Achttien leden van Greenpeace krijgen geen straf voor hun protestactie bij een aantal Shell-stations twee jaar geleden. Dat besloot het gerechtshof in Den Haag donderdag. De activisten zijn wel schuldig bevonden, maar werden niet bestraft. De rechter vond dat de protestactie goed was voorbereid en de veiligheid in acht is genomen. Ook liet hij meewegen dat de geclaimde schade door de actiegroep is vergoed. Greenpeace kreeg daarom een zogeheten rechterlijk pardon.  

In september 2012 voerde de milieuclub actie bij ruim vijftig Shell-stations. Vulpistolen werden met behulp van tie-wraps en beugelsloten aan elkaar vast gemaakt. Automobilisten konden daardoor niet meer tanken. Pomphouders liepen omzet mis. Ook het hoofdkantoor van Shell werd bezet. De actievoerders protesteerden tegen het feit dat de oliemaatschappij boringen uitvoert op de Noordpool.

Rechtbank

Tegen de achttien demonstranten eiste de officier van justitie donderdag een boete van duizend euro, waarvan de helft voorwaardelijk. Het OM was van mening de veiligheid in het geding is geweest of had kunnen komen door de actie van Greenpeace. Daar was de rechtbank het dus niet mee eens.

Bij een eerdere rechtszaak over deze affaire trok de oliemaatschappij ook aan het kortste eind. Shell had om een verbod gevraagd van dergelijke protestacties. De rechtbank Amsterdam wees dat echter van de hand. De rechter was van mening dat de actie wel moeten worden toegestaan, zolang aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Zo mogen dit soort acties niet langer duren dan één uur en moet het doel vooraf duidelijk zijn.

Lees ook: Greenpeace mag actievoeren op tankstations