Nieuw tankstationmerk Peut groeit gestaag verder

Het aantal tankstations onder Peut-vlag groeit de komende tijd verder. Deze maand gaan de vierde en vijfde vestiging open, terwijl afgelopen maand de tweede en derde vestiging in Noordwijk al het levenslicht zagen. ”En we voeren momenteel gesprekken met diverse andere ondernemers die hebben toegezegd ook met Peut te starten”, vertelt Martijn van der Kolk van inkoopcoöperatie De Vrije Pomp (DVP), de organisatie achter de nieuwe formule. De twee ondernemers die er al mee werken, geven aan dat hun omzet plust sinds de omkleuring.

Het initiatief komt van pomphouders die meer zelfstandigheid willen en meer willen verdienen op brandstoffen dan bij een groot merk. De eerste pomphouder die met het nieuwe merk van start ging, was Pieter van Gennep. Hij had een BP-station in Moordrecht, maar startte afgelopen november onder Peut-vlag.

Marge

”Ik heb nu een hogere marge op mijn brandstoffen”, aldus Van Gennep. Hij koopt in op basis van de wereldmarktprijs en niet volgens het in de branche veelgebruikte adviesprijs-min-systeem. ”Daardoor is mijn marge met drie tot vier cent per liter gegroeid.”

”Bovendien profiteerde ik meteen van de dalende olieprijzen van de afgelopen maanden. Als je werkt met adviesprijs-min, daalt je inkoopprijs minder snel mee. De oliemaatschappijen hebben nog voorraden, die tegen een hogere prijs zijn ingekocht. Die moeten eerst op, waardoor je pas later mee zakt met de dalende wereldmarktprijzen.”

Concurrentie

De concurrentie in de omgeving draaide de duimschroeven wel meteen aan na de opening. Het enige andere tankstation in het Zuid-Hollandse dorp, een Tinq, geeft kortingen tot zeventien cent per liter. Een in december geopende onbemande Tamoil-locatie in Gouda, vlakbij Moordrecht, doet daar op sommige momenten zelfs nog een cent korting bovenop.

”Daar kun je als zelfstandige ondernemer niet altijd tegenop. De twee stations zetten zichzelf als prijsvechter in de markt en maken misschien wel verlies met dergelijke prijzen. Maar als er een grote maatschappij achter staat, kun je dat wel even volhouden. En na een tijdje kunnen ze de prijzen weer verhogen, want dan hebben ze al behoorlijk wat klanten aan zich gebonden. Door de verbeterde marge kan ik, als het moet, heel ver meegaan met de stuntprijzen, maar uiteindelijk houdt het een keer op. Ik wil wel zwarte cijfers schrijven”, legt Van Gennep uit.

Overstap

De ondernemer heeft absoluut geen spijt van zijn overstap. ”Sinds de opening steeg mijn omzet met zo’n vijf tot tien procent. In het begin was het ietsje meer, inmiddels vlakt het wat af. Maar ik verkoop nog altijd meer liters dan onder BP-vlag.”

”Je raakt natuurlijk klanten kwijt, doordat je de maatschappijkaart niet meer accepteert en ook geen Freebees meer hebt. De fanatieke spaarders gaan daardoor misschien elders tanken. Maar je krijgt er andere klanten voor terug, want de gunfactor is er weer.”

Spaarprogramma

”Veel klanten hebben namelijk weinig binding met een oliemaatschappij, maar wel met ondernemers uit de buurt. En die lokale binding kan ik met Peut beter benadrukken. Bijvoorbeeld door het spaarprogramma dat ik gebruik: Tank en Schenk.”

Daarbij kunnen klanten sparen voor een organisatie naar keuze, bijvoorbeeld hun eigen sportclub of een goed doel. Voor elke liter die wordt getankt, wordt één cent gespaard. ”Je creëert veel reuring en geeft mensen een goed gevoel. Bovendien worden we nu regelmatig genoemd in clubblaadjes en hangen er posters in de kantines.” Andere DVP-ondernemers hebben dit concept van Van Gennep inmiddels overgenomen. ”Een goed voorbeeld van hoe we binnen DVP samenwerken”, aldus Van der Kolk.

