Overheden willen tot 50 % meer betalen voor groen wagenpark
Lokale en regionale overheden zijn bereid tussen de 25 en 50 procent extra te betalen voor een wagenpark op alternatieve brandstof. Daarbij gaat de voorkeur uit naar elektrisch vervoer en wagens op groengas. De waterstofauto is op dit moment niet interessant voor de overheden. Dit blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Utrecht in opdracht van Agentschap NL.
In het onderzoek is gekeken naar de voorkeuren van gemeenten, provincies en waterschappen bij de aanschaf van duurzame (dienst)voertuigen. De resultaten dienen als hulpmiddel bij het formuleren van duurzaam inkoopbeleid.
Het onderzoek bestaat uit een keuze-experiment op basis van karakteristieken van auto’s op groengas, elektriciteit en waterstof ten opzichte van een auto met reguliere verbrandingsmotor. Het is de eerste keer dat lokale overheden op deze manier naar hun voorkeuren is gevraagd.
Lokale emissies
Uit de resultaten blijkt dat dat lokale emissies een belangrijk criterium zijn voor de keuze, met name voor gemeenten en provincies, en dat lokale en regionale overheden bereid zijn tussen 25 en 50% extra te betalen voor een auto op alternatieve brandstof.
De elektrische auto en de auto op groengas worden gelijk gewaardeerd, boven de reguliere verbrandingsmotor. Voorwaarde voor de elektrische auto is dat deze wel snel geladen moet kunnen worden (ongeveer 30 minuten).
Compromis
Verder maakt de beperkte actieradius de elektrische auto minder aantrekkelijk voor provincies en waterschappen. De keuze voor een auto op groengas lijkt een compromis: minder lokale milieueffecten, maar een positieve score op de meeste andere kenmerken.
Een betere beschikbaarheid van groengas en nog meer verlaging van lokale uitstoot zou dit alternatief nog aantrekkelijker maken.