzaam aan de Universiteit van Leiden en gespecialiseerd in de macht van China op het gebied van grondstoffen die nodig zijn om lithium-ion batterijen te produceren. Een van die grondstoffen is kobalt. Zo’n 60 procent van de wereldwijde productie hiervan is afkomstig uit Congo. De markt van deze grondstof is vrijwel geheel in handen van China, wat het land een bijzonder prominente positie geeft bij de ontwikkeling van batterijpakketten. Ook op het gebied van lithium – dat onder meer in Zimbabwe, Zuid-Afrika, Namibië en Mali in ruime mate aanwezig is – blijkt China een grote speler. Het is volgens Links onmogelijk voor Europese autofabrikanten om zonder China aan voldoende materialen en grondstoffen te komen om elektrische auto’s te kunnen bouwen. Bovendien geeft de dominante rol Chinese bedrijven een uitmuntende positie bij de ontwikkeling van nieuwe elektrische modellen. Het lijkt dan ook een kwestie van tijd voor er een golf aan EV’s vanuit Azië naar Europa komt.
Alle alternatieven zijn nodig
PitPoint is een bekende partij in de wereld van tankstations. Het verhaal van dit bedrijf begint eigenlijk twaalf jaar geleden al met de oprichting van CNG Net. De focus lag in die tijd volledig op cng/groengas. Anno 2019 zet Pitpoint onder de vlag van Total – ook in onder meer België, Frankrijk en Duitsland – in op een breed aanbod van verschillende brandstoffen. Groengas is daarbij nog steeds een belangrijke transitiebrandstof. Daarnaast zet de onderneming ook in op snellaadpalen voor elektrische auto’s, LNG (voor trucks) en op waterstof. Ook op steeds meer locaties van Total zijn deze alternatieve brandstoffen inmiddels terug te vinden.
Waarom is het verstandig om in te zetten op een brede mix van brandstoffen? Volgens Robin Geijer en Paul de Winter is er niet een gouden formule. Er zijn verschillende doelgroepen en voor elke groep zijn er een of meerdere interessante alternatieven. Het is afhankelijk van het soort locatie welke keuzes de moeite waard zijn. Doel van PitPoint is om schone alternatieven beschikbaar en betaalbaar te maken. Daarbij is het zaak om in te zetten op het doel en niet het middel. Alle alternatieven zijn daarbij nodig om de doelstellingen van ‘Parijs’ te halen.
Mix van brandstoffen
Na de pauze was het de beurt aan Raymond Gense, Director Public Affairs & Future Technology bij Pon Holdings. Pon is vooral bekend als importeur van Volkswagen AG, waar grote merken als Volkswagen, Audi, Seat en Skoda onder vallen. Daarnaast is Pon overigens ook eigenaar van fietsmerken Gazelle en Union. Het wagenpark blijft groeien en elektrificatie is volgens Gense een belangrijk middel om milieuproblemen op te lossen. Energieketens zullen komende jaren samensmelten en voertuigen en gebouwen gaan daarbij dezelfde brandstof gebruiken. Ook volgens Gense komt het daarbij aan op de juiste mix van brandstoffen.
Er komen heel veel nieuwe modellen aan die rijden op ‘nieuwe’ brandstoffen, ook uit de koker van het Volkswagen-concern. Het is zaak om voor al deze alternatieven de juiste tank- en laadinfrastructuur aan te bieden. Daarbij moet er voortdurend nauw contact zijn met het energienet. Niet alleen op het gebied van elektriciteit, maar ook door slim gebruik te maken van ons aardgasnet – bijvoorbeeld voor waterstof op termijn. Volgens Gense hoeven we op dit moment nog geen finale keuzes te maken. Nederland beschikt in zijn ogen over de perfecte randvoorwaarden om de energietransitie optimaal vorm te geven.
Kunnen we allemaal aan de stekker?
