‘Geef duidelijke instructies en stel ontsmettingsvloeistof beschikbaar’

Hoe zorg je er als tankstation voor dat je klanten en medewerkers tegen verdere verspreiding van het coronavirus beschermt? Door duidelijke instructies bij de pomp te geven én door ontsmettingsvloeistof beschikbaar te stellen bij de pinterminals en de nozzles, stelt bedrijfsarts Daan Breederveld.

De hele wereld is op dit moment keihard bezig om verdere verspreiding van het coronavirus te beperken. Maar hoe besmettelijk is dit virus eigenlijk? We vragen het aan Daan Breederveld, bedrijfsarts bij Het Med, Gezondheid en werk in Amsterdam. “Over het algemeen wordt nu aangenomen dat het coronavirus COVID-19 iets besmettelijker is dan een ‘gewone griep’, maar weer veel minder besmettelijk dan bijvoorbeeld mazelen of waterpokken. De seizoensgriep lijkt dus iets minder besmettelijk, maar ook daar zijn weer dodelijke varianten van, dus alleen besmettelijkheid zegt niet alles.”

Uit onderzoeken die half maart (New England Journal of Medicine) en eerder in het jaar (Günter Kampf/Universitätsmedizin Greifswald) werden gepubliceerd, blijkt dat – afhankelijk van het oppervlak, coronavirussen (er zijn meerdere subtypen getest) 72 uur tot in het uiterste geval negen dagen behouden kunnen blijven op oppervlakken. “Dit is erg afhankelijk van de omstandigheden en het soort oppervlak”, benadrukt Breederveld.

Invloed van materiaal en temperatuur

Voor tankstations is het belangrijk om te weten dat plastics en RVS voor het virus ‘gunstige’ oppervlakken zijn. Dit zijn juist de materialen waarvan de nozzles zijn gemaakt, althans de delen die de consument met de handen aanraakt. “Zouden de nozzles van koper zijn gemaakt, dan was het in ons voordeel geweest, omdat virusdeeltjes hierop niet goed intact blijven.” Ook de temperatuur heeft invloed op het virus, legt Breederveld uit. “Kou vertraagt het uiteenvallen van het virus, warmte en UV-straling versnellen dat proces. Anders gezegd: hoe kouder het is, hoe langer het duurt voordat virusdeeltjes aan besmettingskracht verliezen.” Uit onderzoek blijkt dat ook wind een nadelig effect op het virus heeft.

Het is volgens de arts niet duidelijk hoe lang het virus op nozzles beschikbaar blijft in de buitenlucht onder de verschillende weersomstandigheden. “Dat onderzoek is bij mijn weten niet eerder gedaan. Dus we moeten het doen met de data die we wél hebben. Het is goed dat we ons beseffen dat het om indirect bewijs gaat. De praktijk kan anders uitpakken, omdat er meerdere invloeden tegelijk van toepassing zijn, denk aan het materiaal van de nozzle, de weersinvloeden, de mate van gebruik of de hoeveelheid virus dat aangebracht wordt.” Het is onmogelijk om dit in een laboratoriumsetting zo te onderzoeken dat het volledig aansluit op de praktijk. “Daarom zijn er voor dit soort vragen weinig echt sluitende wetenschappelijke uitkomsten.”

Kennis overdragen

Een van de belangrijkste vragen op dit moment is: hoe kun je je personeel zo goed mogelijk beschermen en voorkomen dat het virus overslaat? Breederveld: “Allereerst helpt het als het personeel weet hoe het virus wordt overgedragen en dus hoe een besmetting verloopt. Aanhoesten of niezen via druppeltjes slijm door de lucht, direct contact (vooral via de handen) of via oppervlakken zijn de belangrijkste routes van besmetting. Vervolgens is de strategie om bij de bron te beginnen, de bezoekers van de tankstations dus. De overheid doet er alles aan om bij mensen tussen de oren te krijgen dat ze met klachten thuis moeten blijven. Tegelijk weten we niet zeker of dat alle risico’s afdekt en is er helaas geen garantie dat iedereen zich daar altijd aan houdt.”

De volgende stap is de bezoeker van het tankstation zo te instrueren dat hij of zij persoonlijk de hygiëne in acht neemt. “Afstand houden is daar een goed voorbeeld van, op tankstations zijn in de elleboog niezen en handen vaak wassen misschien nog wel belangrijker. Dat kun je niet vaak genoeg zeggen of op borden aankondigen, want mensen hebben nu eenmaal andere gewoonten.”

