Ondernemers: ‘Scheiden brandstof en shop geeft veel rust’

Verhuren van het voorterrein kan veel rust bieden en stelt je in staat flink te snijden in de uitgaven. Dat zegt shophouder Harold van den Broeke. Hij is eigenaar van een tankshop in Oss en verhuurt zijn voorterrein aan Tango. “Ik heb geen zorgen over facturatie, hoef niet achter doorrijders aan en houd onder de streep meer over.” Ingrid de Wagenaar, shopexploitant bij de snelweg-Tango in Eemnes, merkt ook dat je meer rust krijgt door het uit handen geven van de brandstof. Branchevereniging Beta vindt een scheiding van beide onderdelen een interessante ontwikkeling en verwacht dat in de toekomst meer pomphouders voor deze optie kiezen.

Van den Broeke besloot vorig jaar om zijn voorterrein te verhuren. Gevraagd naar de belangrijkste reden voor dat besluit is de shopexploitant heel duidelijk: rust. “Ik hoef nu niet achter wanbetalers aan, heb geen zorgen meer over doorrijders en hoef ook de brandstoffen niet voor te financieren bij de bank.” Daarnaast is het volgens hem tekenend dat de boekhouder nog maar een keer per kwartaal langskomt. Dat was voor de omkleuring maandelijks.

Kostenreductie

“Het uit handen geven van de brandstof zorgt ook voor een flinke kostenreductie. Ik heb bijvoorbeeld veel minder stroomkosten doordat ik de luifelverlichting niet hoef te betalen. En het onderhoud aan het kassasysteem kostte me eerst 1.200 euro per jaar. Nu heb ik een simpel pinautomaatje dat per jaar 200 euro kost aan onderhoud.”

“Daar kwamen de kosten voor de keuring van de pompen nog bij. En ik had meer personeel dan nu. Op brandstof verdiende ik eigenlijk niets. Ik raad collega-ondernemers aan om sowieso alle uitgaven eens kritisch tegen het licht te houden”, vertelt de Brabantse ondernemer.

Vergoeding

Met Tango heeft hij afgesproken dat hij elk jaar een vast huurbedrag ontvangt en daarbovenop een klein bedrag per verkochte liter. “Je kunt bij Tango kiezen voor twee varianten: een hoge vaste huurprijs en een kleine vergoeding per liter. Of een lage vaste huurprijs met een hoge vergoeding per liter.” Van den Broeke koos voor de eerste optie.”

Een ander voordeel is dat je niet meer vastzit aan een contractduur van vijf jaar. “En omdat ik heb gekozen voor een hoog vast bedrag, dat elk jaar geïndexeerd wordt, weet ik dus voor de komende zeventien jaar wat ik verdien met het voorterrein. De inkomsten per verkochte liter zijn natuurlijk wel variabel, maar die zie ik slechts als een extraatje.”

Afrekenen

Toch is volgens de shophouder het uit handen geven van de brandstof geen ei van Columbus. “Het is niet voor elke locatie een goede optie. Vooral als je shop niet zo goed loopt, is het af te raden. Je moet wel goed bereikbaar zijn en genoeg mensen naar je winkel krijgen.” Brandstof afrekenen kan niet in de winkel.

Met de toeloop zit het bij Van den Broeke wel goed, zegt hij. De shop met een standaard tankstationassortiment zit langs een doorgaande weg met drie middelbare scholen in de buurt. Aan de scholieren verkoopt hij vooral broodjes. “De best verkochte producten in mijn shop zijn het broodje gezond en het broodje zalm.”

Omkleuring

Hij schat dat de helft van de tankende klanten ook zijn shop binnenloopt. Vóór de omkleuring van Texaco naar de huidige formule Pitshop werd 35 procent van de shopartikelen gekocht door klanten die hadden getankt. Dat is nu ongeveer 40 procent. Speciale acties om tankende klanten naar zijn shop te trekken, onderneemt Van den Broeke nauwelijks. “Ik probeer weleens wat, maar ik geloof niet dat dat veel verschil maakt. De Tango-klant is vaak niet iemand die veel geld wil uitgeven. Bovendien richt ik me niet echt op hen.”

