Rechter geeft exploitant gelijk in strijd met BP om afnameverplichting
Het gerechtshof in Arnhem heeft beslist dat een eigenaar van een tankstation niet langer verplicht is exclusief motorbrandstoffen van BP af te nemen. Daarmee komt na acht jaar een einde aan een langlopend conflict.
De betrokken exploitant van het tankstation sloot een 20-jaar durende overeenkomst met BP. Daardoor was de exploitant verplicht om gedurende 20 jaar alle motorbrandstoffen van BP af te nemen. In 2004 wilde de exploitant echter onder de overeenkomst uit.
Mededingingsrecht
Daarbij beriep de exploitant zich op het mededingingsrecht. BP had recht op een non-concurrentiebeding zoals in de overeenkomst, maar dit beding mocht dan niet langer dan vijf jaar duren. Ook mocht BP dan een niet te grote marktspeler zijn.
Het gerechtshof in Arnhem heeft daarom beslist dat de overeenkomst aangepast mag worden, omdat BP een marktaandeel heeft van 11 tot 12% en de overeenkomst 20 jaar zou lopen.
Benzineleverancier
Het gerechtshof woog in de beoordeling van de zaak mee dat andere benzineleveranciers ook dit soort overeenkomsten sluiten. Hierdoor zou volgens het hof een cumulatief effect ontstaan.
Het beding werd daarom nietig verklaard en is niet langer geldig. Volgens advocaat Fanauw Hoppe in Dichtbij Utrecht en Leidsche Rijn heeft de uitspraak grote gevolgen voor BP.
Motorbrandstof
BP loopt door het ongeldig verklaren van het beding het risico dat de exploitant naar een andere leverancier overstapt. Ook is er een kans dat BP een hogere korting moet verstrekken op de motorbrandstoffen.
Daarnaast moet BP de schade vergoeden die de exploitant heeft opgelopen door het langlopende beding. Het gerechtshof dacht daarbij aan een prijs van 0,02 euro per liter. Daarbij wordt met terugwerkende kracht gerekend vanaf 1 januari 2004. Hoe hoog de schadevergoeding uiteindelijk zal worden, wordt bepaald in een aparte procedure.
Heeft deze uitspraak gevolgen voor een codo situatie?
Ik ben bij deze zaak betrokken als advocaat van de betreffende exploitant, Servicestations Benschop te Woerden. Dit resultaat kon worden behaald als gevolg van een goede focus, veel expertise en doorzettingsvermogen van/aan mijn kant, maar vooral ook dankzij het vertrouwen dat de client gedurende meer dan acht jaar in mij en de goede afloop van de procedure heeft gehouden. Ik maak wel de kanttekening dat het nog niet zeker is dat de strijd ten einde is. BP heeft nog de mogelijkheid van cassatie.
Nog even een korte reactie op de vraag van J. Wokke: Indien de benzinemaatschappij zelf eigenaar van de ondergrond en het benzinestation is of deze huurt van een derde, niet met de exploitant verbonden, partij, mag de exclusieve afnameverplichting gelden voor de volledige duur van de exploitatieovereenkomst. Voor een “echte” codo situatie heeft de uitspraak geen gevolgen. De uitspraak maakt duidelijk dat de huur-wederhuurovereenkomst (of variant daarvan) voor grote oliemaatschappijen niet werkt.
Inmiddels heeft de Hoge Raad de uitspraak van het Hof bevestigd, zie: http://www.dichtbij.nl/amsterdam-centrum/ondernemersnieuws/artikel/3314454/bp-wacht-schadeclaim.aspx
Klopt. We hebben daar inmiddels ook een artikel van gemaakt: http://www.tankpro.nl/specials/2014/01/16/pomphouder-wint-jarenlange-strijd-tegen-bp-over-duur-van-contract/