Pomphouder

Eén van de pomphouders die ook met het spaarprogramma werkt, is de Noordwijkse pomphouder Annemarie van Wijk. Zij kleurde vorige maand twee van haar drie Texaco-vestigingen om naar Peut (de derde is gesloten). ”Vanwege de nieuwe spaaractie stimuleert de lokale voetbalclub haar leden om bij ons te tanken en we staan in de nieuwsbrief van verenigingen uit de buurt”, aldus Van Wijk. ”De binding met de omgeving is nu veel groter en ik heb ook meer plezier in het ondernemen gekregen.”

Ze had het gevoel in een keurslijf te zitten vóór de overstap. ”De grote merken bepalen veel. Dat is natuurlijk makkelijk, maar het heeft ook nadelen. Zo wilde ik een mooie klant binnenhalen om brandstof aan te leveren. Ik moest daarom wel een bepaalde korting geven, maar daar wilde Texaco niet in mee. Zo liep ik een mooie afnemer mis.”

Contract

Haar contract met de maatschappij liep onlangs af en tijdens de onderhandelingen werd geen overeenstemming bereikt over de voorwaarden van een nieuwe verbintenis. Toen besloot Van Wijk om met Peut te starten. Dat was begin november. Twee maanden later was de omkleuring een feit en gingen de twee stations, waarvan één onbemand, open.

”Eigenlijk was binnen vijf weken alles geregeld. DVP heeft een draaiboek klaarliggen voor omkleuringen. Daardoor was alles vrij snel geregeld. Je moet contracten afsluiten met kaartaanbieders, zodat gebruikers van de tankpasen gewoon kunnen blijven betalen. Je moet andere prijzenborden hebben, de luifel krijgt een ander uiterlijk en er moet nieuwe kleding worden besteld voor het personeel. Daarnaast verander je van brandstofleverancier.”

DVP sloot met Argos in oktober een leveringscontract voor pomphouders die aangesloten zijn bij het inkoopverbond, al dan niet opererend onder de nieuwe tankstationformule. In de contractvoorwaarden staat dat wordt ingekocht op basis van wereldmarktprijs, dat er een langere betalingstermijn geldt, dat de overeenkomst is afgesloten voor één jaar en dat de brandstof wordt afgerekend op basis van de hoeveelheid bij vijftien graden.

Onbemand

Met de start van de twee vestigingen in Noordwijk is dus ook de eerste onbemande Peut opengegaan. Krijgt de formule daarmee niet het imago van een prijsvechter, wat nou juist niet de bedoeling was? ”Nee”, zegt Van der Kolk.

”We hebben bewust gekozen voor een chique uitstraling en het gebruik van mooie materialen. De zelfstandige ondernemer maakt vervolgens van Peut een A-merk in zijn gebied. In de huidige markt worden natuurlijk velen gedwongen goedkoop te zijn, maar de pomphouder bepaalt zijn eigen prijsbeleid. Door scherpere inkoopvoorwaarden kunnen ze beter concurreren. Of ze met de prijzen zakken, hangt dus af van lokale omstandigheden en de filosofie van de ondernemer.”

Doelstelling

Op 13 februari gaat de vierde Peut open. Op welke locatie dat is, maken de betrokkenen nog niet bekend. Later deze maand volgt de vijfde vestiging. ”Bovendien zijn we in gesprek met een flink aantal serieuze ondernemers, die graag als Peut-pomphouder aan de slag willen.” Op hoeveel stations de teller staat aan het einde van dit jaar, kan Van der Kolk niet zeggen.

Wel is de doelstelling geformuleerd om op termijn een landelijk dekkend netwerk van zo’n honderd tankstations te krijgen. Al geeft de DVP-woordvoerder aan dat dat nog enkele jaren duurt, onder meer omdat veel pomphouders nog aan hun contract vastzitten.