Vervolgens was het tijd voor een discussiepanel waarbij Joris Laponder van Eneco eMobility, Patrick Roozeman van MultiTankcard, Dirk van den Blink van de Vereniging Elektrische Rijders en Paul Broos van Stedin aanschoven. De opkomst van elektrisch rijden brengt behoorlijk wat uitdagingen met zich mee. Over een groot aantal stellingen was het viertal het wel met elkaar eens. Ze voorzien geen laadpalenprobleem, mits er door de verschillende partijen komende tijd wordt ingezet op het neerzetten van voldoende laders. Daarbij moet de mix tussen snelle DC-laadpalen en AC-laders wel in balans zijn, benadrukte Van den Blink. Op het gebied van de infrastructuur is er ook nog wel werk aan de winkel, meent Broos. Het is daarbij afhankelijk van de locatie hoe snel een nieuw punt daadwerkelijk gerealiseerd kan worden.
De wildgroei aan laadpalen, abonnementen en gebrek aan prijstransparantie is een groot probleem voor de gebruiker. Het is volgens Laponder en Roozeman belangrijk dat hier veel meer werk van gemaakt wordt. Je weet vaak pas na afloop hoeveel een laadbeurt gekost heeft. Dit is ook een doorn in het oog van de Vereniging Elektrische Rijders. De vijfde stelling leidt tot meer discussie tussen podium en zaal. Zijn tankstations de meest geschikte plekken om snelladers neer te zetten? Het viertal ziet wel mogelijkheden voor tankstations bij het aanbieden van laadpalen, maar benadrukt dat ook veel andere nieuwe spelers hierin een rol zullen vervullen. Wat dat betreft ligt er veel nieuwe concurrentie op de loer. Maar dat wil niet zeggen dat er geen kansen zijn voor tankstations die investeren in laadpalen.
Of toch waterstof?
Na de paneldiscussie was het de beurt aan Adwin Martens van WaterstofNet. Al tien jaar houdt de non-profitorganisatie zich bezig met waterstofprojecten. Samen met een groot aantal partners wordt werk gemaakt van waterstof. Volgens Martens kan deze vorm van elektrisch vervoer – de elektriciteit wordt immers opgewekt in de brandstofcel tijdens het rijden – zeer interessant zijn voor auto’s, trucks en bussen. Voordelen zijn onder meer de korte tanktijd, de flexibiliteit en de hoge actieradius. Nadelen zijn de dure voertuigen, het beperkte aantal modellen en de op dit moment nog dure brandstof. Martens ziet grote kansen voor (groene) waterstof naast stekkerauto’s. Beide vormen zijn in zijn ogen aanvullend aan elkaar.
Even na half 5 was het tijd voor het slotakkoord. Tijdens een discussiepanel gingen Pepijn Vloemans (Fastned), Jan Bessembinders (BOVAG), Marnix Koopmans (VNPI), Jan van Delft (Vereniging Zakelijke Rijders) en Angelique Berden (VVG/Platform Autogas) met elkaar in debat over het Klimaatakkoord. Volgens Vloemans is elektrisch rijden de perfecte manier om komende jaren te werken aan het terugdringen van de CO2-uitstoot. Bessembinders (BOVAG), Koopmans (VNPI) en Van Delft (VZR) zien juist in deze transitieperiode ook een belangrijke rol weggelegd voor andere alternatieven.
Eenduidig beleid
Berden vindt het niet te verkroppen dat LPG de afgelopen jaren de nek is omgedraaid. Uit oogpunt van CO2, fijnstof en stikstof is dit immers een zeer interessante transitiebrandstof. Het beleid van de overheid op het gebied van autobelastingen is een onderwerp dat de gemoederen behoorlijk bezighoudt. Zowel uit oogpunt van de automobilist als die van de aanbieder van brandstoffen. Volgens Vloemans is het goed dat elektrisch rijden gestimuleerd wordt. Van Delft vindt dat er vooral een eenduidig beleid moet zijn. We moeten weten waar we aan toe zijn, want alleen dan kan je goede beslissingen nemen. Die mening wordt ook onderschreven door de andere panelleden. Meer aandacht voor een ‘well-to-wheel-benadering’ – en niet alleen kijken wat er uit de uitlaat komt – is wellicht de beste manier om een evenwichtiger beeld te krijgen van de daadwerkelijke uitstoot en impact van voertuigen. Wat dat betreft ligt niet tanken óf laden voor de hand, maar lijkt een combinatie van beiden uiteindelijk toch het meest logisch.
Bekijk hieronder de fotoreportage van het GreenFleet Congres 2019 (Foto’s: Robin Britstra)