Ook shopexploitant Ingrid de Wagenaar onderneemt nog weinig actie om de tankende consument naar de shop te krijgen. “Wat we wel doen is op gezette tijden gratis koffie aanbieden aan klanten bij de pomp. En natuurlijk vertellen we erbij dat we ook een mooie shop hebben.” Ook heeft ze plannen om in de toekomst meer te doen met Facebook en om gebruik te maken van de led-schermen die bij de pompen zijn geïnstalleerd.

Hectiek

De Wagenaar exploiteert samen met haar broer een tankshop in Eemnes en een in Hoogblokland, beide langs snelweg A27. In Hoogblokland verkoopt de ondernemer wel brandstof, in Eemnes niet. Ze merkt, net als Van den Broeke, dat zonder brandstof de hectiek afneemt. “Je hoeft je niet druk te maken of iedereen wel betaald heeft. Het is wat relaxter, in de goede zin des woords.”

Het ondernemerskoppel verhuurt het voorterrein niet, maar huurt de shopruimte van Tango-moederbedrijf Q8. “We hebben wel de taak om toezicht te houden op het voorterrein. Als er bijvoorbeeld wat rommel ligt, ruimen wij dat op. En als klanten vragen hebben, helpen we ze.”

Exploiteren

Dat in de toekomst meer ondernemers kiezen voor het uitsluitend exploiteren van de shop, is niet denkbeeldig. Tango is momenteel op zoek naar pomphouders die zich meer willen focussen op hun winkel en de brandstofverkoop aan Tango willen overlaten.

Ook bleek eerder dit jaar uit de resultaten van een poll op TankPro dat veel tankstationondernemers open staan voor het verhuren van hun voorterrein. Bijna zestig procent van de pomphouders gaven aan dat het een serieuze optie is.

Margestructuur

Voorzitter Petra van Stijn van branchevereniging Beta verwacht dat het scheiden van voorterrein en winkel aan populariteit gaat winnen. “Als de huidige margestructuur niet verandert, is het voor veel pomphouders een interessante optie.”

“Je krijgt nu als ondernemer een speelruimte van elf of twaalf cent marge op je literprijs. Maar de oliemaatschappijen zelf hanteren een speelruimte van achttien of negentien cent bij hun onbemande stations. Daar kun je nooit tegen concurreren als individuele pomphouder. Ik kan me voorstellen dat je dan tegen de maatschappij zegt: doen jullie de brandstof maar.”

Maatschappij

Ze raadt wel aan om het afrekenen in de shop mogelijk te maken. “Dan krijg je toch nog veel bezoekers naar je toe. Met de maatschappij kun je afspreken dat je bijvoorbeeld een bepaald bedrag per liter krijgt.”

Ook Tinq maakt gebruik van deze constructie. Zo opende bakker Cees de Jong bij de Tinq-vestiging in Bennekom een bakery. Om extra te verdienen aan tankende klanten gaat de ondernemer met een schaal saucijzenbroodjes naar de klant aan de pomp. Naast de locatie in Bennekom werkt De Jong ook samen met Firezone in Veenendaal.

Onbemand

Een andere formule met veel onbemande stations is Tamoil. “Momenteel werken we nog niet met de constructie van een strikte scheiding tussen brandstof en shop”, zegt commercieel manager John Bijl. “Maar we volgen de ontwikkelingen met veel interesse. Een shop moet zichzelf kunnen bedruipen en zelfstandig kunnen functioneren. Dat is vaak de reden dat bemande locaties onbemand worden. De shop is niet meer rendabel.”