Tom van Gurp

Lees ook: Peut opent tweede en derde tankstation in Noordwijk

Auteur: Tom van Gurp

Nieuw tankstationmerk Peut groeit gestaag verder | MobilityEnergy.com

Nieuw tankstationmerk Peut groeit gestaag verder

Het aantal tankstations onder Peut-vlag groeit de komende tijd verder. Deze maand gaan de vierde en vijfde vestiging open, terwijl afgelopen maand de tweede en derde vestiging in Noordwijk al het levenslicht zagen. ”En we voeren momenteel gesprekken met diverse andere ondernemers die hebben toegezegd ook met Peut te starten”, vertelt Martijn van der Kolk van inkoopcoöperatie De Vrije Pomp (DVP), de organisatie achter de nieuwe formule. De twee ondernemers die er al mee werken, geven aan dat hun omzet plust sinds de omkleuring.

Het initiatief komt van pomphouders die meer zelfstandigheid willen en meer willen verdienen op brandstoffen dan bij een groot merk. De eerste pomphouder die met het nieuwe merk van start ging, was Pieter van Gennep. Hij had een BP-station in Moordrecht, maar startte afgelopen november onder Peut-vlag.

Marge

”Ik heb nu een hogere marge op mijn brandstoffen”, aldus Van Gennep. Hij koopt in op basis van de wereldmarktprijs en niet volgens het in de branche veelgebruikte adviesprijs-min-systeem. ”Daardoor is mijn marge met drie tot vier cent per liter gegroeid.”

”Bovendien profiteerde ik meteen van de dalende olieprijzen van de afgelopen maanden. Als je werkt met adviesprijs-min, daalt je inkoopprijs minder snel mee. De oliemaatschappijen hebben nog voorraden, die tegen een hogere prijs zijn ingekocht. Die moeten eerst op, waardoor je pas later mee zakt met de dalende wereldmarktprijzen.”

Concurrentie

De concurrentie in de omgeving draaide de duimschroeven wel meteen aan na de opening. Het enige andere tankstation in het Zuid-Hollandse dorp, een Tinq, geeft kortingen tot zeventien cent per liter. Een in december geopende onbemande Tamoil-locatie in Gouda, vlakbij Moordrecht, doet daar op sommige momenten zelfs nog een cent korting bovenop.

”Daar kun je als zelfstandige ondernemer niet altijd tegenop. De twee stations zetten zichzelf als prijsvechter in de markt en maken misschien wel verlies met dergelijke prijzen. Maar als er een grote maatschappij achter staat, kun je dat wel even volhouden. En na een tijdje kunnen ze de prijzen weer verhogen, want dan hebben ze al behoorlijk wat klanten aan zich gebonden. Door de verbeterde marge kan ik, als het moet, heel ver meegaan met de stuntprijzen, maar uiteindelijk houdt het een keer op. Ik wil wel zwarte cijfers schrijven”, legt Van Gennep uit.

Overstap

De ondernemer heeft absoluut geen spijt van zijn overstap. ”Sinds de opening steeg mijn omzet met zo’n vijf tot tien procent. In het begin was het ietsje meer, inmiddels vlakt het wat af. Maar ik verkoop nog altijd meer liters dan onder BP-vlag.”

”Je raakt natuurlijk klanten kwijt, doordat je de maatschappijkaart niet meer accepteert en ook geen Freebees meer hebt. De fanatieke spaarders gaan daardoor misschien elders tanken. Maar je krijgt er andere klanten voor terug, want de gunfactor is er weer.”

Spaarprogramma

”Veel klanten hebben namelijk weinig binding met een oliemaatschappij, maar wel met ondernemers uit de buurt. En die lokale binding kan ik met Peut beter benadrukken. Bijvoorbeeld door het spaarprogramma dat ik gebruik: Tank en Schenk.”

Daarbij kunnen klanten sparen voor een organisatie naar keuze, bijvoorbeeld hun eigen sportclub of een goed doel. Voor elke liter die wordt getankt, wordt één cent gespaard. ”Je creëert veel reuring en geeft mensen een goed gevoel. Bovendien worden we nu regelmatig genoemd in clubblaadjes en hangen er posters in de kantines.” Andere DVP-ondernemers hebben dit concept van Van Gennep inmiddels overgenomen. ”Een goed voorbeeld van hoe we binnen DVP samenwerken”, aldus Van der Kolk.