Duidelijke instructies

Direct aan de pomp is het belangrijk dat er heel duidelijk instructies en middelen beschikbaar zijn om besmetting via oppervlakken tegen te gaan. “Dan zou desinfecterende vloeistof aan de pomp een goede oplossing kunnen zijn. Dus: uit de auto, nog voor het openen van de tankdop en het pakken van de nozzle, vloeistof gebruiken om de handen schoon te maken; tanken en daarna opnieuw de handen reinigen.” Datzelfde geldt ook bij pinnen aan de pomp. “Voor het pinnen de handen reinigen en na het pinnen opnieuw, ook om te voorkomen dat het virus aan het stuur van de automobilist belandt.” Contactloos betalen is uiteraard altijd beter dan pinnen. Het maximumbedrag daarvoor werd afgelopen week verhoogd van 25 naar 50 euro, waardoor het minder vaak nodig is om de pincode in te toetsen.

(Het artikel gaat verder onder de foto)

Heeft Breederveld tips of verbeterpunten om de sector te helpen in deze lastige tijd? Belangrijk is het volgens hem vooral om te zorgen voor duidelijke instructies bij de pomp voor wat betreft het afstand houden tot elkaar en het reinigen van de handen voor gebruik van nozzle en pinapparaat. Het monteren van units met ontsmettingsvloeistof voor de handen bij pinterminals en nozzles zou aan te raden zijn.

Maatschappelijke betrokkenheid

“Instructies kun je niet vaak genoeg herhalen als je menselijk gedrag wilt veranderen. Bijvoorbeeld ook via het intercomsysteem bij het instellen van nieuwe maatregelen, dat zou geen gek idee zijn. Ik kan me voorstellen dat de pomphouders wellicht bang zijn dat de desinfecterende handpompen gestolen zullen worden, want daar is een enorm tekort aan geweest. Maar daar is vast een technische oplossing voor te bedenken.”

Het initiatief van Shell om de grondstof voor de handgel ter beschikking te stellen kan een begin zijn van een samenwerking die hier snel een werkbaar resultaat in laat zien, aldus Breederveld. “Als andere partijen zich melden met bestaande oplossingen kan het vlot geregeld zijn, lijkt me. En als het over kosten gaat: nu is het moment voor de oliemaatschappijen om hun maatschappelijke betrokkenheid te laten zien, dat betaalt zich ongetwijfeld terug in de toekomst.”

Lees ook:

Auteur: Remco Nieuwenbroek

Remco Nieuwenbroek is de vaste journalist voor vakblad TankPro en hoofdredacteur van het TankPro Magazine.

‘Geef duidelijke instructies en stel ontsmettingsvloeistof beschikbaar’ | MobilityEnergy.com

‘Geef duidelijke instructies en stel ontsmettingsvloeistof beschikbaar’

Hoe zorg je er als tankstation voor dat je klanten en medewerkers tegen verdere verspreiding van het coronavirus beschermt? Door duidelijke instructies bij de pomp te geven én door ontsmettingsvloeistof beschikbaar te stellen bij de pinterminals en de nozzles, stelt bedrijfsarts Daan Breederveld.

De hele wereld is op dit moment keihard bezig om verdere verspreiding van het coronavirus te beperken. Maar hoe besmettelijk is dit virus eigenlijk? We vragen het aan Daan Breederveld, bedrijfsarts bij Het Med, Gezondheid en werk in Amsterdam. “Over het algemeen wordt nu aangenomen dat het coronavirus COVID-19 iets besmettelijker is dan een ‘gewone griep’, maar weer veel minder besmettelijk dan bijvoorbeeld mazelen of waterpokken. De seizoensgriep lijkt dus iets minder besmettelijk, maar ook daar zijn weer dodelijke varianten van, dus alleen besmettelijkheid zegt niet alles.”

Uit onderzoeken die half maart (New England Journal of Medicine) en eerder in het jaar (Günter Kampf/Universitätsmedizin Greifswald) werden gepubliceerd, blijkt dat – afhankelijk van het oppervlak, coronavirussen (er zijn meerdere subtypen getest) 72 uur tot in het uiterste geval negen dagen behouden kunnen blijven op oppervlakken. “Dit is erg afhankelijk van de omstandigheden en het soort oppervlak”, benadrukt Breederveld.

Invloed van materiaal en temperatuur

Voor tankstations is het belangrijk om te weten dat plastics en RVS voor het virus ‘gunstige’ oppervlakken zijn. Dit zijn juist de materialen waarvan de nozzles zijn gemaakt, althans de delen die de consument met de handen aanraakt. “Zouden de nozzles van koper zijn gemaakt, dan was het in ons voordeel geweest, omdat virusdeeltjes hierop niet goed intact blijven.” Ook de temperatuur heeft invloed op het virus, legt Breederveld uit. “Kou vertraagt het uiteenvallen van het virus, warmte en UV-straling versnellen dat proces. Anders gezegd: hoe kouder het is, hoe langer het duurt voordat virusdeeltjes aan besmettingskracht verliezen.” Uit onderzoek blijkt dat ook wind een nadelig effect op het virus heeft.

