Steeds minder jongeren zijn in bezit van auto
Steeds meer jongeren tussen de 18 en 25 jaar verkiezen het openbaar vervoer of de (brom)fiets boven de auto. Doordat een steeds grotere groep uit deze leeftijdscategorie in de stad woont, zijn dit vaak aantrekkelijkere alternatieven, zo meldt statistiekbureau CBS in haar rapport ‘Transport & Mobiliteit’. Toch groeit het aantal auto’s in Nederland nog altijd.
Het totale aantal personenauto’s in Nederland bedraagt dit jaar bijna acht miljoen volgens het rapport. Dat is een stijging van 25 procent ten opzichte van vijftien jaar geleden. Samen met de brom- en motorfietsen en vrachtauto’s zijn er nu 10,8 miljoen motorvoertuigen in Nederland.
Jongeren autoloos
Al sinds 2011 daalt het aantal jongeren tot 25 jaar in Nederland dat een auto bezit. Het CBS schrijft dit toe aan het feit dat jongeren vaker in steden wonen. “Hier is een groter aanbod van openbaar vervoer en er wordt meer ge(brom)fietst. Bovendien zijn allerlei voorzieningen in de stad dichterbij dan daarbuiten én heb je in de stad vaker met parkeerproblemen te maken”, zo is te lezen in het rapport. Ongeveer één op de zeven jongeren bezit momenteel een auto. Dat was vier jaar geleden nog ruim één op de zes.
Naast praktische redenen wijst het onderzoek ook op de ontwikkeling dat de heilige koe steeds minder gezien wordt als een statussymbool. Twee jaar geleden schreef CBS-econoom Senne Jansen het dalende aantal autobezitters onder jongeren hier al aan toe. “Misschien moet de auto het als statussymbool afleggen tegen bijvoorbeeld een dure smartphone”, concludeerde hij toen. Die trend zet zich nu dus door.
Meer rijbewijzen
Desondanks constateert het CBS een ruime groei in het aantal auto’s en denkt dat dit niet alleen een gevolg is van de bevolkingsgroei. “Vooral ouderen en vrouwen hebben vaker een auto dan vroeger, omdat zij vaker een rijbewijs hebben. Het is voor vrouwen bijvoorbeeld nu net zo gewoon om een rijbewijs te halen als voor mannen en ook hun arbeidsparticipatie is toegenomen.”
Ook is het steeds vanzelfsprekender geworden om een auto te hebben. In de helft van de huishoudens is één auto aanwezig, bijna een kwart heeft er twee of meer. Tegenwoordig heeft de helft van de volwassenen een auto. Een opvallende stijging is ook te zien bij het aantal 85-plussers dat een auto bezit. Dat is momenteel één op de vier, ten opzichte van één op de tien in 2000.
Lars Verpalen