Rotterdamse ethanolfabriek in etalage gezet door Abengoa
Het Spaanse bio-energiebedrijf Abengoa heeft zijn Rotterdamse ethanolfabriek in de etalage gezet. De Spanjaarden staan op de rand van een faillissement en moeten bedrijfsonderdelen verkopen om niet om te vallen. Daarom wil het bestuur de activiteiten rondom ‘eerste generatie biobrandstoffen’ van de hand doen, waaronder de Rotterdamse vestiging. Over eventuele geïnteresseerde partijen is nog niets bekend. Ook hangt de fabriek in de Maasstad een boete van 1 miljoen euro boven het hoofd vanwege stankoverlast.
Het bedrijfsonderdeel is volgens de Spaanse producent van biobrandstoffen de grootste ethanolfabriek in Europa. Er wordt jaarlijks 480 miljoen liter geproduceerd van het goedje dat vaak wordt bijgemengd bij benzine. Daarmee kunnen brandstofverkopers voldoen aan Europese duurzaamheidseisen.
Reddingsplan
Het bedrijf is in financiële problemen gekomen en werkt momenteel aan een reddingsplan, meldt (betaalde link) het Financieele Dagblad. Abengoa zou een te hoge schuldenlast hebben en een recente kapitaalverhoging is mislukt. In Rotterdam werken 85 personeelsleden.
Het mogelijke faillissement is niet het enige probleem van het bedrijf. De Europese Commissie doet momenteel onderzoek naar drie bedrijven, waaronder Abengoa, inzake het mogelijk manipuleren van benchmarkprijzen voor ethanol. Tevens eiste het Openbaar Ministerie donderdag in een rechtszaak een boete van 1 miljoen euro wegens stankoverlast.
Boete
Veel omwonenden klaagden al sinds de start van de fabriek in 2010 over stank. Er kwamen meer dan duizend klachten binnen. Volgens het OM greep het management pas vier jaar later in. Vóór die tijd werden jarenlang regels uit de vergunning overtreden. Daarom is een boete noodzakelijk en is tevens een voorwaardelijke fabriekssluiting van zes maanden geëist. Een uitspraak in de zaak volgt spoedig.