Kabinet trekt portemonnee voor stimuleren van transportinnovaties
Het kabinet trekt 34,5 miljoen euro uit voor transportprojecten die een bijdrage leveren aan het terugdringen van de uitstoot. De subsidie is bedoeld om bedrijven te helpen bij implementeren van kansrijke innovaties. De eerste projecten worden in 2020 gerealiseerd. Het geld wordt onder meer gebruikt voor het bouwen van zeven nieuwe waterstoftankstations. Die komen in Roosendaal, Utrecht, Nieuwegein, Amsterdam, Dordrecht, Barneveld en Den Helder.
Een van de andere projecten wordt door Holthausen uit Hoogezand uitgevoerd, dat zich onder meer bezighoudt met waterstof. Dit bedrijf bouwt emissieloze veegwagens, kleine voor in winkelcentra en grotere voor straatreiniging. Afnemers kunnen kiezen tussen waterstof of versies met een stekker. Er is ook een variant met een kleine kunstoftank met waterstof erin die je omwisselt voor een volle als hij leeg is. Ze hoeven dus niet te tanken. Deze veegwagens zijn daarmee niet alleen schoon en stil, maar hebben ook een laag gewicht en zijn onbeperkt inzetbaar. Begin 2021 vegen de eerste exemplaren straten schoon in Rotterdam en Groningen.
Focus op waterstof en batterij-elektrisch
De subsidie komt bovenop de 47 miljoen euro die de betrokken bedrijven bijdragen en de 5,9 miljoen euro die uit het potje van de EU komt. De totale investering komt daarmee op ruim 87 miljoen euro, verdeeld over 43 projecten in heel Nederland. De helft daarvan gaat naar batterij-elektrische innovaties, iets minder dan de helft naar projecten op het gebied van waterstof. Een klein deel naar toepassing van hernieuwbare biobrandstof.
Het kabinet wil de CO2-uitstoot in 2030 gehalveerd hebben ten opzichte van 1990. Het transport is verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de CO2-uitstoot. In het klimaatakkoord staan tal van afspraken om deze uitstoot terug te dringen. Dat is niet alleen goed voor het klimaat, maar biedt ook kansen voor Nederlandse bedrijven.