Kort geding pomphouders tegen laadpalen langs snelweg
De Vereniging Particuliere Rijkswegvergunningen van Tankstations (VPR) heeft de Nederlandse Staat gedagvaard over het verlenen van vergunningen aan derden voor het plaatsen van elektrische laadstations op verzorgingsterreinen naast tankstatinos langs de snelweg. De Staat garandeerde exclusiviteit aan de exploitanten, maar wijzigde vervolgens eenzijdig haar beleid en staat nu concurrenten toe om de bestaande tankstations op eigen terrein te beconcurreren. Daarnaast stelt de Staat het gebruik van de grond gratis beschikbaar aan de nieuwe concurrenten, terwijl zij de bestaande exploitanten wel een fikse rekening presenteert voor het gebruik van diezelfde terreinen.
De Vereniging Particuliere Rijkswegvergunningen van Tankstations (VPR), waarin 26 zelfstandige exploitanten van tankstations verenigd zijn, heeft daarom een kort geding aangespannen tegen de Staat. De inzet is om de Staat alsnog te dwingen tot het nakomen van de eerder gemaakte afspraken, of ten minste tot inhoudelijk overleg over de problematiek en de oplossing daarvan.
Tankstations
Karin Kok, voorzitter van de VPR:: âModerne tankstations doen niet alleen in benzine en diesel. Zij leveren alle soorten energie waarop voertuigen zich bewegen, lpg, biobrandstof, aardgas en dus ook elektriciteit. In de jaren â70 verkochten we alleen benzine; toen daarna de dieselmotor opkwam, werd dieselverkoop een logisch onderdeel van ons aanbod.”
Datzelfde geldt nu voor elektrisch rijden, zegt de VPR. “Wij weten heel goed dat elektrisch rijden de toekomst is en kijken daar ook al jaren naar. Niet voor niets voerden onze leden al in 2010 overleg met het ministerie van I&M over plaatsing van laadpalen bij hun tankstations. Maar zowel overheid als exploitanten gingen er wel vanuit dat die palen door de bestaande exploitanten geplaatst zouden worden. De overheid heeft immers exclusiviteit tot 2024 beloofd en daarbij maakt het niet of het gaat om benzine, diesel of elektrisch rijden.
Overleg
Bedoeld overleg liep van 2010 tot ver in 2011. Toen werd het ineens stil vanuit de overheid. Nadat de VPR op vervolgoverleg aandrong, ontdekte zij dat de overheid in alle stilte en buiten de VPR om een ander beleid had gemaakt. In strijd met de afspraken, laat dat nieuwe beleid derden alsnog toe tot de zgn. âverzorgingsterreinenâ waarop de tankstations en de omliggende parkeerplaatsen liggen.
“De VPR is uitdrukkelijk voorstander van duurzaamheid, innovatie en elektrisch rijden. Haar leden vragen zelf ook vergunningen aan voor plaatsing van laadpalen aan, of exploiteren die al. Zij zien dat als een logische uitbreiding van hun bestaande activiteiten en dienstverlening aan hun klanten”, vertelt Kok.
“Wij willen duurzaam rijden graag stimuleren door exploitatie van laadpalen bij het eigen tankstation of samenwerking met andere aanbieders, die de palen onder de vleugels van de bestaande rechten van de VPR-leden kunnen exploiteren.”
Exploitatie
Van oudsher hadden de tankstations een eeuwigdurend recht op exploitatie van de grond langs de rijkswegen waarop hun tankstations geplaatst zijn. Omdat de overheid meer concurrentie in de benzinemarkt wenste, zijn de afspraken in 2001 vernieuwd. De tankstationexploitanten gaven hun eeuwigdurend recht op en accepteerden een huurverhoging van de Staat. In ruil daarvoor garandeerde de overheid dat er tot 2024 geen nieuwe tankstations meer bij zouden komen.
Kok: “Die afspraken komt de overheid nu niet meer na, waardoor de VPR geconfronteerd met concurrenten op eigen terrein. Die krijgen het gebruik van het terrein bovendien gratis aangeboden door de overheid, terwijl de leden van de VPR daarvoor wel diep in de buidel moeten tasten.”
Kort geding
De VPR probeerde met de Staat tot oplossingen te komen, maar ving bot omdat de Staat niet bereid bleek tot inhoudelijk overleg of de voorgestelde mediationprocedure. Daarom resteert nu alleen nog het kort geding, waarin de rechter gevraagd zal worden om de Staat alsnog tot overleg te dwingen. De zaak dient op 11 juli a.s. bij de Voorzieningenrechter in Den Haag.
De VPR bestaat sinds 1994 en vertegenwoordigt de exploitanten van 26 zelfstandige tankstations, gelegen langs het Nederlandse hoofdwegennet. De leden van de VPR zijn particuliere exploitanten en opereren onafhankelijk van de grote multinationals zoals Shell, ESSO of BP.