Het is volgens de arts niet duidelijk hoe lang het virus op nozzles beschikbaar blijft in de buitenlucht onder de verschillende weersomstandigheden. “Dat onderzoek is bij mijn weten niet eerder gedaan. Dus we moeten het doen met de data die we wél hebben. Het is goed dat we ons beseffen dat het om indirect bewijs gaat. De praktijk kan anders uitpakken, omdat er meerdere invloeden tegelijk van toepassing zijn, denk aan het materiaal van de nozzle, de weersinvloeden, de mate van gebruik of de hoeveelheid virus dat aangebracht wordt.” Het is onmogelijk om dit in een laboratoriumsetting zo te onderzoeken dat het volledig aansluit op de praktijk. “Daarom zijn er voor dit soort vragen weinig echt sluitende wetenschappelijke uitkomsten.”

Kennis overdragen

Een van de belangrijkste vragen op dit moment is: hoe kun je je personeel zo goed mogelijk beschermen en voorkomen dat het virus overslaat? Breederveld: “Allereerst helpt het als het personeel weet hoe het virus wordt overgedragen en dus hoe een besmetting verloopt. Aanhoesten of niezen via druppeltjes slijm door de lucht, direct contact (vooral via de handen) of via oppervlakken zijn de belangrijkste routes van besmetting. Vervolgens is de strategie om bij de bron te beginnen, de bezoekers van de tankstations dus. De overheid doet er alles aan om bij mensen tussen de oren te krijgen dat ze met klachten thuis moeten blijven. Tegelijk weten we niet zeker of dat alle risico’s afdekt en is er helaas geen garantie dat iedereen zich daar altijd aan houdt.”

De volgende stap is de bezoeker van het tankstation zo te instrueren dat hij of zij persoonlijk de hygiëne in acht neemt. “Afstand houden is daar een goed voorbeeld van, op tankstations zijn in de elleboog niezen en handen vaak wassen misschien nog wel belangrijker. Dat kun je niet vaak genoeg zeggen of op borden aankondigen, want mensen hebben nu eenmaal andere gewoonten.”

Duidelijke instructies

Direct aan de pomp is het belangrijk dat er heel duidelijk instructies en middelen beschikbaar zijn om besmetting via oppervlakken tegen te gaan. “Dan zou desinfecterende vloeistof aan de pomp een goede oplossing kunnen zijn. Dus: uit de auto, nog voor het openen van de tankdop en het pakken van de nozzle, vloeistof gebruiken om de handen schoon te maken; tanken en daarna opnieuw de handen reinigen.” Datzelfde geldt ook bij pinnen aan de pomp. “Voor het pinnen de handen reinigen en na het pinnen opnieuw, ook om te voorkomen dat het virus aan het stuur van de automobilist belandt.” Contactloos betalen is uiteraard altijd beter dan pinnen. Het maximumbedrag daarvoor werd afgelopen week verhoogd van 25 naar 50 euro, waardoor het minder vaak nodig is om de pincode in te toetsen.

(Het artikel gaat verder onder de foto)

Heeft Breederveld tips of verbeterpunten om de sector te helpen in deze lastige tijd? Belangrijk is het volgens hem vooral om te zorgen voor duidelijke instructies bij de pomp voor wat betreft het afstand houden tot elkaar en het reinigen van de handen voor gebruik van nozzle en pinapparaat. Het monteren van units met ontsmettingsvloeistof voor de handen bij pinterminals en nozzles zou aan te raden zijn.

Maatschappelijke betrokkenheid

“Instructies kun je niet vaak genoeg herhalen als je menselijk gedrag wilt veranderen. Bijvoorbeeld ook via het intercomsysteem bij het instellen van nieuwe maatregelen, dat zou geen gek idee zijn. Ik kan me voorstellen dat de pomphouders wellicht bang zijn dat de desinfecterende handpompen gestolen zullen worden, want daar is een enorm tekort aan geweest. Maar daar is vast een technische oplossing voor te bedenken.”

Het initiatief van Shell om de grondstof voor de handgel ter beschikking te stellen kan een begin zijn van een samenwerking die hier snel een werkbaar resultaat in laat zien, aldus Breederveld. “Als andere partijen zich melden met bestaande oplossingen kan het vlot geregeld zijn, lijkt me. En als het over kosten gaat: nu is het moment voor de oliemaatschappijen om hun maatschappelijke betrokkenheid te laten zien, dat betaalt zich ongetwijfeld terug in de toekomst.”

Lees ook:

Auteur: Remco Nieuwenbroek

Remco Nieuwenbroek is de vaste journalist voor vakblad TankPro en hoofdredacteur van het TankPro Magazine.