Weerstand tegen plan voor keuringsplicht van bedrijfsriool
Een voornemen van het ministerie van Infrastructuur en Milieu om een keuringsplicht voor bedrijfsriolen in te voeren, stuit op weerstand van Bovag. De overheid heeft plannen om bij tankstations en wasbedrijven te gaan controleren of het bedrijfsriool wel vloeistofdicht is. Maar de brancheorganisatie uit Bunnik wil dat eerst bekeken wordt of er überhaupt een noodzaak is voor een dergelijke maatregel.
Het ministerie wil de Omgevingswet met ingang van 2018 verder aanscherpen. Niet alle veranderingen zijn al bekend, maar sommige voornemens zijn al wél duidelijk. Zo is er een plan om bedrijfsriolen onder een vloeistofdichte vloer wettelijk te laten inspecteren op vloeistofdichtheid.
Bovag-milieuspecialist Jan Bessembinders is niet gelukkig met dat voornemen. “We snappen dat degene die de regels opstelt, van mening is dat het vloeistofdichte bedrijfsriool op lekdichtheid moet worden geïnspecteerd, maar de noodzaak is niet aangetoond. Grote lekkages zijn niet bekend. Sterker nog: ze zijn niet eens geregistreerd.”
Genoeg verplichtingen
“Bovendien zijn nu al genoeg verplichtingen om onregelmatigheden te herkennen, zoals de jaarlijkse bedrijfsinterne controle van de vloer, de 6-jaarlijkse her-certificering van de vloer, de jaarlijkse en 5-jaarlijkse controle van de olie-water-slibafscheider (Obas), grondwaterbemonstering en de bewakingssystemen rond ondergrondse tanks. Het klopt dat er nog geen inspectieverplichting geldt voor het riool, maar hoeveel zekerheden wil je hebben?”
Bessembinders stelt voor om eerst over een langere periode gegevens te verzamelen, zodat het bodembeschermingsbeleid op de praktijk kan worden aangepast. “Jaarlijks vinden veel keuringen plaats van vloeren, tanks, Obas-sen en zelfs vrijwillige rioolinspecties.”
Realistisch bodembeleid
De instantie die verantwoordelijk is voor het actueel houden van bodemnorm-documenten (SIKB) kan volgens Bovag alle inspectiegegevens rond de bodem registreren, waarna overheid en bedrijfsleven om tafel zouden moeten gaan om realistisch bodembeleid op te stellen. “Op dit moment wordt niets landelijk vastgelegd. We baseren onze inspectieregels dus op aannames en niet op vastgelegde feiten.”
De brancheorganisatie is er voorstander van om alles in het bodembeleid onder de loep te nemen en niet alleen het riool. Dus ook vloeren, tanks en de Obas. “Wij vinden dat inspecties en keuringsfrequenties ook soepeler moeten kunnen worden ingericht als de feiten dat aantonen.”
“Nu gebeurt het tegenovergestelde: men stelt een aanscherping van de wet voor, zonder onderzoek, zonder noodzaak en ook zonder hoor- en wederhoor. Omdat iets onzichtbaar onder de grond zit, wil dat niet zeggen dat er een onaanvaardbaar risico wordt genomen.”