Tom van Gurp

Lees ook: Meerderheid pomphouders ziet verhuur voorterrein wel zitten

Auteur: Tom van Gurp

Ondernemers: ‘Scheiden brandstof en shop geeft veel rust’ | MobilityEnergy.com

Ondernemers: ‘Scheiden brandstof en shop geeft veel rust’

Verhuren van het voorterrein kan veel rust bieden en stelt je in staat flink te snijden in de uitgaven. Dat zegt shophouder Harold van den Broeke. Hij is eigenaar van een tankshop in Oss en verhuurt zijn voorterrein aan Tango. “Ik heb geen zorgen over facturatie, hoef niet achter doorrijders aan en houd onder de streep meer over.” Ingrid de Wagenaar, shopexploitant bij de snelweg-Tango in Eemnes, merkt ook dat je meer rust krijgt door het uit handen geven van de brandstof. Branchevereniging Beta vindt een scheiding van beide onderdelen een interessante ontwikkeling en verwacht dat in de toekomst meer pomphouders voor deze optie kiezen.

Van den Broeke besloot vorig jaar om zijn voorterrein te verhuren. Gevraagd naar de belangrijkste reden voor dat besluit is de shopexploitant heel duidelijk: rust. “Ik hoef nu niet achter wanbetalers aan, heb geen zorgen meer over doorrijders en hoef ook de brandstoffen niet voor te financieren bij de bank.” Daarnaast is het volgens hem tekenend dat de boekhouder nog maar een keer per kwartaal langskomt. Dat was voor de omkleuring maandelijks.

Kostenreductie

“Het uit handen geven van de brandstof zorgt ook voor een flinke kostenreductie. Ik heb bijvoorbeeld veel minder stroomkosten doordat ik de luifelverlichting niet hoef te betalen. En het onderhoud aan het kassasysteem kostte me eerst 1.200 euro per jaar. Nu heb ik een simpel pinautomaatje dat per jaar 200 euro kost aan onderhoud.”

“Daar kwamen de kosten voor de keuring van de pompen nog bij. En ik had meer personeel dan nu. Op brandstof verdiende ik eigenlijk niets. Ik raad collega-ondernemers aan om sowieso alle uitgaven eens kritisch tegen het licht te houden”, vertelt de Brabantse ondernemer.

Vergoeding

Met Tango heeft hij afgesproken dat hij elk jaar een vast huurbedrag ontvangt en daarbovenop een klein bedrag per verkochte liter. “Je kunt bij Tango kiezen voor twee varianten: een hoge vaste huurprijs en een kleine vergoeding per liter. Of een lage vaste huurprijs met een hoge vergoeding per liter.” Van den Broeke koos voor de eerste optie.”

Een ander voordeel is dat je niet meer vastzit aan een contractduur van vijf jaar. “En omdat ik heb gekozen voor een hoog vast bedrag, dat elk jaar geïndexeerd wordt, weet ik dus voor de komende zeventien jaar wat ik verdien met het voorterrein. De inkomsten per verkochte liter zijn natuurlijk wel variabel, maar die zie ik slechts als een extraatje.”

Afrekenen

Toch is volgens de shophouder het uit handen geven van de brandstof geen ei van Columbus. “Het is niet voor elke locatie een goede optie. Vooral als je shop niet zo goed loopt, is het af te raden. Je moet wel goed bereikbaar zijn en genoeg mensen naar je winkel krijgen.” Brandstof afrekenen kan niet in de winkel.

Met de toeloop zit het bij Van den Broeke wel goed, zegt hij. De shop met een standaard tankstationassortiment zit langs een doorgaande weg met drie middelbare scholen in de buurt. Aan de scholieren verkoopt hij vooral broodjes. “De best verkochte producten in mijn shop zijn het broodje gezond en het broodje zalm.”

Omkleuring

Hij schat dat de helft van de tankende klanten ook zijn shop binnenloopt. Vóór de omkleuring van Texaco naar de huidige formule Pitshop werd 35 procent van de shopartikelen gekocht door klanten die hadden getankt. Dat is nu ongeveer 40 procent. Speciale acties om tankende klanten naar zijn shop te trekken, onderneemt Van den Broeke nauwelijks. “Ik probeer weleens wat, maar ik geloof niet dat dat veel verschil maakt. De Tango-klant is vaak niet iemand die veel geld wil uitgeven. Bovendien richt ik me niet echt op hen.”

