Prijsverschillen snelweg en onderliggend wegennet groeien

Brandstofprijzen aan de snelweg en het onderliggende wegennet liggen een stuk verder uit elkaar dan acht jaar geleden. Het prijsverschil tussen de duurdere snelwegstations en de goedkopere vestigingen aan de provinciale en gemeentelijke wegen is in die periode tussen de twee en de drie cent per liter gegroeid, zowel bij benzine, diesel als lpg.

Uit cijfers van statistiekbureau CBS blijkt dat benzine bij een rijkswegpomp afgelopen november gemiddeld 7 cent duurder is dan bij niet-snelweglocaties. Dat was in januari 2006 nog 4,4 cent. Een stijging van 2,6 cent.

Trend

Voor andere brandstoffen geldt een zelfde trend. Het prijsverschil bij diesel is 2,2 cent toegenomen naar 5,9 cent. Voor lpg is het prijsverschil, en de stijging ervan, het grootst. Automobilisten betalen bij rijksweglocaties gemiddeld 8,3 cent per liter meer dan bij tankstations aan het onderliggende wegennet. Dat was begin 2006 nog 5,4 cent. De gemiddelde snelweg- en niet-snelwegprijzen van december zijn nog niet beschikbaar.

Reden voor de gestegen prijsverschillen is volgens brancheverenigingen de hogere mate van concurrentie tussen pompstations aan de kleinere wegen. Onder meer de groei van het aantal onbemande vestigingen zorgt voor lagere prijzen. Grote oliemaatschappijen zoals onder meer BP, Shell en Total hebben alle onbemande vestigingen aan het onderliggende wegennet en voeren een stevige prijsstrijd met bemande locaties. De snelwegvestigingen ondervonden de afgelopen jaren minder concurrentie, waardoor ze hogere prijzen konden hanteren, redeneren Bovag en Beta.

Onbemand

Of deze situatie nog lang duurt, is de vraag. Beetje bij beetje komen er meer onbemande stations aan de snelweg. Onder meer Tango, Tinq en Argos hebben vestigingen zonder personeel aan A-wegen. Ook besloten de afgelopen jaren steeds meer vlooteigenaren om hun werknemers te verplichten niet langs de snelweg te tanken.

Een andere reden dat automobilisten aan de snelweg meer betalen, zijn de hogere kosten bij rijksweglocaties. Meer uitgaven aan onder andere personeel, pacht en belastingen verhogen de noodzaak voor een exploitant om meer voor hun brandstof te vragen.

Lees ook: Prijsvechter Tango zet eerste stappen langs snelweg

Auteur: Tom van Gurp

Prijsverschillen snelweg en onderliggend wegennet groeien | MobilityEnergy.com

Prijsverschillen snelweg en onderliggend wegennet groeien

Brandstofprijzen aan de snelweg en het onderliggende wegennet liggen een stuk verder uit elkaar dan acht jaar geleden. Het prijsverschil tussen de duurdere snelwegstations en de goedkopere vestigingen aan de provinciale en gemeentelijke wegen is in die periode tussen de twee en de drie cent per liter gegroeid, zowel bij benzine, diesel als lpg.

Uit cijfers van statistiekbureau CBS blijkt dat benzine bij een rijkswegpomp afgelopen november gemiddeld 7 cent duurder is dan bij niet-snelweglocaties. Dat was in januari 2006 nog 4,4 cent. Een stijging van 2,6 cent.

Trend

Voor andere brandstoffen geldt een zelfde trend. Het prijsverschil bij diesel is 2,2 cent toegenomen naar 5,9 cent. Voor lpg is het prijsverschil, en de stijging ervan, het grootst. Automobilisten betalen bij rijksweglocaties gemiddeld 8,3 cent per liter meer dan bij tankstations aan het onderliggende wegennet. Dat was begin 2006 nog 5,4 cent. De gemiddelde snelweg- en niet-snelwegprijzen van december zijn nog niet beschikbaar.

Reden voor de gestegen prijsverschillen is volgens brancheverenigingen de hogere mate van concurrentie tussen pompstations aan de kleinere wegen. Onder meer de groei van het aantal onbemande vestigingen zorgt voor lagere prijzen. Grote oliemaatschappijen zoals onder meer BP, Shell en Total hebben alle onbemande vestigingen aan het onderliggende wegennet en voeren een stevige prijsstrijd met bemande locaties. De snelwegvestigingen ondervonden de afgelopen jaren minder concurrentie, waardoor ze hogere prijzen konden hanteren, redeneren Bovag en Beta.

Onbemand

Of deze situatie nog lang duurt, is de vraag. Beetje bij beetje komen er meer onbemande stations aan de snelweg. Onder meer Tango, Tinq en Argos hebben vestigingen zonder personeel aan A-wegen. Ook besloten de afgelopen jaren steeds meer vlooteigenaren om hun werknemers te verplichten niet langs de snelweg te tanken.

Een andere reden dat automobilisten aan de snelweg meer betalen, zijn de hogere kosten bij rijksweglocaties. Meer uitgaven aan onder andere personeel, pacht en belastingen verhogen de noodzaak voor een exploitant om meer voor hun brandstof te vragen.

Lees ook: Prijsvechter Tango zet eerste stappen langs snelweg

Auteur: Tom van Gurp