Europese overheden moeten per jaar 39 miljard euro investeren om de mobiliteit in de Unie sterk te verduurzamen en duizenden groene banen te garanderen. Die publieke steun is nodig om de particuliere sector mee te krijgen en de groene technologie in Europa een positieve impuls te geven. Dat stelt mobiliteitskoepel Transport & Environment (T&E) in een deze week gepubliceerde studie.
De voorgestelde investering is nodig om het concurrentievermogen van de Europese Unie te garanderen en de werkgelegenheid in groene vervoerstechnologie zoveel mogelijk te behouden. Uitgaven aan traditionele infrastructuur, zoals wegen en luchthavens, moeten worden afgebouwd ten voordele van nieuwe energie-infrastructuur, bijvoorbeeld om te laden. Dat is volgens T&E de manier om het wegtransport uitstootvrij te maken.
Groei in particuliere uitgaven
Als overheden elektrische voertuigen, groene brandstof, de batterijproductie en de uitbouw van laadinfrastructuur steunen, zou dat de particuliere uitgaven voor groene technologie tegen 2030 zeven keer kunnen verhogen tot ruim 270 miljard euro per jaar. Ook daarna houdt E&T er rekening mee dat deze particuliere en publieke investeringen exponentieel kunnen stijgen en mogelijk verdubbelen tegen 2040. De overheden moeten echter de aftrap geven door de komende vijf jaar jaarlijks 39 miljard euro te investeren in vergroening van het wegtransport. Dat is volgens de organisatie minder dan Europese overheden nu uitgeven aan subsidies voor zakelijke benzine- en dieselauto’s.
Concrete voorstellen
Een van de concrete voorstellen is het instellen een batterijfonds van 25 miljard euro ter ondersteuning van de batterijproductie in de Europese Unie. Dit om minder afhankelijk te worden van China. Ook de ontwikkeling van schone brandstof voor vliegtuigen en schepen is nog in de beginfase en investeerders zijn daarom terughoudend om risico’s te nemen. Ten slotte zijn ook overheidsinvesteringen nodig om de Europese energie-infrastructuur te moderniseren, zodat de netwerken de extra vraag van miljoenen elektrisch aangedreven voertuigen aankunnen.