Ook shopexploitant Ingrid de Wagenaar onderneemt nog weinig actie om de tankende consument naar de shop te krijgen. “Wat we wel doen is op gezette tijden gratis koffie aanbieden aan klanten bij de pomp. En natuurlijk vertellen we erbij dat we ook een mooie shop hebben.” Ook heeft ze plannen om in de toekomst meer te doen met Facebook en om gebruik te maken van de led-schermen die bij de pompen zijn geïnstalleerd.

Hectiek

De Wagenaar exploiteert samen met haar broer een tankshop in Eemnes en een in Hoogblokland, beide langs snelweg A27. In Hoogblokland verkoopt de ondernemer wel brandstof, in Eemnes niet. Ze merkt, net als Van den Broeke, dat zonder brandstof de hectiek afneemt. “Je hoeft je niet druk te maken of iedereen wel betaald heeft. Het is wat relaxter, in de goede zin des woords.”

Het ondernemerskoppel verhuurt het voorterrein niet, maar huurt de shopruimte van Tango-moederbedrijf Q8. “We hebben wel de taak om toezicht te houden op het voorterrein. Als er bijvoorbeeld wat rommel ligt, ruimen wij dat op. En als klanten vragen hebben, helpen we ze.”

Exploiteren

Dat in de toekomst meer ondernemers kiezen voor het uitsluitend exploiteren van de shop, is niet denkbeeldig. Tango is momenteel op zoek naar pomphouders die zich meer willen focussen op hun winkel en de brandstofverkoop aan Tango willen overlaten.

Ook bleek eerder dit jaar uit de resultaten van een poll op TankPro dat veel tankstationondernemers open staan voor het verhuren van hun voorterrein. Bijna zestig procent van de pomphouders gaven aan dat het een serieuze optie is.

Margestructuur

Voorzitter Petra van Stijn van branchevereniging Beta verwacht dat het scheiden van voorterrein en winkel aan populariteit gaat winnen. “Als de huidige margestructuur niet verandert, is het voor veel pomphouders een interessante optie.”

“Je krijgt nu als ondernemer een speelruimte van elf of twaalf cent marge op je literprijs. Maar de oliemaatschappijen zelf hanteren een speelruimte van achttien of negentien cent bij hun onbemande stations. Daar kun je nooit tegen concurreren als individuele pomphouder. Ik kan me voorstellen dat je dan tegen de maatschappij zegt: doen jullie de brandstof maar.”

Maatschappij

Ze raadt wel aan om het afrekenen in de shop mogelijk te maken. “Dan krijg je toch nog veel bezoekers naar je toe. Met de maatschappij kun je afspreken dat je bijvoorbeeld een bepaald bedrag per liter krijgt.”

Ook Tinq maakt gebruik van deze constructie. Zo opende bakker Cees de Jong bij de Tinq-vestiging in Bennekom een bakery. Om extra te verdienen aan tankende klanten gaat de ondernemer met een schaal saucijzenbroodjes naar de klant aan de pomp. Naast de locatie in Bennekom werkt De Jong ook samen met Firezone in Veenendaal.

Onbemand

Een andere formule met veel onbemande stations is Tamoil. “Momenteel werken we nog niet met de constructie van een strikte scheiding tussen brandstof en shop”, zegt commercieel manager John Bijl. “Maar we volgen de ontwikkelingen met veel interesse. Een shop moet zichzelf kunnen bedruipen en zelfstandig kunnen functioneren. Dat is vaak de reden dat bemande locaties onbemand worden. De shop is niet meer rendabel.”

Tom van Gurp

Lees ook: Meerderheid pomphouders ziet verhuur voorterrein wel zitten

Auteur: Tom van Gurp