Pomphouder Pascal Tausch van het Shell-tankstation in Drunen heeft een effectief wapen ingezet tegen benzinedieven. Zodra hij een benzinedief heeft geregistreerd twittert hij de beelden door en zet hij ze tevens op Facebook. Inmiddels heeft hij tenminste één benzinedief op deze manier weten op te sporen en zijn adresgegevens overgedragen aan politie.

Pomphouder Tausch zegt jaarlijks 10.000 euro kwijt te zijn aan benzinedieven. Hij is het behoorlijk zat om lijdzaam toe te zien op deze gedwongen derving aan inkomsten. “Je merkt dat benzinedieven steeds creatiever worden. Niet alleen werken ze met gestolen nummerplaten maar ze komen ook aan de kassa met een of ander zielig verhaal.”

“En geven dan een vals adres op of laten iets van waarde achter wat niet overeenkomt met de 100 euro die ze net hebben getankt.”

Opsporen

Om de dieven nu beter te kunnen opsporen of in ieder geval bekend te maken, maakt de pomphouder gebruikt van Twitter en Facebook. Zo heeft hij onlangs een foto van de nummerplaat van een bedrijfswagen met opdruk openbaar gemaakt.

De eigenaar van deze auto was zonder te betalen verder gereden en uit navraag bleek het bedrijf op een vals adres te zijn ingeschreven. ” Toch zijn we er via Twitter achtergekomen waar deze man op dit moment verblijft. De politie heeft hem inmiddels gesproken. en ik kan waarschijnlijk mijn geld terugkrijgen.”

Bedoelingen

Tausch is verbaasd over alle reacties die hij krijgt. Hij heeft inmiddels honderden volgers op Twitter. “Klanten die hier komen geven me voor de volle honderd procent gelijk. Ook de politie is tevreden, al laat ze dat natuurlijk niet blijken.”

Of hij juridisch gezien zijn gang mag gaan is een tweede. Het openbaar maken van foto’s van personen op internet en social media ligt nog steeds gevoelig. “Ik ga heel zorgvuldig te werk en maak pas foto’s openbaar als de benzinedief voldoet aan een van de twee voorwaarden. Of hij heeft geen vaste woon- of verblijfplaats, of het gaat om een vals kenteken. Dan kun je er vanuit gaan dat iemand geen goede bedoelingen heeft gehad.”

Fred Kramer