Een coalitie van Bovag en diverse andere brancheverenigingen roept de Tweede Kamer op om de sectoropleidingsfondsen in tact te houden. Dit plan betreft onder meer het OOTW, dat zich inzet voor de tankstation- en carwashbranche. “Zeker nu de markt aantrekt en het tekort aan vakbekwaam personeel toeneemt, zijn de fondsen een onmisbare factor in de instroom en ontwikkeling van de branche”, aldus de betrokken verenigingen in een gezamenlijke verklaring. Ook brancheorganisatie Beta ondersteunt het behoud van het opleidingsfonds.

Een aantal fracties in de Tweede Kamer heeft een voorstel gedaan voor één nationaal opleidingsfonds. Het geld dat anders naar de sectorfondsen gaat, zou dan aan individuele werknemers worden uitgekeerd via hun werkgever. Bovag vreest voor de gevolgen van dit voorstel. Uit onderzoek en ervaring blijkt namelijk dat wanneer werknemers alleen een opleidingsbudget krijgen, ze nauwelijks gebruik maken van na- en bijscholingsmogelijkheden.

Belangrijke rol

Bertho Eckhardt, algemeen voorzitter van Bovag licht toe: “Sectoropleidingsfondsen spelen een belangrijke rol in het in beweging brengen van werkgevers en werknemers. Door advies en loopbaanbegeleiding helpen ze werknemers zich verder te ontwikkelen. Naast een grote branchekennis hebben ze een hecht regionaal netwerk en weten ze vraag en aanbod goed op elkaar aan te laten sluiten.”

Opleidingsfondsen zijn daarnaast essentieel voor de economische ontwikkeling van de branche, vindt hij. Zij doen bijvoorbeeld onderzoek naar hoe de branche er in de toekomst uitziet en wat nodig is qua kennis en personeel. Door de branchekennis van de opleidingsfondsen kan het nascholingsaanbod optimaal worden gestemd op de behoefte in de sector. De gezamenlijk brief is een startpunt voor de lobby van Bovag voor het behoud van opleidingsfondsen.

Annemarie van Wijk zit namens Beta in het OOTW-bestuur en vindt dat het fonds een heel goed voorbeeld is van hoe opleidingsinstituten relevant kunnen zijn. “Als de trainingen maar aansluiten bij de behoefte van de werkgevers en werknemers in de branche en goed aan de man worden gebracht, kan een fonds heel goed werken. Bovendien gebeurt dat bij OOTW met een relatief beperkte werkgeversbijdrage, in vergelijking met andere opleidingsfondsen.”