Energieconcern Shell is begonnen met de uitbreiding van de raffinaderij in Pernis. Hier moeten binnen enkele jaren een zogeheten Solvent DeAsphalter en een aromatenfabriek komen. Tegelijkertijd heeft het bedrijf besloten om een raffinaderij in Denemarken te verkopen en overweegt het om bij zijn Britse tankstations laadpalen neer te zetten voor elektrische auto’s.

Door de investering in de raffinaderij in Pernis wil Shell concurrerend blijven in de momenteel zeer competitieve raffinagemarkt. “Door de uitbreiding kunnen we flexibel blijven en het productportfolio beter afstemmen op de marktvraag”, meldt Jos van Winsen, general manager bij de raffinaderij. “Dat is essentieel om de leidende positie van Shell Pernis in het internationale speelveld te kunnen behouden en een belangrijke werkgever te blijven.”

DeAsphalter

De DeAsphalter krijgt de taak om zware bestanddelen te verwijderen uit een stroom aardolieproducten, waardoor in andere fabrieken meer lichtere, hoogwaardige producten zoals benzine en diesel kunnen worden gemaakt. De fabriek zal naar verwachting in 2018 gereed zijn.

De aromatenfabriek moet eveneens bijdragen aan een verdere versterking van de concurrentiepositie. Deze nieuwe installatie maakt het mogelijk om een relatief benzeenrijke stroom te produceren, die bij Shell Moerdijk verder wordt verwerkt tot zuiver benzeen. Dat kan dienen als grondstof voor verwerking tot onder meer rubber, plastics, nylon en synthetische stoffen.

Terwijl in de Nederlandse raffinage-activiteiten volop wordt geïnvesteerd, wordt in Denemarken een soortgelijk onderdeel van de hand gedaan. De raffinaderij in het Scandinavische land wordt voor ruim zeventig miljoen euro verkocht aan Dansk Olieselskab ApS. De transactie maakt onderdeel uit van een strategie van Shell om de downstream-tak fors af te slanken. Zo werden recentelijk alle tankstation in Denemarken verkocht, een stap die Shell ook in andere landen heeft gezet.

Laadpalen

Tegelijkertijd werd bekend dat de multinational plannen heeft om in Groot-Brittannië laadpalen bij zijn tankstations te realiseren. Dit blijkt uit mailverkeer tussen Shell en de Britse overheid. De eerste laadfaciliteiten zouden komend jaar al moeten worden aangelegd. Om hoeveel palen het gaat en bij hoeveel Britse tankstations ze zouden moeten komen, is nog niet duidelijk.

Shell heeft voor de energietransitie de laatste jaren vooral ingezet op fossiele alternatieven, zoals vloeibaar aardgas (lng) en gas-to-liquids (gtl). Ook is het in Duitsland bezig met grootschalige plannen voor een uitrol van waterstofstations. Op het gebied van laadpalen was het tot dusver relatief stil bij de oliemaatschappij. Naar nu blijkt, wil de multinational ook in dat segment stappen zetten.