Het minimumjeugdloon wordt in stappen afgeschaft voor jongeren vanaf 21 jaar. Zij gaan een volwaardig salaris ontvangen. Die grens ligt nu nog bij 23 jaar. Ook heeft het kabinet met coalitiepartners en sociale partners overeenstemming bereikt over enkele andere aanpassingen van de Wet Werk en Zekerheid, de zogeheten Flexwet. Het totale pakket van nieuwe maatregelen is donderdag door minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken naar de Tweede Kamer gestuurd.  

Het kabinet vindt dat de huidige vormgeving van het minimumjeugdloon niet meer past bij de arbeidsmarkt- en inkomenspositie van werkende jongeren. Ook loopt Nederland internationaal uit de pas. De komende jaren gaat het minimumjeugdloon daarom in stappen omhoog, zodat jongeren vanaf 21 jaar het minimumloon gaan verdienen.

Banenverlies

Het loon van jongeren van 18, 19 en 20 zal meestijgen om het risico te beperken dat de verschillende leeftijden een rol gaan spelen bij het aannemen van personeel. Om banenverlies te voorkomen, neemt het kabinet compenserende maatregelen.

Daarnaast wil het kabinet een wijziging aanbrengen in de regels rondom de transitievergoeding. Werknemers die langdurig ziek zijn houden recht op deze vergoeding, maar hun werkgever wordt gecompenseerd uit het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWF). Hier zal een verhoging van de (uniforme) premie tegenover staan. Ook zijn de regels voor personeelscontracten voor seizoensarbeiders gewijzigd. Deze vernieuwde regels hebben echter geen gevolgen voor de petrolbranche.

Lees ook: Meerderheid Kamer wil verhoging van minimumjeugdloon