Steeds meer snelweglopers gesignaleerd, 3.874 meldingen in 2019
Het aantal meldingen van mensen die over de vluchtstrook lopen, blijft stijgen. In 2014 telde Rijkswaterstaat nog 1.396 snelwegwandelaars, vorig jaar waren dat er 3.874. Een van de meest genoemde redenen die mensen opgeven is omdat zij onderweg gestrand zijn met een lege tank.
Volgens Rijkswaterstaat lag het aantal in het verleden vaak hoger dan gedacht. De stijging is vooral te danken aan de steeds betere signalering en betere registratie van het aantal snelweglopers. Rijkswaterstaat wordt beter gevonden door weggebruikers en de politie, ook via social media.
Rijkswaterstaat roept mensen op om niet langs de snelweg te gaan lopen. “Door de hoge snelheid van het verkeer en de slechte zichtbaarheid van mensen langs de snelweg, moet je het gewoon echt niet doen. In geval van nood moet een weggebruiker te allen tijde een veilige plek achter de vangrail zoeken en daar wachten op hulp. Ga niet zelf lopen.”
Gestrand met lege tank
Redenen die weginspecteurs van Rijkswaterstaat vaak te horen of te zien krijgen, zijn dat bestuurders met een lege tank gestrand zijn en met hun jerrycan op zoek gaan naar een tankstation. Ook chauffeurs blijken regelmatig op de vluchtstrook te parkeren omdat er op de verzorgingsplaats te weinig ruimte is. Vervolgens gaan zij te voet naar het tankstation om inkopen te doen.
Ook lifters, verwarde en dronken mensen worden geregeld aangetroffen op de vluchtstrook. Volgens Rijkswaterstaat komt het bovendien regelmatig voor dat voetgangers door hun navigatiesysteem naar de snelweg worden geleid.
Wanneer een melding binnenkomt of de wegverkeersleiders op de cameraâs in de verkeerscentrale zien dat iemand op de snelweg loopt, stuurt Rijkswaterstaat een weginspecteur om de veiligheid te checken. Ook wordt de politie ingeschakeld. Andere weggebruikers worden gewaarschuwd door borden en social media. De snelweglopers worden lang niet altijd gevonden; het kan om een valse melding gaan of de persoon heeft de weg alweer verlaten.