Pomphouder

Eén van de pomphouders die ook met het spaarprogramma werkt, is de Noordwijkse pomphouder Annemarie van Wijk. Zij kleurde vorige maand twee van haar drie Texaco-vestigingen om naar Peut (de derde is gesloten). ”Vanwege de nieuwe spaaractie stimuleert de lokale voetbalclub haar leden om bij ons te tanken en we staan in de nieuwsbrief van verenigingen uit de buurt”, aldus Van Wijk. ”De binding met de omgeving is nu veel groter en ik heb ook meer plezier in het ondernemen gekregen.”

Ze had het gevoel in een keurslijf te zitten vóór de overstap. ”De grote merken bepalen veel. Dat is natuurlijk makkelijk, maar het heeft ook nadelen. Zo wilde ik een mooie klant binnenhalen om brandstof aan te leveren. Ik moest daarom wel een bepaalde korting geven, maar daar wilde Texaco niet in mee. Zo liep ik een mooie afnemer mis.”

Contract

Haar contract met de maatschappij liep onlangs af en tijdens de onderhandelingen werd geen overeenstemming bereikt over de voorwaarden van een nieuwe verbintenis. Toen besloot Van Wijk om met Peut te starten. Dat was begin november. Twee maanden later was de omkleuring een feit en gingen de twee stations, waarvan één onbemand, open.

”Eigenlijk was binnen vijf weken alles geregeld. DVP heeft een draaiboek klaarliggen voor omkleuringen. Daardoor was alles vrij snel geregeld. Je moet contracten afsluiten met kaartaanbieders, zodat gebruikers van de tankpasen gewoon kunnen blijven betalen. Je moet andere prijzenborden hebben, de luifel krijgt een ander uiterlijk en er moet nieuwe kleding worden besteld voor het personeel. Daarnaast verander je van brandstofleverancier.”

DVP sloot met Argos in oktober een leveringscontract voor pomphouders die aangesloten zijn bij het inkoopverbond, al dan niet opererend onder de nieuwe tankstationformule. In de contractvoorwaarden staat dat wordt ingekocht op basis van wereldmarktprijs, dat er een langere betalingstermijn geldt, dat de overeenkomst is afgesloten voor één jaar en dat de brandstof wordt afgerekend op basis van de hoeveelheid bij vijftien graden.

Onbemand

Met de start van de twee vestigingen in Noordwijk is dus ook de eerste onbemande Peut opengegaan. Krijgt de formule daarmee niet het imago van een prijsvechter, wat nou juist niet de bedoeling was? ”Nee”, zegt Van der Kolk.

”We hebben bewust gekozen voor een chique uitstraling en het gebruik van mooie materialen. De zelfstandige ondernemer maakt vervolgens van Peut een A-merk in zijn gebied. In de huidige markt worden natuurlijk velen gedwongen goedkoop te zijn, maar de pomphouder bepaalt zijn eigen prijsbeleid. Door scherpere inkoopvoorwaarden kunnen ze beter concurreren. Of ze met de prijzen zakken, hangt dus af van lokale omstandigheden en de filosofie van de ondernemer.”

Doelstelling

Op 13 februari gaat de vierde Peut open. Op welke locatie dat is, maken de betrokkenen nog niet bekend. Later deze maand volgt de vijfde vestiging. ”Bovendien zijn we in gesprek met een flink aantal serieuze ondernemers, die graag als Peut-pomphouder aan de slag willen.” Op hoeveel stations de teller staat aan het einde van dit jaar, kan Van der Kolk niet zeggen.

Wel is de doelstelling geformuleerd om op termijn een landelijk dekkend netwerk van zo’n honderd tankstations te krijgen. Al geeft de DVP-woordvoerder aan dat dat nog enkele jaren duurt, onder meer omdat veel pomphouders nog aan hun contract vastzitten.

Tom van Gurp

Lees ook: Peut opent tweede en derde tankstation in Noordwijk

Auteur: Tom van Gurp